Organisatie | Werkorganisatie Duivenvoorde |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Financiële verordening Werkorganisatie Duivenvoorde 2018 |
Citeertitel | Financiële verordening Werkorganisatie Duivenvoorde 2018 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-04-2018 | Nieuwe regeling | 10-04-2018 | Z/18/019356/077776 |
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 2. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Het algemeen bestuur stelt uiterlijk in februari de financiële kaders vast voor het daaropvolgende begrotingsjaar en stuurt deze in de vorm van een kaderbrief ter informatie naar de gemeenteraden.
Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Bij de begrotingsbehandeling geeft het algemeen bestuur aan van welke nieuwe investeringen zij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Indien het dagelijks bestuur voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het dagelijks bestuur in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur gemeld. Het dagelijks bestuur voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid, met inachtneming van artikel 35, lid 5, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 9. Financieringsfunctie
Het dagelijks bestuur stelt regels op ter uitvoering van het gestelde, bedoeld in het eerste lid, en legt deze regels alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een Treasurystatuut. Het Dagelijks Bestuur zendt het besluit Treasurystatuut ter kennisgeving aan het Algemeen Bestuur.
Artikel 10. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer
Het dagelijks bestuur zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.
Het dagelijks bestuur zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de werkorganisatie met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het dagelijks bestuur maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 16. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële Verordening Werkorganisatie Duivenvoorde 2013 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin de Financiële Verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Werkorganisatie Duivenvoorde 2018
Op 8 januari 2013 heeft het algemeen bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde (WODV) de financiële verordening vastgesteld. Na vijf jaar is de verordening aan herziening toe. Het waarom en welke gevolgen dit heeft voor de nieuwe verordening, lichten wij hieronder toe.
Allereerst bespreken wij in paragraaf 1 de redenen waarom wijziging van de financiële verordening noodzakelijk is. Paragraaf 2 geeft per artikel van de nieuwe verordening een toelichting op de tekst, wat wordt er in dit artikel geregeld?
De nieuwe verordening is in lijn met de modelverordening 2016 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dat wil niet zeggen dat beide identiek zijn, omdat niet alle artikelen van toepassing zijn op een gemeenschappelijke regeling.
1. Waarom een wijziging van de financiële verordening?
Aanpassing van de financiële verordening van de WODV heeft een aantal redenen. Tussen 2013 en nu is diverse wetgeving veranderd. Voornamelijk de wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) maken actualisatie van de verordening nodig. Regelgeving hierin heeft directe invloed op hoe de WODV moet omgaan met begrotingen en financiële verantwoordingen. In deze nieuwe verordening is de laatste stand van zaken verwerkt.
Daarnaast hebben we na vijf jaar ervaring met de WODV de gelegenheid aangegrepen om de verordening nog meer'op maat' van de gemeenschappelijke regeling te maken en daarom in zijn geheel op te frissen en te actualiseren. De verordening uit 2013 is in grote lijnen gebaseerd geweest op de financiële verordeningen van de deelnemende gemeenten Voorschoten en Wassenaar. De werkorganisatie is hier niet één op één mee te vergelijken. Zo beschikt de WODV niet over reserves, investeert zij niet in gebouwen en gronden en geeft zij ook geen garanties af op geldleningen van derden. Over deze onderwerpen waren nog wel regels opgesteld. Dergelijke regels zijn niet zinvol en nemen we in de nieuwe verordening niet meer op.
Bij de actualisatie van de verordening is tot slot voor zover relevant rekening gehouden met de eind 2017 geactualiseerde financiële verordeningen van de deelnemende gemeenten.
Hieronder lichten wij de nieuwe verordening toe. Per artikel is aangegeven wat de reden is geweest om dit artikel op deze manier op te nemen.
De verordening is ingedeeld in zes hoofdstukken:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Aan dit artikel zijn van de volgende onderwerpen definities aangevuld/toegevoegd:
HOOFDSTUK 2 BEGROTING EN VERANTWOORDING
Dit hoofdstuk is opgebouwd aan de hand van het verloop van de P&C-cyclus: begroting (wat moet er in, wie stelt er vast), uitvoering en tussenrapportages (wat is de stand van zaken op dit moment) en tot slot de jaarstukken. Daarnaast is het hele onderwerp autorisatie ondergebracht in een apart artikel. Tot slot is een artikel opgenomen met daarin enkele bepalingen ten aanzien van de informatieplicht van het dagelijks bestuur.
