Organisatie | Woudrichem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenverordening |
Citeertitel | Bomenverordening 1999 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De artikelen 4:10 t/m 4:12b en artikel 6:4 van de Algemene plaatselijke verordening Woudrichem 2009 zijn in werking getreden ingevolge het besluit van het college d.d. 25 mei 2010, op 16 juli 2010, zijnde de dag na de openbare bekendmaking van dat besluit in het Altena Nieuws d.d. 15 juli 2010. Hieruit volgt dat m.i. 16 juli 2010 de Bomenverordening 1999 is ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | 16-07-2010 | nieuwe verordening | 20-12-1999 Altena Nieuws 11-10-2005 | nr. 16 agendapunt 19 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
boom: een houtachtig,overblijvend gewas met een dwars doorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid (drie stammen of meer) geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. In het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht kunnen voorschriften gesteld en maatregelen genomen worden voor bomen kleiner dan 10 centimeter dwarsdoorsnede op 1,3 meter boven het maaiveld;
boomwaarde: het getal dat wordt gevonden door vermenigvuldiging van verschillende factoren, zoals de oppervlakte in cm2 van de dwarsdoorsnede op 1,3 meter boven het maaiveld, de geïndexeerde eenheidsprijs per cm2, de standplaatswaarde, de conditiewaarde, de waarde van de plantwijze, enz., één en ander bekend onder de naam "Methode Raad", overeenkomstig de laatstbekende richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van beëdigde Taxateurs van Bomen.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstanden buiten de bebouwde kom in de zin van de Boswet, indien het betreft:
houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondememingen en niet gelegen is binnen een bebouwde kom tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en, ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totale aantal rijen, niet meer bomen omvat dan 20;
Wanneer de team-manager van de Landelijke Service bij Regelingen (LASER) van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan burgemeester en wethouders een afschrift heeft toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwen burgemeester en wethouders dit afschrift mede als een vergunningaanvraag.
De vergunning wordt geacht te zijn geweigerd, indien geen beslissing is genomen binnen de wettelijke beslistermijn als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.
Indien een vergunning wordt verleend of geweigerd, wordt deze beslissing direct openbaar gemaakt in een lokaal dag- of nieuwsblad.
Artikel 8 Vervaltermijn vergunning
De definitieve vergunning als bedoeld in het vorig artikel vervalt, indien daarvan niet binnen maximaal een jaar na afgifte volledig gebruik is gemaakt.
Artikel 9 Bijzondere vergunningsvoorschriften
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant. Indien het gemeentelijk beleid of een bestemmings-, bomen-, groen-, of landschapsplan de te vellen houtopstand direct of indirect als waardevol omschrijft, wordt, zo vaak mogelijk, een herplantplicht opgelegd.
Artikel 10 Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand beyond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is,de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 11 Overgang herplantplicht
Behoudens in de gevallen, dat artikel 4 van de Boswet van toepassing is, is degene, die de eigendom van de grond, waarop een herplantplicht rust, overdraagt of een gebruiksrecht daarop vestigt of overdraagt, verplicht aan de verkrijger kennis te geven van het bestaan van de verplichting tot herbeplanting en van haar omvang en daarvan uitdrukkelijk in de akte van vestiging of overdracht te doen blijken.
Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17, juncto artikel 13, vierde lid, van de Boswet.
Artikel 13 Afstand van de erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heggen en heesters.
Artikel 14 Bestrijding van iepeziekte
Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van de iepeziekte of voor vermeerdering van de iepespintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen een termijn van veertien dagen:
Artikel 15 Verhouding tussen kap- en bouw- of aanlegvergunning
Een kapvergunning kan worden geweigerd, nadat een bouw- of aanlegvergunning is verleend, indien de rechthebbende aanvrager van een kapvergunning niet, of niet tijdig, of niet volledig de aanwezigheid heeft gemeld van een beeldbepalende of anderszins waardevolle houtopstand aan burgemeester en wethouders.
Artikel 17 Uitzicht belemmerende beplanting
De rechthebbende op een boom, heg, struik of andere beplanting welke aan het wegveikeer het vrije uitzicht kan belemmeren of daarvoor op andere wijze hinder of gevaar kan opleveren, is verplicht deze beplanting te snoeien, of op te binden, of te verwijderen na aanschrijving door burgemeester en wethouders, binnen een door hen te stellen termijn en overeenkomstig hun aanwijzingen.
Artikel 18 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN
Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, dan wel een voorschrift onderscheidelijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet nakomt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.
Met de opsporing van de in deze afdeling strafbaar gestelde feiten zijn behalve de ambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
Artikel 20 Betreden van gebouwenterreinen
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van enig voorschrift van deze afdeling dit vereist, wordt hierbij aan hen die met de zorg voor de naleving daarvan zijn belast of daaraan moeten meewerken, de last verstrekt gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen to betreden, desnoods tegen de wil van de rechthebbende.