Organisatie | Capelle aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening Capelle aan den IJssel 2018 |
Citeertitel | APV Capelle aan den IJssel 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde en veiligheid |
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2020 | Afd. 13, art. 2:73a en 6:1 | 14-12-2020 | 36361111 | ||
01-11-2020 | 16-12-2020 | Artt. 2:48a, 2:57, 3:7, 4:9a, 5:3a en 5:16 | 28-09-2020 | 296377 | |
01-06-2018 | 01-11-2020 | Nieuwe regeling | 12-03-2018 | 978695 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Het bepaalde in de voorgaande leden is niet van toepassing op betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.
Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan vóór de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken
Artikel 2:6 Beperking verspreiden van voorwerpen voor handelsreclamedoeleinden
Het is verboden gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen aan te bieden, aan te bevelen of bekend te maken, leden of donateurs te werven, producten of monsters uit te delen, personen staande te houden ten behoeve van het uitvoeren van een enquête of een onderzoek met het kennelijke doel handelsreclame te maken op door het college aangewezen openbare plaatsen.
Afdeling 5 Bruikbaarheid ten aanzien van de weg
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk, vanwege en overeenkomstig de aanwijzingen van het college, voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
Artikel 2:23a (Slaap)verblijf op de weg, in voertuigen en in kampeermiddelen
Het is verboden op de weg, al dan niet in een (motor)voertuig, te slapen, dan wel op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent, caravan of een soortgelijk of ander onderkomen te plaatsen met het kennelijke doel dit als slaapplaats te gebruiken of daarin te slapen dan wel gelegenheid daartoe te bieden.
Artikel 2:25 Evenementenvergunning
Artikel 2:26 Openbare orde en veiligheid
Het is voor bezoekers van een evenement tijdens en na het evenement:
verplicht ter ordelijk verloop van een evenement of bij enig voorval, waardoor wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan een daartoe strekkende aanwijzing van een ambtenaar van de politie of brandweer zijn weg te vervolgen of aanwijzingen van andere aard in het belang van de openbare orde of veiligheid van personen en goederen, dan wel ter beperking van gemeen gevaar, onverwijld en stipt op te volgen.
Afdeling 8A Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt begrepen onder:
alle voor publiek openstaande lokaliteiten, open plaatsen, tuinen of gedeelten daarvan, alsmede de daarbij horende terrassen en de daarmee gemeenschap hebbende vertrekken die niet uitsluitend als woning of winkel worden gebruikt, alsmede de niet voor publiek toegankelijke lokaliteiten welke voor het publiek op de weg bereikbaar zijn – uitgezonderd standplaatsen als bedoeld in artikel 5:19 van deze verordening, voor zover daar regelmatig of op gezette tijden:
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
Onverminderd de artikelen 1:6 en 1:8 kan de burgemeester de exploitatievergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, intrekken, wijzigen of schorsen, indien:
de exploitant of de beheerder betrokken is of ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten of strafbare feiten in of vanuit de openbare inrichting, dan wel toestaat of gedoogt dat in zijn openbare inrichting strafbare feiten of activiteiten worden gepleegd, waarmee de openbare orde nadelig wordt beïnvloed;
Artikel 2:30 Sluiting van openbare inrichtingen
Een sluiting kan op aanvraag van een belanghebbende door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de situatie die tot de sluiting heeft geleid, zal plaatsvinden.
De exploitant of de beheerder is verplicht te zorgen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in dit artikel, in de nabijheid van het terras op de weg achtergebleven stoffen of voorwerpen, voor zover kennelijk uit of van dat terras afkomstig, worden verwijderd.
Artikel 2:30d Wijziging beheer
In afwijking van het tweede lid, kan het beheer tot op de aanvraag is beslist, tijdelijk worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien de exploitant of beheerder een bevestiging van de burgemeester kan tonen waaruit blijkt dat die nieuwe beheerder ten behoeve van bijschrijving op de exploitatievergunning is aangemeld.
Artikel 2:32 College als bevoegd bestuursorgaan
Indien een horecabedrijf geen inrichting is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt niet de burgemeester, maar het college op als bevoegd bestuursorgaan voor de toepassing van het bepaalde in deze afdeling met uitzondering van artikel 2:30.
