Organisatie | Woudrichem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Woudrichem 2007 |
Citeertitel | Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Woudrichem 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Vervangt beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Woudrichem 1995.
art. 4, 2e lid; nadere regels indeling graven en de asbusverzorging, besluit BenW dd. 26 juni 2007;
art. 23; nadere regels voor de grafbedekkingen, besluit BenW dd. 26 juni 2007.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-04-2015 | 01-01-2021 | Betreft geen wijziging doch herstel van textuele omissies | 16-12-2008 Altenanieuws, 22 januari 2009 | raadsvergadering 16 december 2008 | |
30-01-2009 | 01-01-2009 | 28-04-2015 | Betreft geen wijziging doch herstel van textuele omissies | 16-12-2008 Altenanieuws, 22 januari 2009 | raadsvergadering 16 december 2008 |
29-06-2007 | 30-01-2009 | nieuwe verordening | 24-04-2007 Altenanieuws, 21 juni 2007 | nr. 27 agendapunt 8 raadsvergadering 24 april 2007 |
BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN 2007 inclusief 1e wijziging (art. 13)
De raad van de gemeente Woudrichem
Gelezen het voorstel van het college van d.d. 9 april 2007, nr 27
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
gehoord het advies van de commissie Diensten d.d. 3 april 2007;
vast te stellen de volgende verordening;
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Woudrichem 2007
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
begraafplaats:- de gemeentelijke begraafplaats aan de Burg. van de Lelystraat in Woudrichem;- de gemeentelijke begraafplaats aan de Burg. H. Blokstraat in Almkerk;- de gemeentelijke begraafplaats aan de Zoetelaarssteeg in Almkerk;- de gemeentelijke begraafplaats aan de Neerandelseweg in Andel;- de gemeentelijke begraafplaats aan de Veldweg in Rijswijk;- de gemeentelijke begraafplaats aan het Hoefpad in Uitwijk;
eigen dubbelgraf: twee naast elkaar gelegen eigen graven die gelijktijdig worden uitgegeven en waarin enkeldiep wordt begraven waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen begraven en begraven houden van lijken;- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;
eigen kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;
rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een eigen graf, eigen dubbel graf, een eigen kindergraf, een eigen urnengraf, een eigen urnenplaats, of het gedenken van een overledene op een eigen gedenkplaats;
Hoofdstuk 2 Beheer, bestemming en registratie
Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:
Artikel 5 Register en plaatsregistratie
De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.
Hoofdstuk 5 Indeling begraafplaats en onderscheid graven
Artikel 11 Uitgifte en indeling graven
Het college behoudt zich het recht voor om in geval van overlijden van één der echtgenoten dan wel samenwonende partners waarvan de langstlevende partner te zijner tijd na zijn of haar overlijden wenst te worden begraven bij de eerst overledene een dubbel eigen graf uit te geven. De aanvraag dient bij de eerste begraving te worden ingediend.
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dat de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging. De door het college vast te stellen nadere regels, worden ter kennisneming aan de raad gezonden.
Artikel 13 Termijn eigen graven
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanig periode dat de als dan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn.
Artikel 14 Termijn algemene graven
Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 20 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de gebruiker, in een nieuw eigen graf worden herbegraven volgens de bepalingen van deze verordening.
Hoofdstuk 6 Vereisten voor begraving of bijzetting
Artikel 15 Kennisgeving begraven en asbezorging
De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.
Artikel 16 Openen en sluiten van het graf
De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. De beheerder kan hiervoor aanvullende voorwaarden stellen.
Artikel 17 Te overleggen documenten
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 20.
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:
alleen bij begraving van een lijk, het personeel van de begraafplaats de identiteit van het lijk heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloosgeborene bevat.
Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften
Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de 'witte lijst' van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).
Een grafrecht van een eigen graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 22 Vervallen grafrechten
Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en / of beplanting kan gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting zal na het vervallen van het grafrecht door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.
Hoofdstuk 8 Gedenktekens en grafbeplantingen
Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats en het onderhoud van de winterharde gewassen op de graven. Het onderhoud aan de winterharde gewassen omvat het snoeien van hagen en aanwezige winterharde beplanting op een zodanige wijze dat de afmetingen van de beplanting binnen de gestelde afmetingen van de grafbedekking blijven zoals is bepaald in de nadere regels ten aanzien van grafbedekking.
Artikel 25 Onderhoud rechthebbende / gebruiker
De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen, met uitzondering van de winterharde gewassen. Hiertoe behoort ook het onderhoud van de letters en andere figuren op het gedenkteken, het indien nodig opnieuw stellen van het gedenkteken en de zorg van de overige grafbeplanting. Het afval dat vrij komt bij het onderhoud dient door eenieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.
Potplanten in verwaarloosde staat, verwelkte bloemen en kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding. De potten, linten, siervazen en overige voorwerpen worden na verwijdering gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende of gebruiker.
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.
Artikel 27 Tijdelijke verwijdering
Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Hoofdstuk 11 Overige bepalingen
Artikel 32 Rechten en plichten
Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld.
Artikel 34 Beslissingsbevoegdheid
In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Woudrichem 1995 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.