Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oirschot

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent jeugdhulp Beleidsregels Jeugdhulp

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOirschot
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent jeugdhulp Beleidsregels Jeugdhulp
CiteertitelBeleidsregels Jeugdhulp gemeente Oirschot
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

wet Jeugdwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-05-201828-05-2019nieuwe regeling

12-12-2014

gmb-2018-101891

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent jeugdhulp Beleidsregels Jeugdhulp

Gemeente Oirschot

12 december 2014

 

NADERE REGELS PERSOONSGEBONDEN BUDGET

 

Een persoonsgebonden budget (pgb) kan bijdragen aan jeugdhulp op maat en het stimuleren van innovatie. De geboden individuele voorzieningen kunnen soms niet passen bij de behoeften en wensen van de inwoner die aangewezen is op een individuele voorziening. Het instrument pgb is bovendien een instrument waarbij de jeugdige of zijn ouders zelf de regie kunnen voeren over de ondersteuning. Het idee van de pgb sluit aan bij het regie houden over het eigen leven.

 

De gemeente streeft naar het organiseren van jeugdhulp op maat en verwacht van de uitvoeringsorganisaties dat zij vraaggericht werken en aansluiten bij de wensen van de jeugdige of zijn ouders. Daarvoor is in de inkoop al aandacht geweest, door de professionele invulling van maatwerk een samenspel van jeugdige of zijn ouders en professional te laten zijn. Toch kan het in gevallen niet mogelijk zijn en kan de jeugdige of zijn ouders een pgb inzetten om de regie te voeren en passende ondersteuning te organiseren.

Begripsbepaling

  • -

    aanvrager: inwoner van de gemeente Oirschot die een pgb aanvraagt in het kader van de Jeugdwet 2015. Als de aanvrager wordt genoemd is dit in de praktijk de aanvrager of iemand uit het eigen netwerk of een wettelijk vertegenwoordiger van de aanvrager;

  • -

    college: bestuurders van een gemeente, bestaande uit burgemeester en wethouders. Binnen de Jeugdwet 2015 en deze verordening worden veel bevoegdheden gelegd bij het college. De uitvoering hiervan zal echter in de regel namens het college gedaan worden (in mandaat) door deskundige consulenten, ambtenaren en bijvoorbeeld het generalistenteam en specialistenteam;

  • -

    ondersteuningsplan: plan dat opgesteld wordt door het generalistenteam en/of specialistenteam in samenspraak met de cliënt en/of vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst aanverwanten of anderen die tot het sociaal netwerk van de cliënt behoren. In het ondersteuningsplan staan alle vormen van ondersteuning en hulp opgenomen die ten behoeve van de cliënt worden ingezet. Het ondersteuningsplan maakt integraal onderdeel uit van de beschikking voor een individuele voorziening;

  • -

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet;

  • -

    professional: de professional is een algemene benaming voor een persoon die hulp verleent of zorg biedt in bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij psychische problemen of bij medische problemen. De professional heeft een opleiding gevolgd voor de beoefening van zijn of haar vak. De professional in deze beleidsregels is een zorgprofessional, werkzaam bij een zorginstelling of als zelfstandige zorgprofessional, niet zijnde een persoon uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliёnt een sociale relatie onderhoudt;

  • -

    sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliёnt een sociale relatie onderhoudt.

Afwegingskader nadere regels PGB

Een persoonsgebonden budget, als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, is een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp, die tot de individuele voorziening behoort, van derden te betrekken.

 

Toegang

Een jeugdige en/of ouder (hierna: aanvrager) kan zich vanaf 2015 melden bij de gemeente met een ondersteuningsvraag. Er wordt uitgegaan van ondersteuning in de vorm van zorg in natura, wanneer een individuele voorziening wordt verstrekt. Wanneer een aanvrager zich gemotiveerd op het standpunt kan stellen waarom hij/zij de individuele voorziening die door een aanbieder wordt geleverd niet passend acht, wordt gekeken naar ondersteuning in de vorm van pgb. Een pgb is enkel toegankelijk wanneer voldaan wordt aan de criteria voor een individuele voorziening zoals beschreven in artikel 8 van de verordening jeugdhulp en volgens de regels voor pgb zoals beschreven in artikel 9 van de verordening jeugdhulp. Verder worden bij de beoordeling van een pgb jeugdhulp onderstaande regels in acht genomen.

