Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen

Beleidsregels Loonkostensubsidie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatiemodulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels Loonkostensubsidie
CiteertitelBeleidsregels Loonkostensubsidie
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBeleidsregels Loonkostensubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-09-2016Nieuwe regeling

26-09-2016

bgr-2018-673

Besluit dagelijks bestuur MGR d.d. 26 september 2016

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Loonkostensubsidie

Subsidieverlening en subsidievaststelling

Artikel 10d van de Participatiewet geeft aan dat het college van burgemeester en wethouders (verder aangeduid als het college) een loonkostensubsidie verleent als een dienstbetrekking tot stand komt tussen een werkgever en een kandidaat die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.

Het DB bepaalt dat:

Een 0-urencontract gekwalificeerd wordt als een dienstbetrekking.

De loonkostensubsidie wordt bevoorschot in twee termijnen, in de tweede maand van de dienstbetrekking en in de zevende maand van de dienstbetrekking of, indien er sprake is van een dienstbetrekking die 6 maanden of korter duurt, in de tweede en in de vierde maand. Dit geldt niet voor een 0-urencontract omdat hierbij het aantal uren dat er gewerkt wordt niet vast ligt. Bij een 0-urencontract vindt er pas een uitbetaling van de subsidie plaats nadat over een periode van één half jaar dan wel een heel jaar, afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst, er loonstroken zijn verstrekt door de werkgever. In dat geval wordt over die periode de subsidie ook direct vastgesteld.

Voor de subsidievaststelling de werkgever de door het college noodzakelijk geachte documenten dient te verstrekken. Indien deze documenten niet verstrekt worden en er verder geen ander bewijs is waaruit blijkt hoeveel uren de kandidaat heeft gewerkt, heeft dat tot gevolg dat de loonkostensubsidie op een lager bedrag of zelfs op nul wordt vastgesteld.

1.2 Verrekening ziekteperiodes

Artikel 10d, tiende lid van de Participatiewet geeft aan dat geen subsidie wordt verstrekt door het college over de periode waarop recht bestaat op een Ziektewet-uitkering.

Het DB bepaalt dat:

1.2.1 Indien de werknemer ziek is geweest en het kan de werkgever niet verweten worden dat er geen beroep op een Zw-uitkering kan worden gedaan, dan komt de werkgever over de betreffende periode wel in aanmerking voor de loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet.

1.2.2 Bij de subsidievaststelling , in de maanden dat er recht op een Ziektewet-uitkering bestaat, de dagen waarop de werknemer ziek is geweest van het aantal werkdagen afgetrokken wordt en het maandloon herrekend wordt. Vervolgens wordt over dat bedrag de loonkostensubsidie berekend overeenkomstig artikel 10d, vierde lid. Ten behoeve van deze berekening dienen door de werkgever alle loonstroken toegestuurd te worden.

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van de MGR tijdens de vergadering van 26 september 2016,

De secretaris,

J. Hol

De voorzitter,

Drs. H.M.F. Bruls