Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2018 |
Citeertitel | Reglement van orde van de raad 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2018 | 29-03-2018 | Nieuwe regeling | 29-03-2018 | BBV1315442 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties; benoeming wethouders
Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming wethouders
Voor de benoeming van nieuwe leden van de raad stelt de raad, op aanbeveling van de voorzitter, aan het begin van een raadsperiode een commissie in bestaande uit drie leden en één plaatsvervangend lid, zijnde leden van de raad. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden.
De griffier legt, in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de volgende eed/ verklaring en belofte af:
“Ik zweer/verklaar dat ik, om tot griffier benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer/verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer/beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn taak als griffier naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig!”/ “Dat verklaar en beloof ik!”
Hoofdstuk 4 Raadsvergaderingen
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Alleen de voorlopige agenda, de raadsvoorstellen, de ontwerpbesluiten, de ingekomen stukken en de Lijst van ingekomen stukken die zijn geagendeerd, worden, gelijktijdig met het verzenden van de oproep, voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Van de ter inzage legging wordt melding gedaan in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 10.
Artikel 18 Spreekrecht burgers
Over voorliggende geagendeerde voorstellen, die niet in een voorbereidende vergadering aan de orde zijn geweest, kunnen, na vaststelling van de agenda, belanghebbenden gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren en daarover hun mening kenbaar maken. Geen spreekrecht wordt verleend in de raadsvergadering waarin de begroting wordt behandeld.
De leden, de voorzitter, de wethouders en de griffier hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, als de Besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient bij voorkeur per mail of telefonisch vóór het vaststellen van de Besluitenlijst bij de griffier te worden ingediend.
Ingekomen stukken, waarvoor de doorzendplicht geldt zoals genoemd in de artikelen 2:3 en 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht, worden namens de raad doorgestuurd door de griffier die daarvan mededeling doet aan de afzender. Op de in het eerste lid genoemde lijst worden deze stukken vermeld in een aparte categorie.
Aan het college van burgemeester en wethouders is gemandateerd de behandeling van, verdaging van en beslissing op verzoeken op basis van de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover deze zijn gericht aan de gemeenteraad. Op de in het eerste lid genoemde lijst worden deze verzoeken vermeld in een aparte categorie.
Artikel 25 Handhaving orde; schorsing
Als een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Als de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde de leden of het college de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot besluitvorming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren waarom hij voor of tegen het voorliggende voorstel is.
Artikel 29 Algemene bepalingen over stemmen
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 30 Stemming over amendementen en moties
Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement ten opzichte van het voorstel het eerst in stemming wordt gebracht.
Artikel 31 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 32 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 5 Rechten en instrumenten van raadsleden
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen.
Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen wordt het voorstel op de voorlopige agenda van de eerstvolgende vergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, of dat het voorstel eerst dient te worden behandeld in een voorbereidende vergadering.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, uiterlijk 09.00 uur op de werkdag vóór de dag waarop de raad vergadert, schriftelijk of per mail bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 40 Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college dan wel de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen aan het college of de burgemeester, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp uiterlijk 09.00 uur op de werkdag vóór de dag waarop de raad vergadert bij de griffier. De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenuur aan de orde te stellen indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.
Wordt de melding later ontvangen, dan is het aan de voorzitter of de vraag wordt toegelaten. Voorwaarde is dat de vraag over een actuele kwestie moet gaan, waarbij er een noodzaak tot handelen is en/of een reactie van het college of de burgemeester onrust kan voorkomen dan wel een dempende werking kan hebben op ontstane maatschappelijke gevoelens.
Artikel 42 Inlichtingen over gevoerd bestuur
Als een lid van de raad over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe, door tussenkomst van de griffier, schriftelijk ingediend bij het college of de burgemeester, uiterlijk 09.00 uur op de werkdag vóór de dag waarop de raad vergadert.
Hoofdstuk 7 Lidmaatschap van andere organisaties
Degene die door de gemeenteraad is aangewezen/benoemd tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de raadscommissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 41, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 8 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 49 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen dan wel niet te bekrachtigen wordt, als daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 9 Toehoorders en pers
Artikel 51 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Artikel 54 Afwijken van het reglement
De raad kan, met instemming van ten minste tweederde van het aantal aanwezige leden, van dit reglement afwijken als de afwijking niet in strijd is met enig wettelijk voorschrift.