Afdeling 8B Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt onder paracommercieel rechtspersoon verstaan: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.
Afdeling 9 Voor publiek openstaande gebouwen
Artikel 2:35 Sluiting overlastgevende voor het publiek openstaande gebouwen
De burgemeester kan, indien zulks naar zijn oordeel in het belang van de openbare orde of ter voorkoming of beperking van overlast of nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat is vereist, de gehele of gedeeltelijke sluiting bevelen van een voor het publiek openstaand gebouw - niet zijnde een openbare inrichting of seksinrichting - of een bij dat gebouw behorend erf, een perceel of perceelsgedeelte of enige andere ruimte, niet zijnde een woning die als zodanig in gebruik is.
De burgemeester maakt de sluiting bekend door het aanbrengen van een afschrift van zijn bevel op of nabij de toegang van het voor het publiek openstaande gebouw of het bij dat gebouw behorende erf, het perceel of perceelsgedeelte of de ruimte. De sluiting treedt in werking op het moment dat bedoeld afschrift is aangebracht.
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
In dit artikel wordt onder speelgelegenheid verstaan: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Een ieder, die op een openbare plaats klimt, ligt of zich anderszins bevindt op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, tram, metro, abri, hek, omheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair, zich op of aan de weg zodanig ophoudt dat aan weggebruikers of gebruikers van nabij de weg gelegen gebouwen onnodig overlast of hinder veroorzaakt wordt, of zich op de weg binnen de voor een brug geplaatste afsluitingen bevindt nadat een of meer van die afsluitingen zijn of worden gesloten, dan wel een afsluiting voor een brug opent, is verplicht op een daartoe strekkend bevel van een opsporingsambtenaar zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Het is verboden op een openbare plaats distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.
Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel of op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:50b Glaswerk op speelplaatsen
Het is verboden op speelweiden of speelplaatsen glaswerk te gebruiken of voorhanden te hebben.
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Het is verboden op uren en plaatsen die door het college of de burgemeester zijn aangewezen, zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden die publiek trekt, of andere openbare plaatsen, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: een handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Afdeling 13 Vuurwerk en Carbid
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Onverminderd de artikelen 1:6 en 1:8 kan de burgemeester de exploitatievergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, voor onbepaalde tijd geheel of gedeeltelijk intrekken, tijdelijk opschorten of wijzigen, indien:
in of vanuit het vuurwerkverkooppunt zich een feit voordoet of zich feiten hebben voorgedaan of aannemelijk is dat in de toekomst zich een feit of feiten gaan voordoen waardoor de openbare orde en veiligheid of het woon- of leefklimaat in de omgeving van het vuurwerkverkooppunt nadelig zal worden beïnvloed;
de exploitant of de beheerder betrokken is of ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten of strafbare feiten in of vanuit het vuurwerkverkooppunt, dan wel toestaat of gedoogt dat in het vuurwerkverkooppunt strafbare feiten of activiteiten worden gepleegd, waarmee de openbare orde of het woon- en leefklimaat nadelig wordt beïnvloed;
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden, alsmede zich op of aan de weg in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Artikel 2:74b Weggooien van spuiten e.d.
Het is verboden om injectiespuiten of onderdelen daarvan zoals naalden, reservoirs, zuigers e.d. of daarop gelijkende voorwerpen op of aan de openbare weg dan wel in afvalbakken achter te laten met het kennelijke doel om afstand van het voorwerp te doen.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht, omgevingsverbod en woonoverlast
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 154a van de Gemeentewet, te besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats, indien deze personen het bepaalde in de volgende artikelen groepsgewijs niet naleven: artikel 2:1, 2:10, 2:11, 2:16, 2:19, 2:23a, 2:26, lid 3, 2:47, 2:48, 2:50a en 2:73.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde en veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan degene die strafbare feiten of openbare orde verstoren de handelingen verricht een verbod opleggen om zich te bevinden op in dat verbod aangewezen gebied gedurende een in het verbod neergelegde periode.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan degene aan wie eerder een omgevingsverbod als bedoeld in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie wordt geconstateerd dat hij opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een omgevingsverbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste 30 dagen te bevinden op in dat verbod aangewezen gebied.
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf.
Hoofdstuk 3 Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen
De artikelen 1:2, 1:3 en 1:5 tot en met 1:8 zijn niet van toepassing op het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde.
