Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Verordening voor de bezwaarschriften

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voor de bezwaarschriften
CiteertitelVerordening voor de bezwaarschriften
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening voor de bezwaarschriften, vastgesteld op 15 december 2010 en sindsdien gewijzigd.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 84 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-05-2018Nieuwe verordening

17-05-2018

gmb-2018-109891

125213

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voor de bezwaarschriften

 

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Roosendaal;

 

Ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 3 april 2018;

 

Gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 84 van de Gemeentewet;

 

Besluiten vast te stellen de: “Verordening voor de bezwaarschriften”.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: commissie voor de bezwaarschriften;

  • c.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    ambtelijk horen: horen van belanghebbenden als bedoeld in artikel 7:5 van de wet.

Artikel 2. De commissie en ambtelijk horen

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van;

    • a.

      bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten genomen door of namens de bestuursorganen van de Belastingsamenwerking West-Brabant en het Werkplein Hart van West Brabant;

    • b.

      gevallen waarvan het bestuursorgaan heeft ingestemd met een verzoek tot rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter;

    • c.

      bezwaarschriften die betrekking hebben op ambtenarenzaken.

  • 3.

    Naast het horen en adviseren omtrent een bezwaar door de commissie kan het horen ambtelijk plaatsvinden. Het college stelt bij afzonderlijk besluit de categorieën van bezwaarschriften vast waarvoor het horen ambtelijk van plaatsvinden.

Artikel 2a. Ambtelijk horen

  • 1.

    Het ambtelijk horen geschiedt door de secretarissen als bedoeld in artikel 6 van deze Verordening.

  • 2.

    De artikelen 7 tot en met 20, met uitzondering van de artikel 3, 4, 5, 13 en 17 van deze Verordening zijn van overeenkomstige toepassing. De hierin genoemde bevoegdheden van de commissie en de voorzitter worden door de secretarissen uitgeoefend.

Artikel 3. Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste 4 leden.

  • 2.

    De leden van de commissie mogen geen deel uitmaken van een bestuursorgaan van de gemeente Roosendaal, mogen niet werkzaam zijn bij of onder verantwoordelijkheid van de gemeente Roosendaal en mogen geen functies vervullen waardoor hun onafhankelijke positie kan worden aangetast.

  • 3.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4. Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden voor een periode van 4 jaar benoemd. Deze periode kan aansluitend éénmalig met 4 jaar worden verlengd. Herbenoeming voor een nieuwe periode is mogelijk als na beëindiging van een zittingsperiode tenminste 4 jaar zijn verstreken.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen tot in de opvolging is voorzien.

Artikel 5. Kamers

  • 1.

    De commissie kan kamers instellen die belast worden met het horen van de bezwaarmakers en het verwerend orgaan.

  • 2.

    De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit:

    • a.

      een kamervoorzitter overeenkomstig artikel 7:13 van de wet, zijnde de voorzitter of één van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

    • b.

      tenminste één ander lid, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 4.

    In uitzonderlijke gevallen van overmacht kan de voorzitter van een kamer alleen horen.

Artikel 6. Secretariaat

Het secretariaat van de commissie en haar kamers wordt uitgevoerd door één of meerdere secretarissen.

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift

Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst geregistreerd.

Artikel 8. Bemiddeling

De commissie en de secretaris onderzoeken of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 9. Uitoefening van bevoegdheden

De secretaris oefent, namens de commissie, voor de toepassing van deze verordening de bevoegdheden uit die voortvloeien uit de volgende artikelen uit de wet:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, voor wat betreft het stellen van een termijn aan de indiener waarbinnen het verzuim van artikel 6:6 kan worden hersteld;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid.

Artikel 10. Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter en de secretarissen zijn bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen.

  • 2.

    De voorzitter en de secretarissen kunnen uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 11. Hoorzitting

  • 1.

    De secretaris bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De secretaris beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de secretaris op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12. Uitnodiging zitting

De secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste 10 dagen voor de zitting schriftelijk uit.

Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen geen deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14. Openbaarheid zitting

  • 1.

    De hoorzitting is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen de openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting met gesloten deuren plaats.

  • 4.

    Als gewichtige redenen worden in ieder geval persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard aangemerkt.

Artikel 15. Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de wet wordt gemaakt door middel van een geluidsopname. Op verzoek van belanghebbenden wordt de geluidsopname aan hen verstrekt.

  • 2.

    Indien één van de aanwezigen zwaarwegende bezwaren heeft tegen het maken van een geluidsopname, kan de voorzitter besluiten dat in plaats hiervan een schriftelijk verslag wordt opgesteld. Dit verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en verder op de zitting is voorgevallen en kan verwijzen naar de op de zitting overgelegde bescheiden.

  • 3.

    Er wordt op basis van de geluidsopname een schriftelijke samenvatting gemaakt wanneer het verwerende orgaan dat nodig acht voor zijn besluitvorming of wanneer een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in het geval van een (hoger)beroepsprocedure. Dit verslag wordt ondertekend door de voorzitter.

Artikel 16. Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek door de secretaris laten uitvoeren.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De secretaris beslist binnen twee weken op dit verzoek.

Artikel 17. Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De Kamervoorzitter of het lid rapporteert aan de raadkamer over de kamerzitting.

  • 3.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 4.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 5.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 6.

    Het advies is gemotiveerd en bevat een ontwerp voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 7.

    Het advies wordt door de kamervoorzitter en de secretaris ondertekend en geldt als een advies van de Commissie.

Artikel 18. Uitbrengen advies

Het advies wordt tijdig uitgebracht aan het verwerend orgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

Artikel 19. Jaarverslag

Het secretariaat brengt desgevraagd aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit over de behandeling van de bezwaarschriften in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20. Intrekking

De Verordening commissie voor de bezwaarschriften, vastgesteld op 1 februari 2012, wordt ingetrokken.

Artikel 21. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 mei 2018,

de griffier, de voorzitter,

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 3 april 2018,

de secretaris, de burgemeester,

Aldus besloten door de burgemeester van Roosendaal op 3 april 2018,

de burgemeester,