 

Beoordeling gebruikelijke zorg

Het college beoordeelt tijdens het gesprek en/of ondersteuningsplan of er sprake is van gebruikelijke zorg, waarbij wordt gekeken naar:

  • 1.

    het type hulp dat wordt geleverd

  • 2.

    de frequentie van de hulp

  • 3.

    of er sprake is van een tijdelijke hulpvraag of van hulp over een langere periode

  • 4.

    de mate van verplichting (kan degene die de hulp levert een keer overslaan als hij/zij ziek is of op vakantie wil, of is dit niet mogelijk?)

 

Eigen verantwoordelijkheden van de budgethouder

Voor de aanvrager is het belangrijk dat zij goed weten wat het pgb inhoudt en welke verantwoordelijkheden zij daarbij hebben. De gemeente geeft voorlichting aan de aanvrager, tijdens het gesprek dat met de inwoner wordt gevoerd over zijn hulpvraag en ook later in het proces. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het inkopen van de individuele voorziening, hulpmiddel of hulp. Degene die ingeschakeld wordt voor hulp is verantwoordelijk voor het doorgeven van loongegevens aan de belastingdienst.

 

In de nadere regels pgb zijn verschillende onderwerpen opgenomen:

Algemeen

  • 1.

    Bekwaamheid aanvrager

  • 2.

    Weigeringsgronden

Regels voor professionals

  • 3.

    Kwaliteitseisen pgb professionals

  • 4.

    Hoogte pgb professional

Regels voor sociaal netwerk

  • 5.

    Beperkingsgronden pgb sociaal netwerk

  • 6.

    Hoogte pgb sociaal netwerk

  • 7.

    Kwaliteitseisen pgb sociaal netwerk

Betaling, evaluatie en overgangsrecht

  • 8.

    Betaling pgb

  • 9.

    Evaluatie

  • 10.

    Overgangsrecht

 

1. Bekwaamheid aanvrager

Om een individuele voorziening in de vorm van een pgb te ontvangen, moet een aanvrager naar het oordeel van het college in staat zijn de aan een budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Hier wordt aan voldaan wanneer:

  • 1.

    De aanvrager kan zelfstandig een redelijke waardering maken van zijn belangen ten aanzien van de zorgvraag.

  • 2.

    De aanvrager kan de aan de pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uitvoeren. Bij deze taken kan gedacht worden aan het kiezen van een zorgverlener die in de zorgvraag voldoet, het aangaan van een contract, het in de praktijk aansturen van de zorgverlener en het bijhouden van een juiste administratie.

  • 3.

    De aanvrager is goed op de hoogte van zijn rechten en plichten die horen bij het beheer van een pgb.

  • 4.

    De aanvrager kan de werkgeversplichten uitvoeren wanneer er sprake is van een ondersteuning of jeugdhulp bij 4 of meer dagen per week. Denk hierbij onder meer aan het overeenkomen van een redelijk uurloon, het doorbetalen van loon bij ziekte en het hanteren van een redelijke opzegtermijn.

2. Weigeringsgronden

Op grond van artikel 8.1.1. lid 5 van de Jeugdwet kan het college een pgb weigeren. Daarnaast kan het college een pgb weigeren wanneer:

  • 1.

    er sprake is van spoedeisende hulp, een minderjarige die een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering heeft gekregen of wanneer een jeugdige is opgenomen in een gesloten verblijfsaccommodatie;

  • 2.

    het pgb is bedoeld voor begeleiding- of administratiekosten in verband met verantwoording van het persoonsgebonden budget.

