Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montferland

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontferland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Loonkostensubsidie Participatiewet 2018
CiteertitelVerordening Loonkostensubsidie Participatiewet 2018 gemeente Montferland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-05-201801-05-2018Nieuwe regeling

26-04-2018

gmb-2018-99483

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet 2018

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet 2018

De raad van de gemeente Montferland;

 

Gelet op artikel 6, tweede lid van de Participatiewet;

Besluit vast te stellen:

de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet 2018 gemeente Montferland

Artikel 1. Vaststelling wie tot doelgroep langdurige loonkostensubsidie behoort

  • 1.

    Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep langdurige loonkostensubsidie.

  • 2.

    Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:

    • a)

      een persoon behoort tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a. van de Participatiewet, of als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet;

    • b)

      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en;

    • c)

      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie

Artikel 2. Vaststelling loonwaarde

  • 1.

    Het college gebruikt de in de bijlage omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.

  • 2.

    Hiertoe gecertificeerde medewerkers adviseren het college met betrekking tot de vaststelling van de loonwaarde van een persoon.

Artikel 3. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 4. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet 2018 gemeente Montferland.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2018.

 

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Montferland op 26 april 2018.

De griffier,

D.Berends

De voorzitter,

mr. P.de Baat MPM

Bijlage bij artikel 2 - wijze waarop loonwaarde wordt vastgesteld

 

Het college maakt gebruik van de loonwaardemethode Loonbalans van CompetenSYS. Deze methode wordt gehanteerd om de loonwaarde van een persoon te bepalen. De medewerkers die de methode toepassen zijn gecertificeerd.

 

Hierna volgt een korte beschrijving van deze methode.

 

Loonbalans is door het ministerie erkend en de methodiek vertaalt een verminderde arbeidsprestatie van een medewerker naar een betrouwbare loonwaarde. Het instrument is gevalideerd door het AKC (Arbeidsdeskundig Kenniscentrum, de Nederlandse vereniging van arbeidsdeskundigen). Uit deze validatie is gebleken dat de meting tot een valide en eenduidige loonwaardebepaling leidt. De loonwaardemeting voldoet ook aan de eisen die gesteld zijn in de Participatiewet en de daarop gebaseerde ministeriële regelingen. De loonwaardemeting vindt op een efficiënte wijze plaats en de werkgever wordt nauw betrokken bij de totstandkoming van de te bepalen loonwaarde.

 

De loonwaardemeting geeft een betrouwbare en onafhankelijke beoordeling over de hoogte van de loonkostensubsidie. De uitspraak over de loonwaarde geeft een goed beeld over het tempo, kwaliteit en inzetbaarheid van de persoon met een verminderde loonwaarde in vergelijking met een regulier, volledig inzetbare collega.

Toelichting

Algemeen

 

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet. Overeenkomstig deze bepaling dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te stellen over de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde. De regels dienen in ieder geval te bepalen:

 

  • de wijze waarop wordt vastgesteld wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, en

  • de wijze waarop de loonwaarde wordt vastgesteld.

Op 1 januari 2017 is de ‘Wet stroomlijning loonkostensubsidie Participatiewet’ in werking getreden. Dat heeft geleid tot wijziging van artikel 10d van de Participatiewet en daaraan verbonden inhoudelijke aanpassingen van de regeling met betrekking tot loonkostensubsidie.

 

In de Participatiewet is middels artikel 10d, tweede lid, een nieuwe doelgroep opgenomen voor loonkostensubsidie. Deze doelgroep is opgenomen in de verordening en betreft jongeren:

 

  • van het praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • van het voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra, of

  • van de entreeopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2., onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

die binnen 6 maanden na het verlaten van school zijn gaan werken. Het college hoeft voor deze doelgroep niet meer vast te stellen of iemand tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. De werkgever van deze jongeren kan – ook als de dienstbetrekking al tot stand is gekomen – de gemeente verzoeken de loonwaarde vast te stellen.

 

Daarnaast kan het college nog steeds op verzoek of ambtshalve vaststellen wie tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 10c van de Participatiewet). Personen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet die mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben en van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet).

 

Heeft het college vastgesteld dat een persoon behoort tot de doelgroep langdurige loonkostensubsidie en is een werkgever voornemens met die persoon een dienstbetrekking aan te gaan, dan stelt het college in beginsel de loonwaarde van die persoon vast (artikel 10d, eerste lid, van de Participatiewet). Hiervoor is geen aanvraag vereist. De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen zowel de betrokken persoon als diens (potentiële) werkgever bezwaar en beroep kunnen instellen.

 

De loonwaarde is een vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon - die behoort tot de doelgroep langdurige loonkostensubsidie - verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep langdurige loonkostensubsidie behoort (artikel 6, eerste lid, onderdeel g, van de Participatiewet).

 

In deze verordening gaat het om een andere vorm van loonkostensubsidie dan de kortdurende loonkostensubsidie zoals omschreven in de Re-integratieverordening Participatiewet. De loonkostensubsidie zoals beschreven in deze verordening kan uitsluitend worden ingezet als de persoon in kwestie behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Participatiewet: mensen met een arbeidsbeperking. Deze vorm van loonkostensubsidie is niet per definitie tijdelijk, maar kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet. Met dit instrument compenseert de gemeente werkgevers voor de verminderde productiviteit van de werknemer (zie Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 60).