| Organisatie | Regio Gooi en Vechtstreek |
|---|---|
| Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
| Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Toelage Beschikbaarheidsdienst Regio Gooi en Vechtstreek |
| Citeertitel | Uitvoeringsregeling Toelage Beschikbaarheidsdienst Regio Gooi en Vechtstreek |
| Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp | Uitvoeringsregeling Toelage Beschikbaarheidsdienst |
| Externe bijlagen | Overzicht functies vaste maandelijkse toelage Overzicht functies toepassing Uitvoeringsregeling |
Geen
Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 05-05-2018 | 01-01-2017 | 01-01-2020 | Aanpassing regeling | 04-05-2018 | 18.0002248 |
Het Dagelijks Bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek
De noodzaak om de volgende aanpassingen door te voeren:
• artikel 7, lid 5 is aangevuld met “met dien verstande dat de vermelde percentages in artikel 3:18 ARH met 25 worden opgehoogd”. Dit heeft een positief effect voor de functies in een crisissituatie/tbv GHOR/als arts van de GGD. Voor de overige functies geldt dat er geen nadelig/positief effect is opgetreden;
• bijlage 1, bij onderdeel crisisfuncties: nieuwe functie “medewerker beleidsuitvoering I (werknaam: medewerker/onderzoeker Veilig Thuis)” binnen de RVE Maatschappelijke Dienstverlening toegevoegd;
• functiebenamingen in de 2 bijlagen zijn -voor zover ingedeeld- in overeenstemming gebracht met het functiewaarderingssysteem HR21.
De instemming van de Regio ondernemingsraad d.d. 27 maart 2018 (18.0002615) met de aanpassing van deze regeling;
De bereikte overeenstemming in het Georganiseerd Overleg d.d. 26 maart 2018 terzake de inhoud van deze regeling;
Vast te stellen de navolgende:
Uitvoeringsregeling Toelage Beschikbaarheidsdienst Regio Gooi en Vechtstreek
Artikel 2 Ambtenaren die onder de werking van de sector-CAO Ambulancezorg vallen
Deze uitvoeringsregeling is niet van toepassing op ambtenaren die onder de werking van de CAO sector ambulancezorg vallen.
Artikel 4 Vaststelling functies waarop deze regeling van toepassing is
Het dagelijks bestuur stelt in overleg met de OR Regio de wijzigingen vast in bijlage 1 Overzicht functies waarop de Uitvoeringsregeling Toelage Beschikbaarheidsdienst van toepassing is.
Artikel 6 Vergoeding voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten
De ambtenaar die beschikbaarheidsdiensten verricht in een functie zoals vermeld in bijlage 2 ontvangt maandelijks een naar rato bepaalde vaste vergoeding. De hoogte van deze vergoeding is bepaald op basis van lid 1 van dit artikel uitgaande van een fulltime dienstverband en een vast aantal zon- en feestdagen per jaar.
De ambtenaar die valt onder de standaardregeling voor de werktijden, ontvangt over de tijdens de beschikbaarheidsdienst gewerkte uren die buiten het dagvenster (= tussen 22.00 tot 07.00 uur) vallen, een buitendagvenstertoelage op grond van artikel 3:12 ARH. Voor gewerkte uren binnen het dagvenster (= tussen 07.00 tot 22.00 uur) ontvangt de ambtenaar geen buitendagvenstertoelage.
Artikel 7 Vergoeding voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten voor een functie in een crisissituatie / ten behoeve van de GHOR / als arts van de GGD
1. Aan de ambtenaar die door het dagelijks bestuur schriftelijk is aangewezen voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten, in een functie in een crisissituatie/ten behoeve van de GHOR/als arts van de GGD wordt een toelage toegekend.
In afwijking van artikel 3:13 ARH bedraagt het percentage van de toelage:
16% van het uurloon voor de uren op zaterdag, zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:5 derde lid en 4:2:1:0 ARH.
2. Het uurloon is voor de toepassing van dit artikel maximaal gelijk aan het uurloon dat behoort bij het maximumsalaris van salarisschaal 7.
3. De tijd waarin de ambtenaar kan worden opgeroepen (= beschikbaarheidsdienst) geldt niet als werktijd.
4. Als de ambtenaar wordt opgeroepen tijdens de beschikbaarheidsdienst en aan het werk moet, geldt dat als werktijd. De werktijd vangt aan op het moment dat de ambtenaar vertrekt naar de werkplek.
5. De ambtenaar heeft over alle, met uitzondering van de normale voor de ambtenaar geldende werktijden, tijdens de beschikbaarheidsdienst gewerkte uren recht op een overwerkvergoeding op grond van artikel 3:18 ARH met dien verstande dat de vermelde percentages in artikel 3:18 ARH met 25 worden opgehoogd.
6. Ook de ambtenaar die een functie bekleedt met functieschaal 11 of hoger heeft recht op een overwerkvergoeding conform artikel 3:18 ARH waarbij de vergoeding op basis van het werkelijke salaris van de ambtenaar wordt gebaseerd.
Artikel 8 Toekennen extra vakantie voor beschikbaarheidsdiensten (art. 6:2:1 lid 4 ARH Nadere regels)
Het is niet mogelijk om in dezelfde periode beschikbaarheidsdiensten te draaien voor verschillende functies/taken.
Artikel 10 Verplaatsingskosten
Voor de vergoeding van de gemaakte reiskosten, na oproep, is de Verplaatsingskostenregeling Regio Gooi en Vechtstreek van toepassing. Er is sprake van dienstreizen.
De ambtenaar van wie buiten zijn toedoen de toelage beschikbaarheidsdienst blijvend wordt verlaagd of beëindigd, heeft recht op een afbouwtoelage conform artikel 3:16 ARH.
Vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek op d.d. 12 april 2018.
J.J. Bakker
secretaris
P.I. Broertjes
voorzitter
Artikel 4 Vaststelling functies waarop deze uitvoeringsregeling van toepassing is
In de bijlagen 1 en 2 van deze uitvoeringsregeling zijn de functies opgenomen waarop deze uitvoeringsregeling van toepassing is. Wijzigingen in deze bijlagen worden vastgesteld door het dagelijks bestuur in overleg met de OR Regio.
Sommige functies brengen met zich mee dat men er altijd rekening mee moet houden dat men voor werk wordt opgeroepen maar dat men zelden of nooit daadwerkelijk wordt opgeroepen. Denk hierbij aan de communicatieadviseur die ’s nachts gebeld kan worden om een persbericht op te stellen of een beleidsmedewerker die onverwachte vragen van het bestuur moet beantwoorden. Hierbij gaat het om incidenten die bij het werk horen. De beschikbaarheidsdienst is voor onvoorziene maar niet-incidentele werkzaamheden. Daarom kent de Arbeidstijdenwet ook regels voor de beschikbaarheidsdienst. Deze kan op grond van artikel 5:9 van de Arbeidstijdenwet alleen in beperkte omvang en gedurende afgebakende periodes worden opgelegd.
Buiten de normale voor de ambtenaar geldende werktijden: In sommige functies is de medewerker tijdens de vastgestelde werktijd bereikbaar voor onvoorziene omstandigheden. In dat geval is er geen sprake van beschikbaarheidsdienst in de zin van dit artikel.
Artikel 5 Schriftelijke aanwijzing
Aan ambtenaren wordt nooit zonder meer de verplichting tot het verrichten van beschikbaarheidsdiensten opgelegd. Wanneer er ambtenaren nodig zijn voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten wordt in eerste instantie uitgegaan van vrijwillige aanmelding. Indien onvoldoende ambtenaren zich voor deze diensten aanmelden zal het dagelijks bestuur ambtenaren aanwijzen op grond van artikel 2:1B lid 2 onder c van de ARH. In afwijking van het hiervoor genoemde artikel vindt schriftelijke aanwijzing tevens plaats indien deze diensten op gemiddeld minder dan zestig kalenderdagen in een periode van twaalf maanden zullen moeten worden verricht.
Indien de ambtenaar die beschikbaarheidsdiensten gaat verrichten reeds een aanstelling heeft bij de Regio, wijzigt zijn aanstelling niet. De aanwijzing voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten is een extra taak van de ambtenaar.
Indien de ambtenaar geen aanstelling heeft bij de Regio en wordt aangewezen voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten, wordt de ambtenaar aangesteld op basis van bijvoorbeeld een 1-uursaanstelling. Voor de daadwerkelijk gewerkte uren wordt een toelage uitbetaald. Bij een aanstelling van 1 uur per week is er sprake van onder andere pensioenopbouw, opbouw Individueel Keuze Budget (IKB) en opbouw vakantie-uren over 1 uur per week. Deze 1 uur per week kan eventueel worden ingezet voor bijvoorbeeld scholing en vergaderingen. Dit uur wordt niet verrekend met de daadwerkelijk gewerkte uren, voortkomend uit een beschikbaarheidsdienst.
De ambtenaar kan een verzoek doen tot (tijdelijke) intrekking van de aanwijzing voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten, bijvoorbeeld in verband met zwangerschap of persoonlijke omstandigheden.
De ambtenaar die beschikbaarheidsdienst heeft, is verplicht om gehoor te geven aan een oproep om werkzaamheden te verrichten. Het is niet noodzakelijk dat deze werkzaamheden op de werkplek worden verricht; in voorkomende gevallen kunnen de werkzaamheden ook vanuit huis worden verricht.
