ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
boom: houtachtig, opgaande beplanting, zowel vitaal als afgestorven.
- b.
struik(en): inheems houtige beplanting zonder duidelijke hoofdstam.
- c.
bos: zelfstandige (blokvormige) eenheid van beplanting die een oppervlakte grond beslaat van tien are of meer en met een breedte van 20 meter of meer.
- d.
landschapselement: aaneengesloten (lijnvormige) eenheid van struiken en/of bomen, gelegen buiten de bebouwde kom Wnb. bijvoorbeeld: bomenrij, geriefhout, knotbomen, singels, houtwallen een boomgaard.
- e.
boomgaard: een perceel grond waarop meer dan tien hoogstam fruitbomen staan die niet bedrijfsmatig en economisch geëxploiteerd worden.
- f.
houtopstand: een boom, bos, of een landschapselement.
- g.
landschappelijk waarde: de waarde die ontstaan is door een schakering van losstaande of verbonden landschapselementen en bomen. Deze elementen vormen tezamen het landschap.
- h.
cultuurhistorische waarde: de waarde van hoogteverschillen, of de bijzondere waarde van de ligging van een landschapselement. Het gaat om waarden die te herleiden zijn aan de hand van historische kaarten (voor 1940).
- i.
beeldbepalende waarde: de toegevoegde waarde van een boom of meerdere bomen binnen de stedenbouwkundige structuur.
- j.
beschadigen: het snoeien of aantasten waardoor meer dan 30% van het kroon- of wortelvolume van een boom afsterft en/of weggenomen is.
- k.
kappen: het verwijderen van het bovengrondse deel van een boom.
- l.
rooien: het met wortel en al verwijderen van een houtopstand.
- m.
vellen/velling: rooien, kappen of het verrichten van andere handelingen die de dood of beschadiging van een houtopstand tot gevolg kunnen hebben.
- n.
dunnen: kappen van een boom als verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand.
- o.
bestendig beheer: het rooien van opslag, of het regelmatig wegnemen van takken of het kappen als onderhoudsmaatregel bij een boom of struik die al eerder op een dergelijke wijze is gesnoeid. Voorbeeld: kandelaberen, knotten en afzetten.
- p.
opslag: niet aangeplant houtig gewas met een diameter van 10 centimeter of minder, wat door zaad of uitlopers is ontstaan en groeit in een sloot, berm, gras- of bouwland.
- q.
herplant: het aanplanten van een boom of bomen, struikvormers na velling.
- r.
compensatie: het herstellen en/of verbeteren van landschappelijke- cultuurhistorische waarde door het uitvoeren van een door het bevoegd gezag vastgesteld groenplan.
- s.
groenplan: een door het college goed te keuren - door de grondeigenaar opgesteld plan waarop staat wat er verwijderd wordt en waar er herplant en/of gecompenseerd wordt.
- t.
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
- u.
vergunning: omgevingsvergunning (Wabo) voor de activiteit het (doen) vellen van een houtopstand
- v.
melding: een melding overeenkomstig artikel 4.2 van de Wet natuurbescherming
- w.
Wnb: Wet natuurbescherming
- x.
bestemming: aanduiding in het bestemmings- of omgevingsplan
- y.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden.
- z.
bevoegd gezag: het bevoegd gezag overeenkomstig hetgeen in de Wabo is vastgelegd.
ARTIKEL 2: Verboden
- 1.
Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag een houtopstand te vellen.
- 2.
Het college stelt beleidsregels vast die betrekking hebben op de waarden, de criteria (artikel 4) en de voorschriften (artikel 5).
ARTIKEL 3: Vrijstellingen
De in artikel 2 in lid 1 van deze verordening gestelde verboden gelden niet voor:
- 1.
beplanting gelegen in een bos met de bestemming bos;
- 2.
houtopstanden gelegen in de bestemmingen:
- a.
- b.
(dag- en verblijfs-) recreatie;
- c.
- d.
- e.
- 3.
het vellen van coniferen, fruitbomen, wilg(en) en populier(en), met uitzondering van een boomgaard(en), knotwilg(en) en grove den(en);
- 4.
één of meerdere bomen die staan op een kavel waarop een woonhuis staat en waarvan de oppervlakte van het kadastrale perceel minder dan 500m2 bedraagt;
- 5.
één of meerdere bomen, niet behorend tot een landschapselement, met een stamdiameter tot 40 centimeter gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld;
- 6.
bestendig beheer en dunnen, mits de stamdiameter van de bomen niet meer dan 40 centimeter bedraagt, gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld;
- 7.
het vellen van bomen, of het verwijderen van een landschapselement, ter uitvoering van een door het college of de gemeenteraad van Wierden vastgesteld ruimtelijkplan en/of een groenplan.
- 8.
noodkap: kappen en snoeien van (delen van) bomen vanwege aantoonbaar gevaar voor de mens en/of de omgeving.
ARTIKEL 4: Criteria
- 1.
Een vergunning kan worden verleend indien de aanvraag voldoende is gemotiveerd, en:
- a.
er door een deskundige is aangetoond:
- •
dat een boom gevaarlijk is;
- •
dat de boom binnen 10 jaar geveld moet worden vanwege een slechte vitaliteit (gezondheid);
- •
dat er een verkeersgevaarlijke situatie is- of kan ontstaan.
- b.
de belangen van de aanvrager zwaarder wegen dan de beeldbepalende-, landschappelijke- en/of cultuurhistorische waarden en voor zover er geen gelijkwaardige alternatieven bestaan waardoor een boom (bomen) en/of landschapselement(en) behouden kan blijven.
ARTIKEL 5: Voorschriften
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen behoren:
- a.
het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzing moet worden herplant en/of gecompenseerd. In het voorschrift wordt telkens bepaald binnen welke termijn de herplant moet worden gerealiseerd en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen;
- b.
het voorschrift dat een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in een fonds waaruit landschappelijke projecten gefinancierd worden;
- c.
voorschriften ter bescherming van nabijgelegen beplanting.
ARTIKEL 6: Instandhoudings- en herplantplicht
- 1.
Indien in strijd met artikel 2 van deze verordening is gehandeld, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond en/of de overtreder de verplichting opleggen de beeldbepalende, landschappelijke en of cultuurhistorische waarden te herstellen overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door het bevoegd gezag te stellen termijn.
- 2.
Het bevoegd gezag kan het bovenstaande lid ook van toepassing verklaren in het geval er niet aan de voorschriften, zoals bedoeld in artikel 5 van deze verordening, is voldaan.
ARTIKEL 7: Nadere bepalingen
De afstand, zoals bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek, wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en voor struiken nihil.
ARTIKEL 8: Overgangsbepaling
De aanvragen, die zijn ingediend voor het in artikel 9 genoemde moment van inwerkingtreding, vallen onder de verordening die van kracht was voorafgaande aan deze verordening.
ARTIKEL 9: Slotbepaling
Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening 2018 Gemeente Wierden.
Deze verordening treedt in werking 8 dagen na bekendmaking. Op datzelfde tijdstip vervalt de Bomenverordening gemeente Wierden 2010.