Organisatie | Oisterwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening advisering sociaal domein gemeente Oisterwijk 2018 |
Citeertitel | Verordening advisering sociaal domein |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2018 | 03-02-2020 | nieuwe regeling | 22-02-2018 |
De raad van de gemeente Oisterwijk,
gelezen het voorstel van het College van 4 januari 2018;
gelet op de verplichtingen op basis van de artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, van artikel 2.10 van de Jeugdwet, van artikel 47 van de Participatiewet;
met in achtneming van artikel 149 van de Gemeentewet;
gelezen het advies van de commissie Inwonerszaken van 25 januari 2018,
de verordening advisering sociaal domein gemeente Oisterwijk 2018 vast te stellen en in werking te laten treden per 1 maart 2018, waarmee tevens de Verordening WMO raad gemeente Oisterwijk uit 2008 en de Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand uit 2011 worden ingetrokken.
Hoofdstuk 2. Advisering sociaal domein
Het coördinatiepunt heeft, in samenwerking met de expertisegroepen (voormalige adviesraden), tot doel de positie van inwoners en vragers van zorg en ondersteuning op alle leefgebieden (integraal) te versterken binnen het werkgebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet, en de Participatiewet.
Artikel 3. Functie coördinatiepunt en expertisegroepen
Het coördinatiepunt voorziet het college gevraagd en ongevraagd advies over de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid in werkgebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet, en de Participatiewet.
Het college vraagt in ieder geval advies aan het coördinatiepunt over de besluiten inzake:
o De vierjaarlijkse beleidsnota Sociaal Domein,
o De deelnota’s en verordeningen binnen het Sociaal Domein waarvan het coördinatiepunt, op basis van het door het college aangedragen planning, heeft aangegeven advies uit te willen brengen.
Artikel 4. Rol bij inspraak van coördinatiepunt en expertisegroepen
Het niveau van de burgerparticipatie van het coördinatiepunt wordt gesteld op “adviseren+”. Dit houdt in dat het coördinatiepunt in samenwerking met de expertisegroepen zowel adviseert over beleidsvoorstellen (reactief) als meedenkt bij de agendering van knelpunten en ontwikkeling van beleid (proactief).
Het College beargumenteert schriftelijk de reden waarom zij een advies van het coördinatiepunt niet overneemt. Het advies van het coördinatiepunt en de argumentatie om van een advies af te wijken wordt meegezonden met de stukken die ter besluitvorming aangeboden worden aan de Raad. De argumentatie wordt eveneens schriftelijk versterkt aan het coördinatiepunt.
Artikel 5. Samenstelling en positionering coördinatiepunt en expertisegroepen
Het lidmaatschap van het coördinatiepunt en een expertisegroep is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad, van een raadscommissie, het college of een functie in de ambtelijke organisatie van de gemeente Oisterwijk of een gemeente waarmee de gemeente Oisterwijk een formele samenwerkingsrelatie heeft.
Voor het werven van nieuwe leden van een expertisegroep wordt door de betreffende expertisegroep een functieprofiel opgesteld. Dit profiel is gebaseerd op de uitgangspunten die het College en het coördinatiepunt hebben vastgesteld voor een dergelijke functie. De betreffende expertisegroep is verantwoordelijk voor het sollicitatieproces en kan desgewenst daarbij gemeenteraadsleden en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en/of aanbieders van voorzieningen uitnodigen.
De expertisegroepen treden in overleg met hun achterban, inwoners en vragers en gebruikers van zorg en ondersteuning om signalen uit de samenleving op te vangen. De expertisegroepen treden hiervoor ook in overleg met organisaties, instanties en ondernemingen die een rol hebben binnen het Sociaal Domein.
Hoofdstuk 3: Ondersteuning coördinatiepunt en expertisegroepen
Artikel 6. Ondersteuning door de gemeente
Het College stelt elk jaar in december een jaarplanning op voor het daarop volgende jaar en stelt die planning beschikbaar aan het coördinatiepunt. Op basis van deze planning geeft het coördinatiepunt het college aan over welke onderwerpen men wil adviseren of op een andere wijze betrokken wil zijn. In overleg tussen en College en het coördinatiepunt worden afspraken gemaakt over de wijze van advisering en betrokkenheid. Elk half jaar wordt de jaarplanning bijgesteld.
Het College wijst uit haar midden een coördinerend wethouder en aanspreekpunt voor het coördinatiepunt van de expertisegroepen aan. De coördinerend wethouder overlegt met het coördinatiepunt van de expertisegroepen over de adequate vergaderfrequentie met de vertegenwoordigers van de gemeente. Het College wijst ook een ambtelijk aanspreekpunt voor het coördinatiepunt aan. Het ambtelijk aanspreekpunt zorgt voor, de door het coördinatiepunt en door de expertisegroepen gewenste, inhoudelijke bijdrage aan adviesbesprekingen.
Artikel 7. Facilitering coördinatiepunt en expertisegroepen
Het coördinatiepunt levert jaarlijks voor 1 juli een begroting en activiteitenplan met daarin vermeld de activiteiten van het coördinatiepunt en de expertisegroepen voor het daaropvolgende jaar. Op basis daarvan stelt de gemeenteraad jaarlijks een budget beschikbaar voor de het coördinatiepuntbetreffende en de expertisegroepen.