Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bodegraven-Reeuwijk

Verordening van de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk, houdende regels voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden (Telecomverordening Bodegraven-Reeuwijk 2018)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBodegraven-Reeuwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk, houdende regels voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden (Telecomverordening Bodegraven-Reeuwijk 2018)
CiteertitelTelecomverordening Bodegraven-Reeuwijk 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpkabels en leidingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-05-2018Nieuwe regeling

25-04-2018

gmb-2018-102337

Z-18-61849

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk, houdende regels voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden (Telecomverordening Bodegraven-Reeuwijk 2018)

 

De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

 

gelezen het voorstel van het college van 20 maart 2018, nummer Z/18/061849 / DOC-18053932;

 

gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat:

 

  • -

    een ondergrondse infrastructuur van kabels en leidingen van onmisbaar belang is;

  • -

    met deze kabels en leidingen ook andere belangen zijn gemoeid, zoals milieu, veiligheid en (ondergrondse) ordening;

  • -

    de gemeente de regie over haar ondergrond wil verbeteren;

  • -

    de gemeente een goede basis wil leggen op grond waarvan duidelijke afspraken kunnen worden gemaakt met o.a. leidingeneigenaren over het aanleggen, hebben, houden, onderhouden en verwijderen van kabels en leidingen in de gemeentelijke ondergrond;

  • -

    daarom een specifiek op deze kabels en leidingen gerichte verordening noodzakelijk is;

  • -

    de verordening nodig is voor werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

     

besluit:

 

vast te stellen de

 

Telecomverordening Bodegraven-Reeuwijk 2018

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Telecommunicatiewet.

  • b.

    communicatienetwerk: openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de wet.

  • c.

    kabels: kabels als bedoeld in artikel 1.1 onder z van de wet.

  • d.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken als bedoeld in artikel 5.15 van de wet en kabels.

  • e.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1 onder aa van de wet.

  • f.

    aanbieder: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid van de wet.

  • g.

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden.

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2 eerste lid van de wet.

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders.

  • j.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid onder a van de wet.

  • k.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid onder b van de wet.

  • l.

    huisaansluiting: het gedeelte van een kabel minder dan 15 m1 in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerk aansluitpunt als bedoeld in artikel 1.1 onder k van de wet.

  • m.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • a.

      het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen.

    • b.

      reparaties aan het openbare elektronische communicatie netwerk met een lengte van minder dan 10 m1 en niet vallend onder artikel 3 eerste lid.

    • c.

      het maken van een huisaansluiting.

  • n.

    technische en administratieve door het college vastgestelde of vast te stellen voorschriften: regels betreffende veiligheid, ontwerp, beheer, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels, hdpe buizen en leidingen.

Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4.

    Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden met een daarvoor door het college goedgekeurd formulier.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

  • 1.

    Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via een herstraatformulier aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

  • 2.

    Een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele huisaansluiting is onvoldoende reden om als spoedeisend te worden aangemerkt, uitgezonderd calamiteitenlijnen, zoals van ziekenhuizen, brandweer, politie etc.

  • 3.

    Artikel 1 en 2 zijn niet van toepassing op gebieden waar gasleidingen of hoogspanningskabels liggen.

Artikel 4 Gegevensverstrekking

  • 1.

    Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een kopie van de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit afgegeven registratie (geldende versie);

    • b.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel (geldende versie);

    • c.

      informatiemateriaal, brochures en tenminste een jaarverslag waaruit de dienstverlening van het bedrijf blijkt;

    • d.

      naam, adres en telefoonnummer van degene:

      • -

        die de kabel juridisch in eigendom heeft;

      • -

        die de kabel gebruikt (economisch in eigendom heeft);

      • -

        die de kabel beheert;

    • e.

      een opgave van:

      • -

        soort kabel;

      • -

        kleur hdpe-buis of anderszins eigendomskenmerken;

      • -

        het beoogde gebruik;

      • -

        de noodzaak voor het leggen van meerdere lege hdpe-buizen dan de daadwerkelijk benodigde gebruik;

      • -

        een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • f.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • g.

      een uitvoeringsplan met daarin tenminste opgenomen:

      • 1.

        een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      • 2.

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

      • 3.

        een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

      • 4.

        een opgave van de doorsnede en kleur van de kabel en indien van toepassing van de kabelgoot;

      • 5.

        een opgave van ondergrondse (handholes/manholes) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      • 6.

        een opgave van de aanvraag voor een bouwvergunning voor bovengrondse kasten waar wel een bouwvergunning voor is vereist;

      • 7.

        naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast is/zijn met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden;

      • 8.

        de maatregelen die de bereikbaarheid van de al in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • 9.

        de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

      • 10.

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

      • 11.

        een verkeersplan op basis van CROW 96b;

      • 12.

        de lengte en breedte van de kabelsleuf;

      • 13.

        de doorsnede van de kabel of kabelgoot;

      • 14.

        een opgave van het aantal buizen dat direct in gebruik wordt genomen alsmede een opgave van het aantal buizen dat niet direct in gebruik wordt genomen;

      • 15.

        alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt als ook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5 Aanvullende verplichtingen

  • 1.

    De aanbieder is verplicht omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden op de hoogte te stellen.

  • 2.

    Op het moment van de oplevering van de werkzaamheden is de aanbieder op verzoek van het college verplicht gegevens omtrent de ligging van zijn kabels (digitaal) te verstrekken en een overzicht te geven van de niet in gebruik zijnde kabels.

  • 3.

    Indien een niet in gebruik zijnde kabel als bedoeld in het vorige lid van dit artikel in gebruik wordt genomen, dient dit schriftelijk aan het college te worden gemeld.

Artikel 6 Beslistermijn en aanhouding

  • 1.

    Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronisch communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

Artikel 7 Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1.

    Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van 3 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 3 maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 3.

    Indien binnen 3 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder opnieuw werkzaamheden ter plaatse moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

  • 4.

    Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1.

    Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2.

    Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

  • 5.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform het ‘Handboek Kabels en Leidingen’ van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.

Artikel 9 Overdracht voorzieningen

Indien kabels en beschermingswerken worden overgedragen aan een nieuwe aanbieder draagt deze zorg voor een voldoende, algemene registratie van zijn kabels; melding bij het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC) wordt als voldoende aangemerkt.

Artikel 10 Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college direct schriftelijk in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 11 Collectieve aanvraag bewoners voor telecommunicatie

Bij een collectieve aanvraag voor een telecommunicatieproject op verzoek van bewoners worden geen rehabilitatiekosten voor dat project door de gemeente in rekening gebracht.

Artikel 12 Intrekking oude verordening

De telecommunicatieverordeningen van de voormalige gemeente Reeuwijk en de voormalige gemeente Bodegraven die voor deze verordening zijn vastgesteld worden ingetrokken.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1.

    Voorgaande Telecommunicatieverordeningen blijven van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Telecommunicatieverordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van een oudere Telecommunicatieverordening, maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en eventuele oudere Telecommunicatieverordeningen worden dan ingetrokken.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecomverordening Bodegraven-Reeuwijk 2018.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 25 april 2018.

 

De griffier,

drs. J.H.Rijs

De voorzitter,

mr. C.van der Kamp