3. Kwaliteitseisen pgb professionals

Een pgb wordt verstrekt als naar oordeel van het college is gewaarborgd dat de ondersteuning van goede kwaliteit is. Het college toetst vooraf of de kwaliteit van de voorzieningen die de aanvrager van het budget wil betrekken voldoende is gegarandeerd, door middel van voldoende borging van de doelstellingen uit het pgb- en ondersteuningsplan. De belangrijkste eisen zijn dat de zorg veilig, doeltreffend en cliëntgericht geleverd wordt.

 

Voor aanbieders van professionele jeugdhulp gelden in de Jeugdwet de onderstaande specifieke kwaliteitseisen. Deze gelden ook als de zorg via een pgb geleverd wordt door professionals. Daarnaast dient de cliënt te streven naar maximale inzet van het pgb voor directe ondersteuning en zo min mogelijk naar besteding in het kader van overhead.

  • 1.

    De jeugdhulpaanbieder verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de aanvrager. De jeugdhulpaanbieder organiseert zich op zodanige wijze, voorziet zich kwalitatief en kwantitatief zodanig van personeel en materieel en dragen zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde hulp. De hulpverlener neemt bij zijn werkzaamheden de zorg van een goede hulpverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor die hulpverlener geldende professionele standaard 1 .

  • 2.

    De jeugdhulpaanbieder is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouders aan wie de jeugdhulpaanbieder jeugdhulp verleent. Een verklaring is niet eerder afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene gaat werken voor de aanvrager 2 .

  • 3.

    De kwaliteit van de voorziening moet voldoende zijn om de gestelde doelen in het gezinsplan te kunnen realiseren. De geleverde voorziening wordt afgestemd met de persoonlijke situatie van de aanvrager en eventuele andere vormen van hulp/zorg in het gezin.

  • 4.

    Systematische bewaking, beheersing en verbetering van kwaliteit van de hulpverlening 3 ;

  • 5.

    De jeugdhulpaanbieder stelt een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe wordt omgegaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling 4 .

  • 6.

    De jeugdhulpaanbieder doet melding van iedere calamiteit of geweld die bij de verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering ervan plaatsvindt.

  • 7.

    De jeugdhulpaanbieder stelt een vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak uit te oefenen 5 .

  • 8.

    De jeugdhulpaanbieder handelt volgens een privacy protocol conform artikel 13 van de verordening jeugdhulp.

4. Hoogte pgb voor professionals 6

Het tarief voor een pgb:

  • 1.

    is gebaseerd op een mede door de aanvrager opgesteld pgb-plan over hoe zij het pgb gaan besteden en op welke wijze het pgb gaat bijdragen aan de in het gezinsplan geformuleerde doelen.

  • 2.

    is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en

  • 3.

    bedraagt ten hoogste een maximum van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.

  • 4.

    er is geen verantwoordingsvrij bedrag.

 

De tarieven voor het pgb dienen in ieder geval een situatie te realiseren waarbij de aanvrager in staat wordt gesteld de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort ook echt te kunnen inkopen.

 

Uit pgb kunnen de volgende kostencomponenten niet worden betaald:

  • -

    Bemiddelingskosten;

  • -

    Administratiekosten;

  • -

    Eenmalige uitkering;

  • -

    Feestdagenuitkering;

  • -

    Reiskosten zorgverlener.

 

De maximale tarieven voor individuele voorzieningen, specialistische jeugdzorg, voor zorg in natura zijn vastgesteld tijdens de aanbestedingsprocedure door de inkoop organisatie Eindhoven.

 

In het overgangsjaar 2015 hanteert het college de volgende tarieven:

 

Voor de voorzieningen begeleiding individueel, begeleiding groep, kortdurend verblijf, persoonlijke verzorging en beschermd wonen, worden de maximum pgb-tarieven overgenomen zoals het zorgkantoor deze in 2014 voor de AWBZ hanteert:

 

 

Uurtarief

Persoonlijke verzorging

€ 27,02

Begeleiding individueel

€ 35,84

Begeleiding groep zonder vervoer

€ 44,30

Begeleiding groep met vervoer

€ 49,63

Kortdurend verblijf

€ 101,00 per etmaal

Behandeling (GGZ)

Nader te bepalen, aan de hand van afspraken.