Artikel 2. Inrichting begroting en jaarstukken
In dit artikel is vastgelegd hoe de indeling van de begroting tot stand komt en wie er verantwoordelijk is voor welk onderdeel van de begroting: algemeen of dagelijks bestuur. In de oude situatie waren in dit artikel ook bepalingen opgenomen over autorisatie van de begroting. Deze bepalingen zijn in zijn geheel overgegaan naar artikel 4 nieuw: "autorisatie".
De bepaling dat het algemeen bestuur de programmaindeling bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode vaststelt, is vervallen. In de praktijk gebeurt dit niet omdat wijziging van de programmaindeling grote (administratieve) consequenties heeft en dus met terughoudendheid moet worden gebruikt. Het staat het algemeen bestuur altijd vrij om de programmaindeling aan te passen als dat dringend noodzakelijk is. Dat is een bevoegdheid van de het algemeen bestuur en dit heeft geen aparte bepaling nodig in de financiële verordening.
Artikel 3 Kaders voor de begroting
Met dit artikel geeft het algemeen bestuur via een kaderbrief jaarlijks uiterlijk februari de kaders voor de begroting voor het daarop volgende jaar aan, zodat de gemeenten hiermee rekening kunnen houden in hun Kadernota's.
Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten
Alle bepalingen over autorisatie zijn ondergebracht in dit artikel. Hier staat overzichtelijk bij elkaar welk bestuursorgaan bevoegd is voor welk onderdeel van de begroting. Het algemeen bestuur stelt de begroting op programmaniveau vast. Dit sluit overigens niet uit dat er wel nader (financieel) inzicht gegeven kan worden als het algemeen bestuur dit vraagt.
Artikel 5 Uitvoering van de begroting
Aanvullend aan de door het algemeen bestuur gestelde regels kan het dagelijks bestuur regels stellen voor de uitvoering van de begroting. Onder andere wordt hier bedoeld het Treasurystatuut.
Artikel 6 Tussentijdse rapportages
Dit artikel gaat over de uitvoering van de begroting en de verantwoording van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over tussentijdse afwijkingen van de begroting, Het gaat dan om doelen, resultaten én financiën. Er is nu volstaan met één bepaling namelijk dat afwijkingen op programmaniveau boven de € 50.000 worden toegelicht. Dit geldt ook voor afwijkingen op investeringskredieten.
Over de voorwaarden waar de jaarstukken aan moeten voldoen is al veel externe regelgeving voorhanden. Onder andere staat over de jaarstukken het nodige opgenomen in het BBV. In de verordening regelen wij een aantal (aanvullende) onderwerpen die voor het algemeen bestuur relevant zijn,
Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa
In dit artikel zijn de regels voor waardering en afschrijving van activa opgenomen. Omdat alle relevante regelgeving nu is opgenomen in de financiële verordening, is de Nota Afschrijvingsbeleid komen te vervallen.
Artikel 9 Financieringsfunctie
In dit artikel zijn kaders voor het financieringsbeleid opgenomen. Dit artikel is korter dan in het verleden, omdat een deel verplaatst is naar het hoofdstuk'Paragrafen'. Gezien de grote maatschappelijke schade die derivaten de afgelopen jaren hebben veroorzaakt is een bepaling opgenomen dat de WODV geen gebruik maakt van derivaten.
Artikel 10 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het BBV bevat al een uitgebreide beschrijving van de onderdelen die in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing moeten worden opgenomen. Daarmee is ook de Nota weerstandvermogen en risicobeheersing komen te vervallen.
Hier zijn alleen de aanvullende bepalingen opgenomen ten opzichte van het BBV. Aangezien in het BBV al verplicht is gesteld om de wijze van rentetoerekening op te nemen is dat hier niet meer geregeld.
Dit artikel beschrijft welke onderdelen worden opgenomen in de paragraaf Bedrijfsvoering in de Begroting en de Jaarstukken. Met de inwerkingtreding van de WODV zijn de bedrijfsvoeringstaken van de deelnemende gemeenten daar belegd. Dat betekent dat door het algemeen bestuur in de begrotingen en jaarrekeningen verantwoording wordt afgelegd over de bedrijfsvoering. In de paragraaf bij begroting en jaarrekening van de gemeenten worden de budgetten voor raad, college, griffie, de rekenkamer, de accountant en inhuur van derden behandeld naast een toelichting op de bijdrage aan de WODV.
HOOFDSTUK 5 FINANCIELE ORGANISATIE EN FINANCIEEL BEHEER
De onderwerpen financiële organisatie en financieel beheer zijn ondergebracht in één hoofdstuk. Dat ligt ook voor de hand aangezien een goed financieel beheer onder andere afhankelijk is van een goed geregelde financiële organisatie.
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen geregeld: