Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cromstrijen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Cromstrijen houdende regels omtrent subsidies Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCromstrijen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Cromstrijen houdende regels omtrent subsidies Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2018
CiteertitelAlgemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-04-201831-12-2020nieuwe regeling

27-03-2018

gmb-2018-78077

Z.08443 /ADV-B&W-18-01189

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Cromstrijen houdende regels omtrent subsidies Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2018

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

ARTIKEL 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cromstrijen;

  • b.

    eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die

  • a.

    niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor

  • b.

    een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;

  • c.

    raad: raad van de gemeente Cromstrijen;

  • d.

    structurele subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een

  • e.

    instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt.

ARTIKEL 2 Reikwijdte verordening

  • 1.

    De Raad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:

    • a.

      algemeen bestuur;

    • b.

      openbare orde en veiligheid;

    • c.

      verkeer, vervoer en waterstaat;

    • d.

      economische zaken;

    • e.

      onderwijs;

    • f.

      cultuur en recreatie;

    • g.

      sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;

    • h.

      volksgezondheid en milieu;

    • i.

      ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

ARTIKEL 3 Bevoegdheid college

  • 1.

    Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2.

    Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Hoofdstuk 2 – Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

ARTIKEL 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidieplafond(s).

  • 2.

    Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3.

    Het college kan - met inachtneming van de ingevolge artikel 2, door de raad vastgestelde beleidsterreinen en regels, nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4.

    Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5.

    Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Hoofdstuk 3 – Aanvraag van de subsidie

ARTIKEL 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    • b.

      een beschrijving in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      indien van toepassing bij een structurele subsidie, de stand van de reserves op het moment van de aanvraag.

  • 3.

    Indien een aanvrager voor de eerste maal een structurele subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4.

    Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het eerste, tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

ARTIKEL 6 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Een aanvraag voor een structurele subsidie ingediend na 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft neemt het college niet in behandeling.

  • 2.

    Een aanvraag voor een eenmalige subsidie moet minimaal voor 2 maanden voor aanvang van de activiteit.

  • 3.

    Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te

  • 4.

    wijzen subsidies en tevens voor aanvullingen op de ingediende aanvraag indien deze niet compleet is.

  • 5.

    Aanvragen om uitstel voor indiening van de subsidieaanvraag worden tijdig maar uiterlijk vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft met opgaaf van reden ingediend bij het college. Zij beslist hierover binnen vier weken.

ARTIKEL 7 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag,.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag voor een structurele subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    Het college kan andere termijnen stellen voor het beslissen op een aanvraag voor subsidie.

Hoofdstuk 4 – Weigering van de subsidie

ARTIKEL 8 Weigeringsgronden

Naast de in artikel 4.35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen kan subsidie geweigerd worden:

  • a.

    indien door de subsidieverlening het ter zake vastgestelde subsidieplafond zou worden overschreden;

  • b.

    indien het terzake beschikbare budget in de begroting niet toereikend is;

  • c.

    voor door een instelling ontplooide activiteiten binnen de gemeentegrens van Cromstrijen die niet direct en aantoonbaar een belang van de Cromstrijense bevolking dienen;

  • d.

    voor door een instelling ontplooide activiteiten buiten de gemeentegrens van Cromstrijen worden geen subsidies verleend, met uitzondering van regionale subsidies waarbij minimaal drie van de vijf gemeenten uit de Hoeksche Waard subsidie verstrekken;

  • e.

    indien de instelling activiteiten ontplooit die discriminerend wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke gronden dan ook zijn;

  • f.

    voor het organiseren van feesten;

  • g.

    indien de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • h.

    indien de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • i.

    indien de aanvrager ook zonder subsidieverlening over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen waaronder, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • j.

    indien de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de gemeente Cromstrijen;

  • k.

    indien de instelling activiteiten ontplooit die partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming beogen.

ARTIKEL 9 Wet BIBOB

Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 5 – Verlening van de subsidie

Artikel 10 Verlening subsidie

  • 1.

    Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

  • 2.

    Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

  • 3.

    In bijzondere gevallen kan het college subsidie verlenen instellingen zonder volledige rechtspersoonlijkheid of aan natuurlijke personen.

Artikel 11 Betaling en bevoorschotting

  • 1.

    Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2.

    Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

  • 3.

    Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

Hoofdstuk 6 – Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Tussentijdse rapportage

Bij subsidies, hoger dan € 50.000,00, welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

Artikel 13 Meldingsplicht

De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 14 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De subsidieontvanger informeert het college binnen vier weken schriftelijk over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3.

    De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 7 – Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 15 Verantwoording subsidies tot € 5.000,00

  • 1.

    Subsidies tot € 5.000,00 worden door het college:

    • a.

      direct vastgesteld of;

    • b.

      ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht;

  • 2.

    Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 16 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000,00 tot € 50.000,00

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000,00, maar minder dan € 50.000,00, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf € 50.000,00

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000,00, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      een controleverklaring.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 18 Vaststelling subsidie

  • 1.

    De ontvanger van een structurele subsidie dient voor 1 mei van het jaar volgend op het jaar waarover subsidie is verleend, een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college.

  • 2.

    Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 3.

    Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 4.

    Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 5.

    Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling en kan worden overgaan tot terugvordering van de verleende subsidie.

Artikel 19 Terugvordering en verrekening

  • 1.

    Het college kan naast het bepaalde in artikel 18 lid 5 tevens onverschuldigd betaalde subsidiebedragen terugvorderen wanneer een vereniging niet aan de voorwaarden voldoet of de algemene reservevorming meer dan 10% van de exploitatiekosten bedraagt conform artikel 20.

  • 2.

    Het college kan deze bedragen verrekenen met subsidie, die aan dezelfde subsidieontvanger voor dezelfde activiteiten voor een ander tijdvak is verleend.

Artikel 20 Reservering

  • 1.

    Onverlet het gestelde in lid 2. van dit artikel, is reservering door de instelling toegestaan indien en voor zover dit past binnen de door het college onderschreven doelstelling van de instelling.

  • 2.

    Indien de jaarlijkse algemene reservevorming meer dan 10% van de exploitatiekosten bedraagt, dient het meerdere bedrag teruggestort te worden naar de gemeente. Het terug te storten bedrag kan evenwel niet hoger zijn dan de in dat jaar verleende subsidie. In de uitvoeringsovereenkomst kan van deze verplichting ontheffing worden verleend.

  • 3.

    Deze verplichting is niet van toepassing op subsidies lager dan € 5.000.

Hoofdstuk 8 – Overige bepalingen

Artikel 21 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, en 3 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 22 Overgangsbepalingen

Aanvragen voor structurele subsidie die zijn ingediend voor 1 april 2018 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015. Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening verleend zijn, blijven de bepalingen zoals opgenomen in Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015 van toepassing.

Artikel 23 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

  • 2.

    Met ingang van die datum trekken wij de Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015 in.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2018.

Vastgesteld door de raad van de gemeente Cromstrijen

in zijn openbare vergadering gehouden op 27 maart 2018,

de griffier,

A.P. Oostdijk de

voorzitter,

J.J. Luteijn

Toelichting Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2018  

Toelichting wijzigingen ten opzichte van Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015 op 27 maart 2018

Op 27 maart 2018 heeft de gemeenteraad een herijking van het subsidiebeleid vastgesteld (Nota Herijking subsidiebeleid 2018: Anders kijken naar subsidie.

Hierdoor wijzigt de Algemene Subsidieverordening op een beperkt aantal punten.

 

Artikel 8

Uit het oogpunt van scheiding van kerk en staat was et beleid om geen subsidie te verlenen aan kerken en/of andere levensbeschouwelijke organisaties, ongeacht het doel waarvoor subsidie werd gevraagd. Dit was niet expliciet uitgesloten in de subsidieverordening, maar maakte onderdeel uit van het beleid.

Kerken vervullen echter een belangrijke rol in het realiseren van de maatschappelijke opgaven van de gemeente. Wij willen daarom de mogelijkheid hebben om onder bepaalde voorwaarden subsidie te verlenen aan kerken of andere levensbeschouwelijke organisaties. Belangrijke voorwaarden hierbij zijn dat de activiteiten zich niet beperken tot leden van de betreffende organisatie, maar feitelijk voor een ieder toegankelijk zijn en dat de activiteiten niet gericht zijn op religieuze of levensbeschouwelijke vorming.

Nu het beleid op dit punt is gewijzigd is in artikel 8 Weigeringsgronden een aanvullende weigeringsgrond opgenomen onder k, namelijk dat subsidie wordt geweigerd indien de instelling activiteiten ontplooit die partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming beogen.

 

Artikel 10

Tot nu toe hebben wij uitsluitend verleend aan organisaties met rechtspersoonlijkheid. Dat gaf een aantal voordelen zoals duidelijkheid over de doelstelling van de organisatie, duidelijkheid dat er geen sprake is van een privébelang, door de organisatievorm is continuïteit beter gewaarborgd en het is duidelijk wie er aansprakelijk is als dat nodig blijkt.

Wij willen echter ook de mogelijkheid hebben om onder bepaalde voorwaarden incidentele subsidie te verlenen aan burgerinitiatieven die wij als kansrijk en passend beoordelen. Belangrijke voorwaarden zijn in ieder geval dat het om een beperkt bedrag gaat en er geen sprake mag zijn van een privébelang. Deze voorwaarden worden verder uitgewerkt in algemene subsidiebeleidsregels.

 

Artikel 15

Met het vaststellen van de herijking van het subsidiebeleid is de Subsidienota sociaal domein gemeente Cromstrijen 2013 komen te vervallen.

 

Artikel 16

Zie toelichting artikel 15.  

 

Artikel 17

In de Managementletter 2015 van de accountant staat dat artikel 17 lid 2 moet worden aangepast. Accountantsverklaring moet worden vervangen door controleverklaring. Deze aanpassing is nu gedaan.

 

Artikel 20

De verplichting om het meerdere bedrag aan reservering terug te storten is van belang wanneer het om hogere bedragen en bijbehorende reserveringen gaat. Tot een bedrag van € 5.000 is de mogelijke toevoeging aan de reserves beperkt en leidt het artikel tot onnodige belasting van de subsidieontvanger.

 

Artikel 23 

De Algemene Subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2018 treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.