 

Voor Voorzieningen, niet zijnde de voorzieningen genoemd onder 1, is er sprake van een tariefstelling voor het persoonsgebonden budget, te weten: maximaal 80% van het tarief dat het college heeft afgesproken voor deze diensten met gecontracteerde zorgaanbieders (ZIN) bij het inschakelen van medewerkers in loondienst bij een zorgorganisatie en voor deze diensten met gecontracteerde zorgaanbieders (ZIN) bij het inschakelen van een zelfstandige zonder personeel (zpp).

 

Het genoemde kortingspercentage geldt als uitgangspunt. Indien de Pgb budgethouder aantoont dat het tarief ontoereikend is om passende ondersteuning in te kopen, kan aanpassing plaatsvinden.

 

Als een aanvrager met het pgb een voorziening wil bekostigen die duurder is dan de natura voorziening, dan mag het pgb niet op voorhand geweigerd worden. Indien het tarief van de door de aanvrager gewenste aanbieders hoger is, blijft de hoogte van het pgb gelijk aan het tarief dat is bepaald op basis van hierboven genoemde punten. De extra kosten om de jeugdhulp uit het pgb te contracteren, worden betaald door de aanvrager 7 .

5. Beperkingsgronden pgb sociaal netwerk

Het pgb kan worden ingezet om niet-professionele zorgverleners mee te betalen. Dit kan bijvoorbeeld iemand zijn uit het sociale netwerk van de aanvrager. Tot het sociale netwerk worden personen gerekend uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt. Bij deze laatste groep kan gedacht worden aan familieleden die niet in hetzelfde huis wonen, buren, vrienden, kennissen, etc. 8 Het uitgangspunt hierbij is dat het pgb voor niet-professionele zorgverleners beperkt dient te blijven tot die gevallen waarin dit leidt tot betere en effectievere ondersteuning en doelmatiger is dan de inzet van een voorziening zorg in natura of een voorziening middels pgb door een professional. Dit ter beoordeling door het college.

 

Zorg die ingekocht wordt met een pgb kan geleverd worden door iemand uit het sociale netwerk. Voor jeugd is het alleen toegestaan voor de zorgcategorie persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, vervoer en begeleiding. Voor jeugd geldt dat een ouder zelf de zorgverlener mag zijn voor zijn of haar kind en ook gemachtigd zijn als pgb houder 9 .

 

De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden

betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk:

  • 1.

    Als de dienst zorg omvat waarvoor krachtens landelijk geldende kwaliteitscriteria een minimale opleiding vereist is, beschikt de persoon over de desbetreffende kwalificatie 10 ;

  • 2.

    Dat deze persoon een lager tarief krijgt betaald voor zijn diensten dan het ingevolge het vastgestelde tarief voor een professional;

  • 3.

    Dat deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de belanghebbende voor hem niet tot overbelasting leidt, en;

  • 4.

    Dat tussenpersonen of belangbehartigers niet uit het pgb mogen worden betaald 11 .

 

Wanneer de ondersteuningsvraag getypeerd kan worden als gebruikelijke zorg, wordt geen pgb verstrekt.

6. Hoogte pgb voor sociaal netwerk 12

De hoogte van een persoonsgebonden budget voor ondersteuning in de vorm van dienstverlening uit het sociale netwerk, bedraagt ten hoogste een maximum van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.

 

Voor ondersteuning door iemand uit het informeel netwerk geldt dat maximaal 80% van de tarieven genoemd onder punt 1 en 2.1 met een maximum van € 20,- per uur en bij kortdurend verblijf maximaal € 30,- per etmaal wordt uitgekeerd. (zie ook Pgb tarief WLZ en AWBZ). Het inzetten van ondersteuning door informele hulp is gebonden aan een aantal uitgangspunten.

 

Het genoemde kortingspercentage geldt als uitgangspunt. Indien de Pgb budgethouder aantoont dat het tarief ontoereikend is om passende ondersteuning in te kopen, kan aanpassing plaatsvinden.

7. Kwaliteitseisen pgb sociaal netwerk

Voor de inzet van mensen uit het sociale netwerk voor ondersteuning zijn de volgende kwaliteitseisen van toepassing.

  • 1.

    De persoon verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de aanvrager;

  • 2.

    De persoon is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouders aan wie de jeugdhulpaanbieder jeugdhulp verleent. Een verklaring is niet eerder afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene is gaan werken voor de aanvrager;

  • 3.

    De kwaliteit van de voorziening moet voldoende zijn om de gestelde doelen in het ondersteuningsplan te kunnen realiseren. De geleverde voorziening wordt afgestemd met de persoonlijke situatie van de aanvrager en eventuele andere vormen van hulp/zorg in het gezin;

  • 4.

    De persoon doet melding van iedere calamiteit of geweld die bij de verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering ervan plaatsvindt;

  • 5.

    De persoon stelt een vertrouwenspersoon, die vanuit de gemeente is aangesteld, in de gelegenheid zijn taak uit te oefenen wanneer dit van toepassing.

8. Betaling

Trekkingsrecht

Voor de uitbetaling wordt per 1 januari 2015 een zogenoemd trekkingsrechtmodel gehanteerd. Hierbij krijgen pgb houders geen geld meer op de eigen rekening gestort, maar wordt op factuurbasis uitbetaald aan de door de pgb-houder gecontracteerde zorgverlener. Hiervoor moeten de gemeenten de Sociale Verzekeringsbank (SVB) inschakelen. De aanvrager is verplicht zich te houden aan de door de SVB gestelde bepalingen rondom het trekkingsrecht. Niet voldoen aan de bepalingen van de SVB t.a.v. het trekkingsrecht kan tot gevolg hebben dat het pgb wordt ingetrokken.

 

Rol van de SVB

  • 1.

    De aanvrager sluit een of meerdere zorgcontracten af met zorgverleners;

  • 2.

    De gemeente voert een inhoudelijke toets uit op de contracten 13 . De SVB beoordeelt en controleert deze zorgcontracten op arbeidsrechtelijke aspecten;

  • 3.

    De aanvrager dient declaraties in bij de SVB en fiatteert deze;

  • 4.

    De SVB controleert de declaraties en betaalt uit aan zorgverlener;

  • 5.

    De SVB verzorgt het budgetoverzicht zodat de pgb-houder en de gemeente op ieder moment inzicht hebben in de uitgaven en het resterende budget;

  • 6.

    De SVB stelt een eindoverzicht op, vraagt bij aanvrager na of er nog openstaande facturen zijn en sluit hierna af;

  • 7.

    De SVB geeft gegevens over het pgb door aan het CAK of aan de gemeente voor de berekening van de ouderbijdrage (niet gesloten verblijf);

  • 8.

    Aan het einde stort de SVB het eventuele restant terug naar de gemeente.

 

De SVB zal de door de aanvrager goedgekeurde facturen toetsen op rechtmatigheid en gaat na of de inhoud overeenkomt met de inhoud van de beschikking van de gemeente.

 

Ouderbijdrage

De ouderbijdrage kan geïnd worden als een jeugdige deels of helemaal de jeugdhulp elders ontvangt. Zie artikel 8.2 van de Jeugdwet. In het concept-Besluit Jeugdwet staan in artikel 7 de hoogte van de tarieven en een aantal voorwaarden. De inning geschiedt door het CAK. Als een jeugdige deels elders verblijft wordt de hoogte van de bijdrage daarop aangepast.

 

9. Evaluatie

De gemeente zal periodiek steekproeven doen bij een aantal lopende pgb’s om de rechtmatigheid en doelmatigheid te toetsen. De gemeente gaat in gesprek met de aanvrager over de behaalde resultaten met het pgb zoals opgesteld in het ondersteuningsplan. In het ondersteuningsplan wordt opgenomen binnen welke termijn(en) de evaluatie plaatsvindt. Tevens wordt een evaluatie gedaan op de daaraan verbonden voorwaarden, waaronder de vraag of de ingekochte ondersteuning aan de kwaliteitseisen voldoet. Tijdens de evaluatie wordt bekeken of een heroverweging noodzakelijk is door te kijken naar passendheid (sluit de pgb ondersteuning aan op de behoefte) en rechtmatigheid (tegengaan van fraude en oneigenlijk gebruik). Waar noodzakelijk worden het ondersteuningsplan bijgesteld aan de nieuwe situatie en/of opnieuw vastgesteld welke specialistische hulp nodig is om de actuele ondersteuningsvraag te beantwoorden.

 

In een steekproef kunnen daarnaast jaarlijks een aantal dossiers worden onderworpen aan een intensieve controle. U moet hieraan meewerken en alle gevraagde stukken indienen bij de gemeente Oirschot. Het niet of niet volledig indienen van gevraagde stukken kan leiden tot geheel of gedeeltelijke terugvordering.

 

De toekenning eindigt wanneer:

 

  • de aanvrager verhuist naar een andere gemeente, waarbij wordt gestreefd naar een warme overdracht;

  • de aanvrager overlijdt;

  • als de indicatieperiode of geldigheidsduur is verstreken;

  • als de aanvrager aangeeft dat zijn situatie is veranderd en (de gemeente) vaststelt dat de voorziening niet meer voldoet;

  • de aanvrager geen verantwoording aflegt;

  • de aanvrager zijn PGB laat omzetten in ZIN.

 

In de beschikking wordt vermeld wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en voor welk tijdvak het persoonsgebonden budget bedoeld is. Om volstrekt duidelijk te laten zijn wat met het persoonsgebonden budget dient te worden aangeschaft en meer precies: aan welke kwaliteitseisen de individuele voorziening moet voldoen. Tevens vermeldt het college op welke wijze het persoonsgebonden budget moet worden verantwoord.

10. Overgangsrecht

In de Jeugdwet is een overgangsperiode van 1 jaar opgenomen waardoor cliënten in 2015 nog steeds kunnen beschikken over de ondersteuning die hen op grond van de AWBZ, Zorgverzekeringswet of wet op de Jeugdzorg al was toegekend. Voor de Jeugdwet geldt dat gemeenten voor het jaar 2015 op basis van het overgangsrecht gehouden zijn zorg bij bestaande indicaties te continueren. Voor de Jeugdwet is hierbij in het overgangsrecht vastgelegd dat cliënten recht hebben op continuering bij dezelfde aanbieder, indien dit redelijkerwijs mogelijk is. Dit geldt ook voor reeds afgegeven pgb’s. Een gemeente kan er wel voor kiezen de aanbieder op basis van een pgb in dat geval te contracteren als zorg in natura. 14 De aanvrager behoudt echter het recht via pgb zorg af te nemen.

 

In de periode van het overgangsrecht staat centraal dat de cliënt zijn of haar huidige indicatie met het budget moet kunnen verzilveren. In het geval dat de gemeente de geldende indicatie kan invullen met een lager budget, dan is dit toegestaan. Echter, wanneer de cliënt aantoont dat hij/zij hetzelfde zorgaanbod (binnen de bandbreedte van de CIZ indicatie) niet met een lager budget kan inkopen, dan dient de gemeente een toereikend budget beschikbaar te stellen. Dit geldt uiteraard alleen voor de periode dat de indicatie nog geldig is en uiterlijk tot 1-1-2016. Indien een gemeente niet voldoende budget beschikbaar stelt om de indicatie te verzilveren, dan kan de cliënt bezwaar aantekenen tegen de beschikking 15 .

 

De rechten vanuit het oude pgb worden tot uiterlijk 1 januari 2016 voortgezet, maar gemeenten kunnen wel eerder dan dat moment met budgethouders met ‘oude’ pgb-rechten in gesprek gaan om te komen tot een nieuw aanbod op grond van de Wmo 2015 en Jeugdwet 2015. Tot het moment dat de cliënt een nieuw aanbod, al dan niet wederom een pgb, onder nieuwe voorwaarden heeft aanvaard, blijven de condities van het bestaande pgb gelden.

NADERE REGELS INSPRAAK EN MEDEZEGGENSCHAP

 

In de verordening jeugdhulp zijn de volgende bepalingen opgenomen over inspraak en zeggenschap:

 

Artikel 15. Inspraak en medezeggenschap

  • 1.

    Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.

  • 2.

    Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.

  • 3.

    Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij tijdig worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning.

  • 4.

    Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid.

 

De gemeente Oirschot wil dat er bij ondersteuning en hulpverlening aan jeugdigen en gezinnen ruimte is voor ouders en betrokkenen om kritisch te evalueren. We streven naar medezeggenschap en inspraak voor belanghebbenden.

 

Participatieraad

Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. Om hier uitvoering aan te geven richt de gemeente een participatieraad in. De raad wisselt van samenstelling, afhankelijk van het te agenderen onderwerp. Elk lid heeft een aantal aandachtsgebieden (onderwerpen waar hij/zij zich extra in (heeft) verdiept. De wederzijdse verwachtingen, het functioneren etc. van de raad moeten nog nader worden vastgelegd.

 

Inspraakprocedure

Inspraak is een onderdeel van de voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk jeugdbeleid en de daaruit voortvloeiende verordening jeugdhulp. Enerzijds wordt aan belanghebbenden de mogelijkheid geboden om hun mening over beleidsvoornemens kenbaar te maken. Anderzijds biedt inspraak aan bestuursorganen een belangrijk hulpmiddel in het kader van de voor de beleidsvoorbereiding noodzakelijke belangenafweging. Er kan nog een derde doel mee worden gediend, namelijk het creëren van draagvlak voor beleidsvoornemens.

 

Na ter inzage legging en bekendmaking van een beleidsvoornemen, zoals aanpassing van de verordening jeugdhulp, kunnen belanghebbenden ingevolge de Awb gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren brengen.


1

Artikel 4.1.1 Jeugdwet

2

Artikel 4.1.5 Jeugdwet

3

Artikel 4.1.3 Jeugdwet

4

Artikel 4.1.6 Jeugdwet

5

Artikel 4.1.7 en 4.1.8 Jeugdwet

6

We zijn in afwachting van uitspraken van de VNG en Per Saldo over mogelijke richtlijnen met betrekking tot de hoogte van pgb tarieven

7

Handreiking pgb blz. 21 + modelverordening

8

Handreiking pgb blz. 20

9

Uitgangspunten pgb beleid Amsterdam

10

Uitgangspunten pgb beleid Amsterdam

11

Modelverordening Jeugdhulp

12

We zijn in afwachting van uitspraken van de VNG en Per Saldo over mogelijke richtlijnen met betrekking tot de hoogte van pgb tarieven

13

Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de functies/taken die worden ingekocht, het type zorgverlener (professioneel/niet-professioneel, opleidingsniveau) en het uurtarief. De gemeente toetst hiervoor de contracten die de pgb-houder afsluit aan zijn/haar persoonlijk plan. De verantwoordelijkheid voor deze toets ligt bij de gemeente. Zonder goedkeuring van de gemeente kan de SVB geen uitbetalingen doen. De SVB toetst de contracten vanuit arbeidsrechtelijk oogpunt. Denk hierbij onder meer aan het overeenkomen van een redelijk uurloon, het doorbetalen van loon bij ziekte en het hanteren van een redelijke opzegtermijn. De SVB heeft modelovereenkomsten beschikbaar waar pgb-houders gebruik van kunnen maken.

15

Handreiking pgb