Organisatie | Oud-Beijerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Raadscommissies, verordening 2008 |
Citeertitel | Verordening op de raadscommissies 2008”. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-07-2008 | 16-01-2019 | n.v.t. | 17-12-2007 De Schakel, 10-07-08 | raad |
Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2 Instelling raadscommissies
De raadscommissie Samenleving adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen (inclusief financiële afwikkeling): a. Welzijnszaken; b. Sociale zaken en werkgelegenheid; c. Cultuur; d. Vluchtelingenbeleid; e. Volksgezondheid; f. Doelgroepenbeleid; g. Leefbaarheid en wijkaangelegenheden; h. Onderwijs; i. Volwasseneneducatie; j. Kinderopvang; k. Sport; l. Recreatie; m. Toerisme.
Indien een voorstel meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp slechts in één raadscommissie besproken en waar nodig van advies voorzien. De leden van de andere commissies worden bij dit agendapunt uitgenodigd. Indien er discussie ontstaat over welke commissie de raad adviseert, beslist het presidium.
De raad kan burgerleden benoemen die in de plaats kunnen treden van de in lid 1 genoemde fractieleden. Elke fractie kan in totaal maximaal drie burgerleden voor benoeming voordragen aan de raad. Deze burgerleden dienen tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de burgerleden.
Artikel 5a Plaatsvervangend voorzitter
De raad benoemt uit zijn midden voor iedere commissie een plaatsvervangend voorzitter. Artikel 5 is op de plaatsvervangend voorzitter van toepassing.
Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en gemeentesecretaris
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep meegezonden en voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 16 Vragen m.b.t. stukken ter informatie
In de commissievergadering kunnen korte vragen gesteld worden over de stukken die ter informatie op de agenda staan opgenomen. Bij voorkeur worden de vragen 48 uur voor de vergadering doorgegeven aan de commissiegriffier. Zo mogelijk zullen de vragen direct in de vergadering beantwoord worden.
Artikel 17 Spreekrecht burgers
Ingezetenen en belanghebbenden hebben aan het begin van iedere openbare vergadering gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten spreekrecht over onderwerpen die niet op de agenda voorkomen, en wel in één termijn. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering. De voorzitter en de leden van de commissie hebben vervolgens de gelegenheid verduidelijkende vragen te stellen of opmerkingen te maken. Eventuele vragen van de commissieleden worden meteen na afloop van de termijn van de inspreker gesteld en beantwoord, over het ingesprokene kan geen discussie plaatsvinden.
Ingezetenen en belanghebbenden hebben aan het begin van ieder agendapunt gelegenheid het woord te voeren(max. 5 minuten per inspreker). De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering. De voorzitter en de leden van de commissie hebben vervolgens de gelegenheid verduidelijkende vragen te stellen of opmerkingen te maken. Eventuele vragen van de commissieleden worden meteen na afloop van de eerste termijn van insprekers gesteld en beantwoord, over het ingesprokene kan geen discussie plaatsvinden.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk vóór 16.00 uur op de dag van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover bij het woord wil voeren. De voorzitter is bevoegd niet-tijdig aangemelde sprekers toe te laten, wanneer daarvoor een gegronde reden aanwezig is.
De leden, de voorzitter, en de leden van het college hebben het recht een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient ten minste 48 uur voor de vergadering waarin het verslag wordt vastgesteld per e-mail bij de commissiegriffier te worden ingediend, die vervolgens de commissieleden over het wijzigingsvoorstel informeert.
Artikel 23 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, nadat de voorzitter het adviesvoorstel heeft geformuleerd, beslist de commissie over de inhoud van het advies en of het advies als (A)kkoordstuk of als (B)espreekpunt aan de raad wordt aangeboden. Een advies wordt een A-stuk indien de raadscommissie unaniem positief adviseert en oordeelt dat nadere beraadslaging in de raad achterwege kan blijven. De overige adviezen worden als B-stuk aan de raad aangeboden.
Hoofdstuk 5 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan de geheimhouding opheffen.
Artikel 30 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.
Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers
Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de persvrijheid aantasten.
Artikel 33 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.
Artikel 34 Ondertekening stukken
Alle stukken die van een raadscommissie uitgaan, worden door haar voorzitter en commissiegriffier ondertekend.
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.