Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Drank- en horecaverordening voor de gemeente Heerlen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDrank- en horecaverordening voor de gemeente Heerlen
CiteertitelDrank- en horecaverordening voor de gemeente Heerlen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 6, 18, 21 en 45 Drank- en Horecawet.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-199521-02-2014Nieuwe regeling.

06-06-1994

De Uitkijk.

2000/2331

Tekst van de regeling

Intitulé

Drank- en horecaverordening voor de gemeente Heerlen

 

 

AFDELING 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

ARTIKEL 1
  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Drank- en Horecawet;

    • b.

      horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a van de wet;

    • c.

      horecawerkzaamheid: een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c van de wet;

    • d.

      lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b van het Besluit Inrichtingseisen Drank- en Horecawet;

    • e.

      sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van vijftien graden Celsius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;

    • f.

      alcoholhoudende drank: de drank, die bij een temperatuur van vijftien graden Celsius voor anderhalf of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat;

    • g.

      zwak-alcoholische drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;

    • h.

      inrichting: de besloten ruimte, waarin een in artikel 3, eerste lid, onder a van de Drank- en Horecawet bedoeld bedrijf of de in dat artikellid, onder c bedoelde werkzaamheid wordt uitgeoefend, met - voor zover zij te zamen daarmee tot dat doel in gebruik zijn - de open aanhorigheden daarvan en de in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen gedeelten van de openbare weg;

    • i.

      bevoegd orgaan: de burgemeester dan wel burgemeester en wethouders, ieder voor zover het zijn/hun bevoegdheid betreft;

  • 2.

    Artikel 1 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.

AFDELING 2 AANVULLENDE INRICHTINGSEISEN

ARTIKEL 2

In een inrichting waarin een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid wordt uitgeoefend, moet één lokaliteit een oppervlakte hebben van ten minste 50 m².

ARTIKEL 3

In een inrichting waarin een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid wordt uitgeoefend mag vóór de toiletten geen voor mannen zowel als vrouwen toegankelijk voorportaal aanwezig zijn.

ARTIKEL 4

In een inrichting dient achter het buffet of op een nabij de hoofdingang gelegen plaats, welke uitsluitend toegankelijk is voor het bedienend personeel, een voorziening aanwezig te zijn waarmee in elke tot de inrichting behorende lokaliteit de in artikel 7 van het Besluit Inrichtingseisen Drank- en Horecawet voorgeschreven verlichtingssterkte gelijktijdig kan worden ontstoken.

ARTIKEL 5
  • 1.

    Het bevoegd orgaan kan ontheffing verlenen van de eisen gesteld in de artikelen 2, 3 en 4.

  • 2.

    Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 3.

    Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

ARTIKEL 6

Tegen een besluit waarbij een ontheffing is geweigerd, ingetrokken of gewijzigd of voorschriften aan een ontheffing zijn verbonden of een ontheffing onder beperkingen is verleend, kunnen belanghebbenden beroep instellen bij Gedeputeerde Staten van Limburg.

ARTIKEL 7
  • 1.

    Het bepaalde in artikel 2 is niet van toepassing op inrichtingen, waarvoor op 31 oktober 1967 een vergunning of een Verlof A ingevolge de Drank- en Horecawet 1931, Stb. 476, gold (al dan niet met toepassing van de wet van 14 april 1960, Stb. 155).

  • 2.

    Aan het bepaalde in artikel 3 en 4 behoeft niet te worden voldaan door de ondernemer aan wie op het tijdstip van het in werking treden van de Drank- en Horecaverordening vastgesteld bij raadsbesluit van 6 september 1983 een vergunning krachtens artikel 3, lid 1, sub a of c van de Drank- en Horecawet is verleend.

Aan bedoeld voorschrift behoeft evenmin te worden voldaan door de ondernemer die voor het tijdstip van het in werking treden van de Drank- en Horecaverordening vastgesteld bij raadsbesluit van 6 september 1983 de in dit lid genoemde vergunning had aangevraagd.

AFDELING 3 BEPERKING VERSTREKKING STERKE DRANK

ARTIKEL 8

Het is verboden anders dan om niet, in welke vorm dan ook, sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is voor het verstrekken van geringe eetwaren, zoals een friture, broodjeszaak, koffieshop e.d.;

  • b.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is voor het geven van onderwijs;

  • c.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdverenigingen, organisaties of -instellingen;

  • d.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in exploitatie is bij een of meerdere sportverenigingen, -organisaties of -instellingen;

  • e.

    die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf.

ARTIKEL 9

Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 8.

ARTIKEL 10

Het is verboden anders dan om niet, in welke vorm dan ook, sterke drank voor gebruik ter plaatse en bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in inrichtingen, gelegen op een terrein waarop een kermis of een soortgelijke vermakelijkheid wordt gehouden, gedurende de tijd dat zulk een vermakelijkheid plaatsvindt.

ARTIKEL 11
  • 1.

    Het bevoegd orgaan kan ontheffing verlenen van de verboden als bedoeld in de artikelen 8 en 10.

  • 2.

    Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 3.

    Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

AFDELING 4 HOGERE LEEFTIJDSGRENZEN VOOR PERSONEEL VAN INRICHTINGEN

ARTIKEL 12

Het is degene die een horecabedrijf uitoefent in een inrichting waarvoor door de burgemeester een ontheffing van het sluitingsuur ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Heerlen is verleend tot het exploiteren van een nachtzaak, verboden in die onderdelen van de inrichting waarin alcoholhoudende drank wordt verstrekt, gedurende de tijd dat zij daartoe voor het publiek geopend zijn, personen beneden de leeftijd van 21 jaar dienst te laten doen.

ARTIKEL 13
  • 1.

    Het bevoegd orgaan kan ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 12.

  • 2.

    Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 3.

    Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

AFDELING 5 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

ARTIKEL 14

Indien zich publiek in een lokaliteit bevindt, moet de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte, gemeten op 1,5 meter boven de vloer, over de gehele oppervlakte van die lokaliteit ten minste 5 lux bedragen.

ARTIKEL 15

Indien zich publiek in een inrichting bevindt dienen de ruimten waarin zich de toiletten bevinden, de directe toegang tot deze ruimten, alsmede de entreeruimten voorzien te zijn van een zodanige verlichting dat de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte, gemeten op ongeveer 2 meter boven de vloer, over de gehele oppervlakte ten minste 10 lux bedraagt.

ARTIKEL 16

De houder van een inrichting is verplicht er voor zorg te dragen dat de voorzieningen bedoeld in artikel 11 van het Besluit Inrichtingseisen Drank- en Horecawet, bruikbaar zijn en in zindelijke staat verkeren.

ARTIKEL 17

Overtreding van het bepaalde in de artikelen 14, 15 en 16 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Artikel 70 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

AFDELING 6 SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 18

Alle op het tijdstip van het in werking treden van deze verordening verleende ontheffingen, gebaseerd op de onder I genoemde verordening, worden geacht te zijn verleend overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

ARTIKEL 19

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

ARTIKEL 20
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel: "Drank- en Horecaverordening voor de gemeente Heerlen".

  • 2.

    Zij treedt in werking op de dag na die, waarop zij is bekendgemaakt.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 6 juni 1994.

de loco-secretaris, de voorzitter,

M.C. van Helden drs J.B.V.N. Pleumeekers