Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Verordening op de gedragscode raadsleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de gedragscode raadsleden
CiteertitelVerordening op de gedragscode raadsleden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 15, derde lid van de gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-08-200517-07-2015Nieuwe regeling

14-06-2005

De Uitkijk

2005/11242

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de gedragscode raadsleden

 

 

HOOFDSTUK I

Kernbegrippen.

De raadsleden stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de burgers en in het verlengde daarvan die van de gemeente zijn het primaire richtsnoer voor deze volksvertegenwoordigers.

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders of de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie de raadsleden hun functie vervullen en door middel van het burgerjaarverslag van de burgemeester.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief. Waar daarin sprake is van “handelen van een raadslid”, heeft dit primair betrekking op het “handelen als raadslid”. In de bestuurlijk-politieke praktijk is echter niet uit te sluiten dat handelingen in de privé-sfeer ook van invloed kunnen zijn op de waardering van het handelen als raadslid. Ook het persoonlijke is politiek.

Dienstbaarheid.

Het handelen van een volksvertegenwoordiger is altijd en volledig gericht op het belang van de burgers van de gemeente en op het belang van hun organisaties, en daarmee op het belang van de gemeente.

Functionaliteit.

Het handelen van een raadslid heeft een herkenbaar verband met zijn functie van volksvertegenwoordiger.

Onafhankelijkheid.

Het handelen van een raadslid wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid.

Het handelen van een raadslid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de raad en de burgers volledig inzicht hebben in het handelen van het raadslid en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid.

Op een raadslid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken en zijn uitspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het functioneren van de gemeentelijke democratie.

Zorgvuldigheid.

Het handelen van een raadslid is erop gericht dat hij in zijn politieke afweging oog heeft voor de rechten en plichten van alle burgers en hun organisaties en tot een correcte wijze van afweging komt.

HOOFDSTUK II

Bepalingen.

  • 1.

    Algemene bepalingen.

  • 1.

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het Presidium, met rapportage aan de raad.

  • 2.

    De code wordt actief openbaar gemaakt en is door derden te raadplegen.

  • 3.

    De raadsleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

    • 2. Belangenverstrengeling en aanbesteding.

    • 1.

      Een raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. Onder financiële belangen wordt niet verstaan het aandelenbezit van beursgenoteerde ondernemingen. De opgave wordt actief openbaar gemaakt en is door derden te raadplegen.

    • 2.

      Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

    • 3. Nevenfuncties.

    1. Een raadslid vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

    2. Een raadslid maakt bij de griffier melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden actief openbaar gemaakt en zijn door derden te raadplegen.

    4. Informatie.

    1. Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn raadslidmaatschap beschikt.

    2. Een raadslid verstrekt geen geheime informatie, of informatie die geen algemene bekendheid heeft, geen openbaar karakter heeft of die gezien de inhoud vertrouwelijk is. Publieke informatie die via de pers of anderszins verkregen is, mag door hem altijd en overal gebruikt worden mits dit zorgvuldig en correct gebeurt.

    3. Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het raadslidmaatschap verkregen informatie.

    5. Aannemen van geschenken.

    Een raadslid meldt geschenken of giften die een waarde van meer dan € 50,- vertegenwoordigen aan de griffier. Elk kwartaal maakt de griffier de lijst actief openbaar. De lijst is te allen tijde door derden te raadplegen.

    6. Declaraties en uitnodigingen.

    1. Bij declaraties gelden de voorschriften van het reisbesluit Binnenland.

    2. Voor de Euregio geldt hetzelfde reisbesluit Binnenland.

    3. Op uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke wordt altijd besloten in een openbare commissie of raadsvergadering. De kosten hiervan zijn altijd voor de raad of voor de gemeente, met uitzondering van de gebruikelijke kleine versnaperingen.

    7. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen.

    1.Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

    2.Raadsleden kunnen gebruik maken van de faciliteitenregeling PC en faxapparatuur.

    Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 14 juni 2005

    griffier, voorzitter,