Organisatie | Servicepunt71 |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 houdende beloning Beloningsbeleid Servicepunt71 |
Citeertitel | Beloningsbeleid Servicepunt71 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Bezoldigingsregeling Servicepunt71.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-05-2018 | 01-01-2016 | 26-07-2018 | nieuwe regeling | 14-04-2016 |
Het bestuur van Servicepunt71,
gelet op Hoofdstuk 3 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR/UWO);
alsmede gelet op het Reglement Mandaat, Machtiging en Volmacht Servicepunt71;
met instemming van het Georganiseerd Overleg op 23 februari 2016
Het salaris van de ambtenaar van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, wordt vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in de bijlage van hoofdstuk 3 van de CAR/UWO.
De ambtenaar die in de aanloopschaal is aangesteld, wordt bij voldoen aan de aan de functie gestelde eisen, blijkend uit een vastgestelde beoordeling, in de voor de ambtenaar geldende salarisschaal geplaatst.
De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste keer met ingang van de eerste dag van de maand waarin na vaststelling van zijn salaris een jaar is verstreken en vervolgens telkens na een jaar.
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede en/of uitstekende vervulling van de betrekking, zoals blijkend uit een vastgestelde beoordeling.
Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, blijkend uit een vastgestelde beoordeling, kan worden bepaald dat voor hem de in het eerste en tweede lid bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten. Indien daartoe wordt besloten, wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.
Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het vorige lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend, voor zover alsnog is vastgesteld dat het functioneren van de ambtenaar daartoe aanleiding geeft. De basis hiervoor is een vastgestelde beoordeling.
3.2 Toelage onregelmatige dienst
In geval van verhindering als gevolg van ziekte, zoals bedoeld in hoofdstuk 7 van de CAR/UWO, wordt de toelage onregelmatige dienst tot de bezoldiging gerekend. Na een ziekte periode van zes weken aaneengesloten, wordt de hoogte van de toelage voor de verdere duur van verhindering, bepaald op het gemiddelde van het bedrag dat gedurende 24 maanden, voorafgaand aan de eerste dag van verhindering, aan de ambtenaar is toegekend.
3.3 Toelage beschikbaarheidsdienst
De perioden waarin en de tijdstippen waarop de ambtenaar zich daadwerkelijk beschikbaar dient te houden worden zodanig geregeld, dat een periode, waarin deze dienst wordt verricht, niet langer duurt dan een week en wordt gevolgd door een periode van ten minste een week waarin de ambtenaar vrij is van de beschikbaarheiddienst.
In geval van verhindering als gevolg van ziekte, zoals bedoeld in hoofdstuk 7 van de CAR/UWO, wordt na een ziekteperiode van zes weken aaneengesloten de hoogte van de toelage voor de verdere duur van verhindering, bepaald op het gemiddelde van het bedrag dat gedurende 24 maanden, voorafgaand aan de eerste dag van verhindering, aan de ambtenaar is toegekend.
4.1 Lokale vergoeding BHV (Bedrijfshulpverlening)
Indien de ambtenaar, al dan niet als gevolg van ziekte, periode(n) van langer dan zes weken aaneengesloten verhinderd is geweest de in het eerste lid genoemde taken te verrichten, word(t)(en) deze periode(n) voor de berekening van de jaarlijkse vergoeding in mindering gebracht, waarbij een deel van een week naar beneden op hele week wordt afgerond.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van Servicepunt71 op 14 april 2016.
voorzitter,
dhr. M.H. van der Eng
waarnemend secretaris,
dhr. R.L.W.M.R. Cortjens
Bij het opstellen van deze beleidsregels is de systematiek van het hoofdstuk 3 van de CAR gevolgd, in die zin dat de nummering van de paragrafen overeen komt met de corresponderende paragrafen van het genoemde hoofdstuk 3.
3.3 Toelage beschikbaarheidsdienst
Deze toelage wordt niet toegekend voor de uren die men op basis van afspraken van de thuiswerkregeling verricht.
Op grond van overgangsrecht hoofdstuk 3 CAR, blijft voor degenen die reeds voor 1 januari 2016 op grond van lokaal beleid een afbouwvergoeding kregen, de lopende afbouwtoelage van kracht.
Lid 1 en 2. Op grond van het overgangsrecht paragraaf 6, hoofdstuk 3 CAR (LOGA brief 7 juli 2015 Lbr. 15/054) en de dienaangaande in het gemeenschappelijk Georganiseerd Overleg van 7 oktober 2015 overeengekomen derde rekenregel, blijven de in dit artikel genoemde vergoedingen van kracht voor de ambtenaar die uiterlijk op 31 december 2015 tot bedrijfshulpverlener is aangewezen.
Voor degenen die vanaf 1 januari 2016 worden aangewezen voor BHV, geldt de vergoeding van € 220,00 zoals genoemd in de CAR-UWO (hoofdstuk 3, paragraaf 4, artikel 3:17).
De overige artikelleden van 4.1 – m.b.t. uitbetaling etc. – hebben betrekking op beide groepen BHV-ers.