Organisatie | modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut MGR Rijk van Nijmegen 2015 |
Citeertitel | Treasurystatuut MGR Rijk van Nijmegen |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Treasurystatuut MGR Rijk van Nijmegen |
Geen
wet Wet financiering decentrale overheden
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 17-06-2015 | Besluit algemeen bestuur d.d. 17 juni 2015 |
In dit statuut wordt verstaan onder:
het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;
al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren, zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);
de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjareninvesteringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;
een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de MGR bij aanvang van het jaar;
de risico’s van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;
het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;
een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;
de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;
de omvang van het risico van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten door rentewijzigingen;
een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van het begrotingstotaal van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar;
het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningsvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding;
toekomstverwachting over de renteontwikkeling;
het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;
de verplichting voor decentrale overheden om hun middelen aan te houden bij het ministerie van Financiën. Voor de middelen beneden het drempelbedrag (een percentage van het begrotingstotaal) geldt deze verplichting niet.
alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, financiering, kasbeheer en debiteuren-en crediteurenbeheer;
het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.
Artikel 4. Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De MGR mag middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie, indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit statuut.
1. De MGR beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren:
2. Tevens beperkt de MGR de koersrisico’s door, conform artikel 8, de looptijd van uitzettingen zoveel mogelijk af te stemmen op een liquiditeitenplanning.
Artikel 7. Kredietrisicobeheer
Met betrekking tot het kredietrisicobeheer geldt dat uitzettingen uitsluitend plaatsvinden bij:
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Artikel 11. Langlopende uitzettingen
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Voorafgaande aan het uitzetten van middelen voor een periode van één jaar of langer worden bij minimaal twee instellingen offertes opgevraagd. De aanbieding met het hoogste effectieve rentepercentage wordt gegund, tenzij op grond van artikel 5, lid 5 vanuit kredietrisicobeheer een betere spreiding is gewenst.
Artikel 14. Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
De MGR vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens middelen worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter dan één jaar. De aanbieding met het hoogste effectieve rentepercentage wordt gegund, tenzij op grond van artikel 5, lid 5 vanuit kredietrisicobeheer een betere spreiding gewenst is.
Hoofdstuk 6. Administratieve Organisatie en Interne Controle