Artikel 6 Vergoeding voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten
De toelage beschikbaarheidsdienst wordt achteraf aan de ambtenaar uitbetaald, nadat de ambtenaar de uren heeft gedeclareerd in het personeelsinformatiesysteem met uitzondering van de functie genoemd in bijlage 2.
De toelage beschikbaarheidsdienst is pensioengevend en 8% wordt meegenomen in de opbouw van het IKB.
De buitendagvenstertoelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon van de ambtenaar. Daarnaast worden de buiten het dagvenster gewerkte uren in tijd gecompenseerd op een zo vroeg mogelijk tijdstip. De ambtenaar maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende. De uren die buiten het dagvenster gewerkt worden kunnen niet omgezet worden in vakantieverlof of in spaaruren.
De buitendagvenstertoelage is pensioengevend en 8% wordt meegenomen in de opbouw van het IKB.
De ambtenaar heeft bij ongeschiktheid wegens ziekte vanaf de 1e arbeidsongeschiktheid recht op doorbetaling van de toelage beschikbaarheidsdienst conform artikel 7:3 ARH. Indien de hoogte van de toelage beschikbaarheidsdienst aan wisselingen onderhevig was, wordt de hoogte van de doorbetaling van de toelage vastgesteld op het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden.
Artikel 7 Vergoeding voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten voor een functie in een crisissituatie/ten behoeve van de GHOR/als arts van de GGD
Tekst LOGA-brief d.d. 5 juni 2015, nr. ECWGO/U201500965 Lbr: 15/046, CvA/LOGA 15/09.
Na de publicatie van de eerste versie van het nieuwe hoofdstuk 3, hebben LOGA-partijen van verschillende kanten berichten ontvangen die er op wijzen dat integrale invoering negatief uitwerkt voor de groep artsen in dienst van GGD en GHOR. Daardoor gaat de beloning van deze artsen substantieel 'uit de pas lopen' ten opzichte van de beloning van artsen in vergelijkbare functies in andere sectoren van de gezondheidszorg. Dit effect is een gevolg van het aftoppen van de toelage beschikbaarheidsdienst op het maximum van salarisschaal 7 en het niet uitbetalen van overwerk bij functies die zijn ingeschaald in salarisschaal 11 en hoger.
Van een soortgelijke situatie is sprake rond het zogenaamde 'crisispikeť; beschikbaarheidsdiensten die door zowel medewerkers van gemeenten als veiligheidsregio's worden vervuld. Deze worden in veel gevallen vergoed overeenkomstig de veel hogere vergoeding piketdienst voor de beroepsbrandweer (hoofdstuk 20 CAR).
LOGA-partijen realiseren zich dat de verschillen in sommige gevallen zo groot (kunnen) zijn, dat als gevolg daarvan bezettingsproblemen kunnen gaan ontstaan. Gegeven het feit dat eenvoudige oplossingen voor dit probleem op dit moment niet voor handen zijn, hebben LOGA-partijen besloten om de toelageregelingen voor beschikbaarheidsdiensten (artikel 3:13) en overwerk (artikel 3:18) in hoofdstuk 3 uitsluitend in de hierboven genoemde gevallen niet dwingend op te leggen.
De toelage beschikbaarheidsdienst wordt achteraf aan de ambtenaar uitbetaald, nadat de ambtenaar de uren heeft gedeclareerd in het personeelsinformatiesysteem met uitzondering van de functie genoemd in bijlage 2.
De toelage beschikbaarheidsdienst is pensioengevend en 8% wordt meegenomen in de opbouw van het IKB.
De overwerkvergoeding bestaat uitsluitend uit een bedrag. De percentages genoemd in artikel 3:18 lid 2 ARH worden vermeerderd met 100%. Er is dus geen sprake van verlofopbouw.
De overwerkvergoeding is niet pensioengevend en wordt niet meegenomen in de opbouw van het IKB.
De ambtenaar heeft bij ongeschiktheid wegens ziekte vanaf de 1e arbeidsongeschiktheid recht op doorbetaling van de toelage beschikbaarheidsdienst conform artikel 7:3 ARH. Indien de hoogte van de toelage beschikbaarheidsdienst aan wisselingen onderhevig was, wordt de hoogte van de doorbetaling van de toelage vastgesteld op het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden.
Artikel 8 Toekennen extra vakantie voor beschikbaarheidsdiensten (artikel 6:2:1 lid 4 ARH Nadere regels)
De extra vakantie wordt achteraf aan het begin van een nieuw kalenderjaar toegekend door het team P&O. Voordat extra vakantie wordt toegekend, moet komen vast te staan dat de betreffende medewerker daadwerkelijk was ingeroosterd voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten in het afgelopen kalenderjaar.
Artikel 10 Verplaatsingskosten
De reiskostenvergoeding wordt achteraf aan de ambtenaar uitbetaald, nadat de ambtenaar de reiskosten heeft gedeclareerd in het personeelsinformatiesysteem.