Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van de Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent subsidiëring van activiteiten van ondernemingen Subsidieregeling Dutch Dairy Centre Fryslân 2018 |
Citeertitel | Subsidieregeling Dutch Dairy Centre Fryslân 2018 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-04-2018 | nieuwe regeling | 03-04-2018 | 01509088 |
Subsidieregeling van 3 april 2018, nr. 01509088, betreffende de subsidiëring van activiteiten van ondernemingen die lid zijn van de Dutch Dairy Centre (Subsidieregeling Dutch Dairy Centre Fryslân 2018)
Gedeputeerde Staten van Fryslân,
Gelet op de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;
Gelet op Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L 352/1);
Overwegende dat het op grond van het aanvalsplan Internationaal Ondernemen, maatregel 16C: ontwikkelen van een lobby- en business development organisatie voor de agrofood chain, wenselijk is door middel van prestatiesubsidies een stimulans te geven aan de ondernemingsactiviteiten op het gebied van export, kennisvergroting of innovatie van ondernemingen die lid zijn van de Dutch Dairy Centre, besluiten:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.
Food Application Center of Technology: onderzoekscentrum voor industrie en onderwijs dat faciliteiten aanbiedt voor toegepast onderzoek in de Food Sector. Het Food Application Center of Technology, afgekort als FACT, is een initiatief van de Hogeschool Van Hall Larenstein, Stichting Nordwin College, de Noord-Nederlandse food-industrie en de provincie Fryslân.
kennisdrager: persoon die in het bezit is van een diploma van hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs. De blijkens het behaalde diploma verworven kennis wordt in de onderneming van de aanvrager primair ingezet voor het verwezenlijken van activiteiten op het gebied van export of innovatieontwikkeling.
prestatiesubsidie: subsidie voor het realiseren van een subsidiabele activiteit als omschreven in deze regeling. Bij de prestatiesubsidie worden geen specifieke kostenposten die de subsidieontvanger maakt en betaald om de activiteit te realiseren subsidiabel gesteld, maar wordt alleen subsidie verleend voor het realiseren van de activiteit.
Een prestatiesubsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een privaatrechtelijke rechtspersoon die een onderneming voert en lid is van de Dutch Dairy Centre.
Het doel van de subsidie is het stimuleren en vergroten van de exportactiviteiten, het kennisniveau en innovatievermogen van ondernemingen die lid zijn van de Dutch Dairy Centre.
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
Een prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:
employabilityscan: het door een externe deskundige laten uitvoeren van een employabilityscan de eventueel direct daarbij behorende begeleidingsactiviteiten. De scan als ook de begeleidingsactiviteiten zijn gericht op het verhogen van de inzetbaarheid van de werknemers in het arbeidsproces van de onderneming van de aanvrager;
matchmaking: het inschakelen van een externe deskundige om contact te leggen tussen de onderneming van de aanvrager en één of meer nieuwe binnenlandse of buitenlandse partners of klanten op het gebied van inkoop of verkoop dan wel voor het tot stand laten komen van exportactiviteiten vanuit of naar een bepaald land;
samenwerkingsverband in Fryslân: het realiseren van een nieuw samenwerkingsverband dat het gezamenlijk ontwikkelen van een nieuw product of dienst tot doel heeft. Het samenwerkingsverband wordt gesloten tussen de onderneming van de aanvrager en één of meer Friese ondernemingen met een fysieke vestiging in de provincie Fryslân;
in dienst nemen van een kennisdrager: het in dienst nemen van een kennisdrager voor minimaal één jaar waarbij de arbeidsovereenkomst een omvang heeft van ten minste 20 uren per week. De kennisdrager zal overeenkomstig zijn arbeidsovereenkomst en de daarin vermelde functieomschrijving voor de onderneming van de aanvrager primair werkzaamheden verrichten op het gebied van export of innovatieontwikkeling.
Om voor een prestatiesubsidie, bedoeld in artikel 1.4, in aanmerking te komen, wordt in elk geval voldaan aan de volgende criteria:
Onverminderd artikel 2.7 van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013, wordt subsidie in ieder geval geweigerd indien:
Artikel 2.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013 en de Algemene wet bestuursrecht, is de subsidieontvanger verplicht om:
Artikel 2.8 Prestatieverantwoording
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan. Desgevraagd dienen in dat kader de volgende bescheiden te worden overgelegd:
in geval van een gesubsidieerde activiteit, bedoeld in artikel 1.4 onder b:
kopieën van facturen en betaalbewijzen ter zake van de gemaakte en betaalde kosten van de gebruikte faciliteit, alsmede een activiteitenverslag van de gerealiseerde innovatietest bij het Food Application Center of Technology dan wel bij de Wageningen Livestock Research Dairy Campus;
in geval van een gesubsidieerde activiteit, bedoeld in artikel 1.4 onder c:
kopieën van facturen en betaalbewijzen ter zake van de gemaakte en betaalde kosten van de gerealiseerde employabilityscan en de eventueel daarbij behorende begeleidingsactiviteiten, als ook een kopie van het door de externe deskundige opgestelde employabilityscan;
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van
3 april 2018.
Voorzitter drs. A.A.M. Brok
Secretaris R.E. Bouius – Riemersma, MBA MCM
Subsidieregeling Dutch Dairy Centre Fryslân 2018
Artikel 1.1, aanhef en onderdeel c:
Indien er een deskundige wordt ingeschakeld om de gesubsidieerde activiteit in opdracht van de aanvrager uit te voeren, dient deze deskundige op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd te zijn deze opdracht uit te voeren. Voor de beoordeling kan worden gekeken naar de ondernemingsactiviteiten van het bedrijf dat wordt ingehuurd en/of de aantoonbare kennis en ervaring van de persoon die de opdracht uitvoert. Een deskundige dient tevens onafhankelijk te zijn. Dit houdt in dat de deskundige onafhankelijk de gegeven opdracht dient uit te kunnen voeren waarbij geen sprake mag zijn van enige vorm van belangenverstrengeling. Het gaat er ook om dat de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. In dit kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er geen sprake is van onafhankelijkheid:
Deze opsomming is niet limitatief.
De verdeelsystematiek vindt plaats op basis van het principe ‘’wie het eerst komt, wie het eerst maalt’’. De volledigheid van de aanvraag is daarbij echter wel bepalend voor de datum van binnenkomst. Dit betekent dat in geval dat een ontvangen aanvraag onvolledig is, de datum van ontvangst van de aanvraag wordt vastgesteld op het moment dat de aanvraag volledig is aangevuld en deze volledige aanvulling ontvangen is door Gedeputeerde Staten op het in het aanvraagformulier aangegeven contactadres. Na ontvangst van een volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor subsidie in aanmerking komt.
Zodra het subsidieplafondbudget dat voor deze regeling tot en met 31 juli 2018 beschikbaar is gesteld door een aanvraag wordt overschreden, wordt deze aanvraag geweigerd. Ook al voldoet de aanvraag aan de vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen. Op voorhand is niet aan te geven wanneer het subsidieplafond zal zijn bereikt.
Uitgegaan wordt van een stelsel waarin de beschikbare bedragen worden verdeeld naar volgorde van ontvangst van een volledige aanvraag. Niet uitgesloten is dat op dezelfde dag meerdere subsidieaanvragen binnenkomen en dat honorering van al deze aanvragen tot een overschrijding van het beschikbaar gestelde subsidieplafond zou leiden. Daarom is een voorziening opgenomen om voor die situatie een nadere rangorde aan te kunnen brengen in de aanvragen van de desbetreffende dag. Deze rangorde wordt bepaald door middel van loting van volledige aanvragen. De loting bepaalt de volgorde waarin de subsidieaanvragen worden behandeld; niet de datum of het tijdstip van ontvangst. Alle aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, maken gelijke kans om voor subsidie in aanmerking te komen. Het maakt niet uit hoe laat de aanvraag op de desbetreffende dag is ontvangen. Ook het indienen van meerdere aanvragen voor eenzelfde activiteit of voor afzonderlijke activiteiten beïnvloedt de loting niet per aanvrager wordt slechts één subsidieaanvraag voor een afzonderlijke activiteit in behandeling genomen. Indien een aanvraag dient te worden aangevuld wegens onvolledigheid, geldt voor de verdeel-systematiek de datum van ontvangst van de aanvulling, als datum van ontvangst van de aanvraag.
Een aanvrager kan per subsidiabele activiteit meerdere aanvragen indienen, zolang het per aanvraag om een afzonderlijke activiteit gaat.
Ter illustratie: aan aanvrager A is op grond van artikel 1.4, de aanhef, onderdeel d, een prestatiesubsidie verstrekt voor deelname aan een internationale vakbeurs in Rusland. Aanvrager A kan dan voor deelname aan een andere internationale vakbeurs, bijvoorbeeld een die in Duitsland plaatsvindt, opnieuw een prestatiesubsidie aanvragen (en verstrekt krijgen) op grond van het bovengenoemde artikel.
Er is geen limiet verbonden aan het aantal aanvragen dat een aanvrager kan indienen per subsidiabele activiteit.
Aanvragen om subsidie in het kader van de subsidieregeling kunnen worden ingediend vanaf 16 april 2018 tot en met 31 juli 2018. Eerder of later ingediende aanvragen worden geweigerd en wel op grond van artikel 2.5, aanhef en onderdeel i.
Voor de volgorde van registratie en behandeling van de aanvragen wordt uitgegaan van de ontvangst-theorie. Dat wil zeggen dat de datum van ontvangst van de volledige aanvragen bepalend is voor de volgorde waarin de subsidies worden verdeeld. Aanvragen worden per datum en niet per tijdstip geregistreerd omdat het niet mogelijk is om gelijke behandeling te garanderen voor alle mogelijkheden waarop de aanvragen kunnen binnenkomen (post en persoonlijk afgeven). Elke aanvraag die op eenzelfde dag binnenkomt, wordt daarom zonder tijdstip geregistreerd.
Om voor subsidie in aanmerking te komen voor een activiteit zoals genoemd in de regeling gelden een aantal toetsingscriteria. Indien niet voldaan wordt aan één of meer van deze criteria komt de subsidieaanvraag niet in aanmerking voor subsidie en wordt de subsidie geweigerd op grond van artikel 2.5, aanhef onderdeel d.
Uit de aanvraag moet blijken dat de onderneming van de aanvrager een fysieke vestiging heeft in Nederland. Dit blijkt in de regel uit een recent uittreksel van de Kamer van Koophandel van de onderneming van de aanvrager die bij de aanvraag wordt overgelegd. Daarnaast is van belang dat aantoonbaar kan worden gemaakt dat de onderneming van de aanvrager vanuit de fysieke vestiging waarvoor een aanvraag wordt ingediend, ondernemingsactiviteiten worden uitgevoerd.
De aanvrager dient bij zijn aanvraag aan te kunnen tonen dat zijn onderneming een aantoonbaar lid is van de Dutch Dairy Centre. Hiervoor dient een inschrijvingsbewijs bij de aanvraag te worden overgelegd.
De aanvrager dient bij zijn aanvraag aan te kunnen tonen dat met het uitvoeren van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd dan wel met de uitkomsten die voortvloeien uit het realiseren van deze activiteit, wordt beoogd dat dit resulteert in een directe of indirecte bijdrage aan de exportactiviteiten, het kennisniveau of de innovatieactiviteiten van de vestiging van de onderneming van de aanvrager.
Het is mogelijk dat de onderneming van de aanvrager deel uitmaakt van een groter verband van ondernemingen. Om te voldoen aan het criterium onder d moet de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd primair ten goede komen aan de ondernemingsactiviteiten van de vestiging van de onderneming van de aanvrager. Indien hier twijfel over bestaat bij de beoordeling van de aanvraag dient de subsidieaanvrager het vorengenoemde aannemelijk te kunnen maken.
Uit dit criterium volgt dat de te subsidiëren activiteit moet plaatsvinden na ontvangst van de aanvraag om subsidie. Indien de activiteit reeds heeft plaatsgevonden vóór ontvangst van de aanvraag door Gedeputeerde Staten dan wordt niet aan dit criterium voldaan. Ook indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit niet binnen één jaar na ontvangst van de aanvraag plaatsvindt, wordt niet aan dit criterium voldaan.
Met dit criterium wordt ondervangen dat het gevraagde als ook het te verstrekken prestatiesubsidiebedrag niet kostendekkend is voor de aanvrager bij het realiseren van de gesubsidieerde activiteit en dat hij te allen tijde minimaal 50% van de kosten om deze activiteit te kunnen realiseren, zelf moet dragen. Hierdoor betreft de provinciale subsidie louter een stimulans om een subsidiabele activiteit als vermeld in artikel 1.4 te realiseren.
Dit criterium, inhoudende dat de begrote kosten van de activiteit waarvoor een prestatiesubsidie wordt aangevraagd moeten zijn onderbouwd middels een of meer offertes, geldt enkel in het geval subsidie wordt gevaagd voor een activiteit als vermeld in de onderdelen a tot en met e van artikel 1.4 (kennisvergroting, innovatietest, employabilityscan, beursdeelname of matchmaking).
Indien voor een activiteit als vermeld in de onderdelen f en g van artikel 1.4 een aanvraag wordt ingediend (samenwerkingsverband in Fryslân en kennisdrager), zijn er in de regel geen offertes van externe deskundigen voor handen en dienen de kosten uit de begroting te kunnen worden onderbouwd op basis van andere gegevens: bijvoorbeeld middels een kopie van een salarisstrook van een medewerker die in een vergelijkbare salarisschaal zit als de in dienst te nemen kennisdrager of een activiteitenverslag inzake een eerder tot stand gekomen samenwerkingsproject dat tussen de aanvrager en een of meer andere ondernemingen tot stand is gekomen.
Subsidie die verstrekt wordt in het kader van de regeling wordt direct vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit in beginsel geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.
Evenwel controleert Gedeputeerde Staten de in het kader van de regeling verstrekte subsidies steekproefsgewijs. De aanduiding ‘desgevraagd’ in artikel 2.8 dient te worden gelezen als ‘’in geval van een steekproef’’. Als een subsidieontvanger in de steekproef valt, is hij verplicht om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan. Hiervoor dienen de bescheiden te worden aangeleverd zoals vermeld in het tweede lid van dit artikel.
Als uit de steekproef onregelmatigheden blijken, dan wordt de subsidievaststelling ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd of ingetrokken conform artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2.5, aanhef en onderdeel a
Om voor subsidie in aanmerking te komen, mogen ter zake van de te subsidiëren activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, nog geen verplichtingen zijn aangegaan vóórdat de subsidieaanvraag is ontvangen. Dit is bepaald om de stimulerende werking van de regeling te waarborgen.
Onder het aangaan van verplichtingen wordt bijvoorbeeld verstaan het voor akkoord ondertekenen van een offerte van een externe deskundige, het ondertekenen van een arbeidsovereenkomst, het inschrijven voor een cursus of training, maar ook het (mondeling) bevestigen van een opdracht aan een externe deskundige. Indien vóór de ontvangst van de aanvraag is gestart met werkzaamheden ten behoeve van de te subsidiëren activiteit dan wordt ervan uitgegaan dat er te vroeg een verplichting is aangegaan.
Indien een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag wordt geen subsidie verstrekt.
Artikel 2.5, aanhef en onderdelen f en g
Wanneer voor de activiteit waarvoor bij Gedeputeerde Staten een prestatiesubsidie is aangevraagd reeds een subsidie is aangevraagd of verstrekt door een andere instantie of organisatie in welke vorm dan ook (bijvoorbeeld een projectsubsidie, een kostprijssubsidie of een voucher), dan wordt de aanvraag voor de activiteit eveneens geweigerd.
Uit het bovenstaande volgt dat ‘stapeling’ met andere subsidies niet mogelijk is.
Het steunkader waarbinnen subsidie wordt verstrekt in het kader van deze regeling is de de-minimissteun en is geregeld in Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013. Op grond van deze verordening kan Gedeputeerde Staten aan MKB-ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000,- aan subsidies verstrekken zonder dat dit staatssteun oplevert. Om te kunnen beoordelen dat het vorengenoemde plafondbedrag niet wordt overschreden met de subsidieverstrekking in het kader van deze regeling, dient bij de aanvraag een ingevulde de-minimisverklaring te worden overgelegd.