Afdeling 2 Vergunning seksbedrijf
Een vergunning wordt geweigerd als:
er aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn die, als het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, als het overige personen betreft, nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, slachtoffer zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000;
de exploitant of beheerder minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, bij meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500,- euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
Een vergunning kan in ieder geval worden geweigerd:
voor een seksbedrijf waarvoor de vergunning op grond van artikel 3:9, eerste lid, aanhef en onder a tot en met e, of tweede lid, aanhef onder a tot en met h, of in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur is ingetrokken, gedurende een periode van vijfjaar na de intrekking;
Artikel 3:9a Sluiting van een seksinrichting
Een sluiting kan op aanvraag van een belanghebbende door het bevoegde bestuursorgaan worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar het oordeel van het bevoegde bestuursorgaan voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de situatie die tot de sluiting heeft geleid, zal plaatsvinden.
Artikel 3:10 Melding gewijzigde omstandigheden
De vergunninghouder meldt elke verandering waardoor zijn seksbedrijf niet langer in overeenstemming is met de op grond van artikel 3:8, eerste lid, in de vergunning opgenomen gegevens, zo spoedig mogelijk aan het bestuursorgaan . Deze verleent een gewijzigde vergunning, als het seksbedrijf aan de vereisten voldoet.
Afdeling 3 Uitoefening seksbedrijf
Paragraaf 3.2 Regels voor alle prostitutiebedrijven en prostituees
Artikel 3:14 Leeftijd en verblijfstitel prostituees; verbod werken voor onvergund prostitutiebedrijf
Paragraaf 3.3 Raam- en straatprostitutie
Artikel 3:19 Straatprostitutie
Het is verboden zich op of aan de weg of op, aan of in een andere vanaf de weg zichtbare plaats, niet zijnde een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend, op te houden met het kennelijke doel zich beschikbaar te stellen voor prostitutie of op of aan de weg ontuchtige handelingen te verrichten als dit kennelijk geschiedt in het kader van prostitutie.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal twaalf incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17 , 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal twaalf incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 148 eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 4:4 Onversterkte muziek
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:7 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:8 Verontreiniging op openbare plaatsen
Indien bij het laden of lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen dan wel bij andere activiteiten een openbare plaats wordt verontreinigd, is degene die genoemde werkzaamheden verricht, alsmede, indien deze in opdracht handelt, zijn opdrachtgever verplicht de weg terstond na het ontstaan van de verontreiniging te (doen) reinigen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op een door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de volksgezondheid aangewezen plaats die is gelegen buiten een inrichting als aangewezen krachtens artikel 1.1, vierde lid, van de Wet milieubeheer in de openlucht en buiten de weg, een of meer van de volgende daarbij nader aangeduide, voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben, anders dan met inachtneming van de door het college gestelde regels:
Artikel 4:15 Vergunningplicht handelsreclame
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak alsmede de hoofdgebruiker van die zaak verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders deze zaak of een daarop aanwezige zaak te gebruiken of het gebruik daarvan toe te laten voor het maken van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is.
Het verbod geldt niet voor onverlichte opschriften, aankondigingen of afbeeldingen:
die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;
Geen vergunning is vereist voor door het college aangewezen categorieën van reclame-uitingen mits de rechthebbende, alsmede de hoofdgebruiker van de onroerende zaak waaraan de reclame bevestigd dient te worden, daarvan minimaal twee weken van tevoren melding doet bij het college en wordt voldaan aan de algemene regels die hiervoor gelden.
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op zeven achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:13 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:14 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden te venten op nader door het college aan te wijzen wegen, dagen of uren. Bij de aanwijzing van wegen, dagen of uren kan het college bepalen dat het verbod niet dan wel uitsluitend geldt voor het venten van producten of diensten die vallen in door hem aangewezen productcategorieën of categorieën van diensten.
Artikel 5:17 Vrijheid van meningsuiting
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is het venten van gedrukte en geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet verboden indien het venten plaatsvindt in overdekte winkelcentra of binnen een straal van 15 meter bij de ingang van deze winkelcentra, of op overige door het college aangewezen openbare plaatsen.
Afdeling 9 Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Hoofdstuk 6 Sanctie-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de hieronder vermelde artikelen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak:
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2:1a Straatintimidatie
Artikel 2:1b Betreden van afzettingen
Artikel 2:6 Beperking verspreiden van voorwerpen voor handelsreclamedoeleinden
Artikel 2:10 Voorwerpen of stoffen op, in, aan of boven de weg
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of voorwerp
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Artikel 2:23a (Slaap)verblijf op de weg, in voertuigen en in kampeermiddelen
Artikel 2:25 Evenementenvergunning
Artikel 2:26 Openbare orde en veiligheid
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
Artikel 2:30 Sluiting van openbare inrichtingen
Artikel 2:30a Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
Artikel 2:30c Beëindiging exploitatie
Artikel 2:30d Wijziging beheer
Artikel 2:30e Verboden gedragingen
Artikel 2:31 Handel binnen openbare richtingen
Artikel 2:34b Schenktijden paracommerciële rechtspersonen
Artikel 2:34c Regulering paracommerciële rechtspersonen
Artikel 2:34d Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven
Artikel 2:35 Sluiting overlastgevende voor het publiek openstaande gebouwen
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
Artikel 2:40 Kansspelautomaten
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:42 Plakken en kladden
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Artikel 2:44a Vervoer geprepareerde voorwerpen
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:48 Openlijk drankgebruik
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:50a Messen en andere voorwerpen als wapen
Artikel 2:50b Glaswerk op speelplaatsen
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Artikel 2:57 Loslopende honden
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
Artikel 2:59 Gevaarlijke of hinderlijke honden
Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk
Artikel 2:73a Verbod afschieten carbid
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Artikel 2:74b Weggooien van spuiten e.d.
Artikel 2:74c Coffeeshopverbod
Artikel 3:5 0-optie raamprostitutiebedrijven en maximering aantal seksinrichtingen
Artikel 3:8 Eisen met betrekking tot de vergunning
Artikel 3:9a. Sluiting van een seksinrichting
Artikel 3:10 Melding gewijzigde omstandigheden
Artikel 3:12 Sluitingstijden seksinrichtingen; aanwezigheid; toegang
Artikel 3:14 Leeftijd en verblijfstitel prostituees; verbod werken voor onvergund prostitutiebedrijf
Artikel 3:17 Verdere verplichtingen van de exploitant en beheerder prostitutiebedrijf
Artikel 3:19 Straatprostitutie
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Artikel 4:4 Onversterkte muziek
Artikel 4:5 Overige geluidhinder
Artikel 4:7 Natuurlijke behoefte doen
Artikel 4:8 Verontreiniging op openbare plaatsen
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Artikel 4:9a Verbod oplaten ballonen
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Artikel 4:15 Vergunningplicht handelsreclame
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel 5:3a Herstel- of onderhoudswerkzaamheden
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Artikel 5:5 Wrakken, wees(brom)fietsen
Artikel 5:6 Recreatievoertuigen, aanhangwagens e.a.
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
Artikel 5:9 Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5:12 Overlast gevend parkeren van voertuigen
Artikel 5:12a Hinder door motorvoertuigen en bromfietsen.
Artikel 5:13 Overlast van fiets of bromfiets
Artikel 5:14 Inzameling van geld of goederen
Artikel 5:19 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Artikel 5:20 Toestemming rechthebbende
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Artikel 5:36 Verboden plaatsen voor incidentele asverstrooiing
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 Intrekking oude verordening
De Algemene plaatselijke verordening Capelle aan den IJssel 2013 wordt ingetrokken.
Besluiten, genomen krachtens de Algemene plaatselijke verordening Capelle aan den IJssel 2013 die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Artikel 6:6 Overgangsbepaling vergunningen en ontheffingen
Op een aanvraag om een vergunning of ontheffing krachtens de Algemene plaatselijke verordening Capelle aan den IJssel 2013, die is gedaan voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, wordt, totdat de beslissing daarop onherroepelijk is geworden, beslist overeenkomstig het ten tijde van de indiening van de aanvraag geldende recht.
Op een bezwaarschrift of beroep tegen een besluit, krachtens de Algemene Plaatselijke Verordening 2013 genomen voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, wordt, totdat de beslissing daarop onherroepelijk is geworden, beslist overeenkomstig het ten tijde van het nemen van dat besluit geldende recht.