Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Enkhuizen 2018 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Enkhuizen 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
wet Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2018 | 01-01-2018 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 20-03-2018 |
Hoofdstuk 2 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen
Artikel 2 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen
De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Artikel 3 Omvang en duur eigen bijdrage
De verschuldigde eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt afgestemd op de financiële draagkracht als bedoeld in artikel 2 en de kosten van de voorziening zoals hieronder uitgewerkt.
Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in bruikleen wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd, gebaseerd op de kostprijs van de voorziening, inclusief eventueel kosten voor onderhoud, reparatie en verzekering gedurende de gebruiksperiode.
Voor huishoudelijke ondersteuning en begeleiding individueel die door het college als zorg in natura wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die is gebaseerd op de prijs die de gemeente heeft aanbesteed voor huishoudelijke ondersteuning en begeleiding individueel.
Voor begeleiding groep die door het college als zorg in natura wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die per dagdeel is gebaseerd op de prijs die de gemeente heeft aanbesteed voor begeleiding groep (dagbesteding).
Voor kortdurend verblijf die door het college als zorg in natura wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die per etmaal is gebaseerd op de prijs die de gemeente heeft aanbesteed voor kortdurend verblijf.
Voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding individueel, begeleiding groep of kortdurend verblijf die door het college als Pgb wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per periode van 4 weken een eigen bijdrage verschuldigd die is gebaseerd op de hoogte van het Pgb.
Het Pgb voor diensten wordt vastgesteld op basis van de volgende tarieven:
Wanneer de voorziening via zorg in natura in huur wordt afgenomen door de gemeente: Het Pgb voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.
Onderhoud, reparatie en keuring
De hoogte van het Pgb voor de kosten van onderhoud of reparatie en –indien benodigd- keuring is gelijk aan de werkelijke kosten, voor zover deze het gevolg zijn van normaal gebruik en niet toe te rekenen zijn aan omstandigheden die veroorzaakt zijn door de cliënt of derden.
Indien men afziet van verhuizing naar een andere, meer geschikte woning en zelf in de kosten wil voorzien van het geschikt maken van de woning wordt een Pgb toegekend ter hoogte van de verhuiskostenvergoeding, mits na gereedkomen van de voorziening blijkt dat de woning verder adequaat is voor het gebruik door de cliënt.
Artikel 10 Terugbetaling meerwaarde
De eigenaar-bewoner die een woonvoorziening heeft ontvangen bestaande uit een voorziening die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van de woning binnen een periode van vijf jaar na gereed melding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden.