Organisatie | De Fryske Marren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavinguitvoeringsprogramma 2018 |
Citeertitel | HUP 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-04-2018 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 13-03-2018 | 1940110029 |
Het is een taak van gemeente De Fryske Marren om ervoor te zorgen dat burgers, bedrijven en recreanten op een veilige, gezonde en duurzame wijze in een mooie (leef)omgeving kunnen wonen, werken en recreëren. Vanuit het eigen specialisme geven de toezichthouders en handhavers hieraan invulling. De toezichthouders en handhavers zijn elke dag op pad in de gemeente en zijn vanuit hun specifieke rol hierdoor een zichtbaar aanspreekpunt voor burgers, ondernemers en recreanten en gastheren en –vrouwen van de gemeente. Hierbij wordt zo efficiënt en integraal mogelijk de werkzaamheden uitgevoerd, waarbij de kernwaarden Klantgericht, Samenwerken en Resultaatgericht als leidraad wordt gehanteerd.
In dit document wordt het Handhavinguitvoeringsprogramma 2018 (hierna te noemen HUP 2018) weergegeven. Het HUP geeft op hoofdlijnen per taakveld (Milieu, Brandveiligheid, BWT & RO, Apv & BW en T&H kwaliteit kinderopvang) de inzet weer van het toezicht in 2018. Deze inzet vindt plaats door cluster Toezicht & Handhaving (afdeling VVH) van de gemeente, de Fumo (milieutoezicht) en de GGD (toezicht kwaliteit kinderopvang), waarbij tevens samenwerking plaatsvindt met andere toezicht- en handhavings-instanties (o.a. de politie, Veiligheidsregio, Provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân).
De wettelijke grondslag van het HUP vloeit voort uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Artikel 7.3 van het Bor stelt dat periodiek (jaarlijks) een uitvoeringsprogramma moet worden gemaakt, waarin wordt aangegeven welke activiteiten op het gebied van toezicht en handhaving worden uitgevoerd. Met dit HUP wordt voor 2018 aan de wettelijke verplichting voldaan. Naast dat in het HUP 2018 wordt ingegaan op de Wabo-gerelateerde taakvelden Milieu, Brandveiligheid, Bouw- en Woningtoezicht en Ruimtelijke Ordening, zijn de taakvelden Algemene plaatselijke verordening (Apv) & Bijzondere Wetten (o.a. Drank- en Horecawet en Wet op de kansspelen) en het toezicht en de handhaving op de kwaliteit van de kinderopvang in het HUP opgenomen. Op deze wijze vindt toezicht en handhaving binnen gemeente De Fryske Marren zo integraal mogelijk plaats.
1.3 Programmatisch toezicht & handhaving
Naast integraal wordt het toezicht en de handhaving ook op programmatische wijze uitgevoerd. Hierdoor wordt op dezelfde manier opgetreden tegen gelijksoortige overtredingen en wordt willekeur zo veel mogelijk voorkomen. Onder het moto ‘zacht waar het kan en hard waar het moet’ wordt het risico gestuurd toezicht toegepast. De risico-inventarisatie vormt hierbij het vertrekpunt. In deze risico-inventarisatie zijn de volgende aspecten betrokken:
Op basis van de risico-inventarisatie zijn vervolgens per taakveld prioriteiten benoemd. Deze prioriteiten geven aan waar het zwaartepunt van toezicht en handhaving ligt. Op deze wijze wordt de beschikbare toezicht- en handhavingscapaciteit zodanig ingezet dat de prioritaire handhavingsonderwerpen voldoende aandacht krijgen. Per taakveld kan de wijze van het stellen van prioriteiten verschillen. Dit heeft te maken met de soort controles die wordt uitgevoerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen periodieke controles zoals bij de taakvelden Milieu en Brandveiligheid en eenmalige controles zoals bij taakveld BWT & RO. De prioritering in het HUP 2018 vloeit voort uit de constateringen, ervaringen, gegevens, resultaten, meldingen, klachten en handhavingsverzoeken van de afgelopen jaren, voornamelijk 2017. Op deze wijze wordt ernaar gestreefd om het toezicht en de handhaving gericht in te zetten, waarbij de controles worden uitgevoerd daar waar het meest nodig is en de handhavingsinspanning het meest effectief is.
1.4 Doel van toezicht en handhaving
Door de inzet van toezicht en eventueel handhaving wordt ernaar gestreefd dat de veilige, gezonde, duurzame en mooie (leef)omgeving binnen gemeente De Fryske Marren wordt behouden. Door het toezicht houden op en het eventueel handhaving van de geldende wet- en regelgeving wordt dit doel nagestreefd en gewaarborgd. Van belang is om het doel meetbaar te maken, zodat kan worden nagegaan of deze ook daadwerkelijk is gehaald. Voor 2018 wordt dan ook ingezet op 85% spontane naleving van de geldende wet- en regelgeving. Dit houdt in dat tijdens de (periodieke) reguliere controles aan de hand van advisering, voorlichting en direct herstel wordt vastgesteld dat in ieder geval 85% van de regels worden nageleefd en dat in maximaal 15% van de gevallen een hercontrole moet worden uitgevoerd. Aan de hand van het aantal hercontroles in relatie tot het totaal aantal (periodieke) reguliere controles kan uiteindelijk worden nagegaan of in 2018 daadwerkelijk het spontane naleefgedrag van minimaal 85% is gehaald.
1.5 Beschikbaar personele capaciteit en budgetten
Om het gestelde doel te halen, maakt cluster toezicht & handhaving in 2018 gebruik van de beschikbare personele capaciteit en budgetten zoals in de onderstaande tabel is aangegeven. De personele capaciteit en budgetten zijn per taakveld uitgesplist.
Invulling vacatureruimte voor juridische handhaving
Vanaf 1 januari 2018 is beschikbare vacatureruimte deels ingevuld voor juridische handhaving (0,4 fte). Deze uitbreiding is in de bovenstaande tabel verwerkt. De invulling van vacatureruimte is een combinatie met personele invulling (0,4 fte) van de beschikbare vacatureruimte binnen cluster OOV (Openbare Orde en Veiligheid). De juridische handhavingstaken in deze functie hebben sterke raakvlakken met cluster OOV en zijn in beginsel gericht op onder andere het taakveld Apv & BW, ontruiming van hennepkwekerijen, Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA), ondermijning (georganiseerde criminaliteit).
Naast uitvoering van het reguliere toezicht beschikt de gemeente over een milieupiketdienst, die door 8 medewerkers van cluster toezicht & handhaving wordt gedraaid. Hierdoor is de gemeente 7 dagen per week 24 uren per dag beschikbaar voor eventuele (milieu)calamiteiten. In beginsel is dit piket gericht op milieuzaken, maar kan daarnaast eventueel ook voor andere calamiteiten binnen het omgevingsrecht worden ingezet. Vanuit alle taakvelden (Milieu, Brandveiligheid, BWT & RO, Apv & BW) binnen het omgevingsrecht worden de medewerkers namelijk ingezet voor het (milieu)piket.
Om de efficiëntie van het toezicht te bevorderen en daarbij zo goed mogelijk de doelen te realiseren, wordt gebruik gemaakt van digitale checklisten (DC’s). Naast de efficiëntie zijn bijkomende voordelen van digitale checklisten dat de uniformiteit en integraliteit van het toezicht worden bevorderd. De toezichthouders kunnen in elkaars checklisten kijken en kunnen, waar mogelijk of nodig, controles overnemen (integrale controle, vakantie of ziekte). Daarnaast zijn de toezichthouders van elkaar op de hoogte waar welke controles zijn uitgevoerd en wat het resultaat van deze controles is.
Per taakveld (Milieu, Brandveiligheid, BWT & RO, Apv & BW) zijn per soort inrichting, bouwwerk/gebouw, gebruik en activiteit checklisten gemaakt. Vervolgens zijn aan de hand van het doel, namelijk een veilige, gezonde, duurzame en mooie (leef)omgeving, geprioriteerd onderwerpen benoemd waarop het toezicht zich richt. Aan de hand van de ingevulde checklisten en de rapportage die erachter hangt, kan per taakveld en vervolgens per soort inrichting, bouwwerk/gebouw, gebruik of activiteit worden aangegeven welke overtredingen het meest voorkomen. Op deze wijze vindt risico gestuurd toezicht plaats én wordt de toezichtlast voor de burger en ondernemer beperkt (‘zacht waar het kan en hard waar het moet’).
1.7 VTH-kwaliteits- en procescriteria
In april 2016 is de Wet VTH (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) in werking getreden. Met de Wet VTH is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gewijzigd. Het doel van deze wijziging is het verbeteren dan wel het waarborgen van de kwaliteit van de VTH-taken. Het gaat hierbij zowel om de kwaliteit van de medewerkers en daarmee de organisatie (VTH-kwaliteitscriteria) als van de processen (VTH-procescriteria). Onder de vlag van het Fries VTH-overleg wordt binnen de provincie Fryslân gezamenlijk gewerkt om op uniforme wijze te voldoen aan de criteria.
In 2016 is een intergemeentelijke werkgroep (waarin gemeente De Fryske Marren is vertegenwoordigd) aan de slag gegaan met de implementatie van de Wet VTH. Het resultaat hiervan zijn de Kaders en Uitgangspunten Frysk Peil F1, de VTH-kwaliteitscriteria Frysk Peil F1 en de Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht. Het college van b&w heeft op 8 november 2016 de Kaders en Uitgangspunten Frysk Peil F1 en de VTH-kwaliteitscriteria Frysk Peil F1 vastgesteld. Vervolgens heeft de gemeenteraad op 20 december 2016 de Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht gemeente De Fryske Marren vastgesteld.
Voorts is eind 2016 gestart met de 0-meting VTH-kwaliteitscriteria. Tijdens deze 0-meting is bij de medewerkers, die vanuit zijn of haar deskundigheid werkzaam zijn binnen het VTH-domein, in kaart gebracht in hoeverre wordt voldaan aan de VTH-kwaliteitscriteria. De 0-meting is eind 2017 afgerond. Aan de hand van de 0-meting zal in 2018 inzichtelijk worden gemaakt in hoeverre aan de deskundigheden wordt voldaan. Tevens wordt in kaart gebracht welke deskundigheden nog niet op niveau zijn en over welke deskundigheden de gemeente niet beschikt. Aan de hand van de resultaten zal een plan van aanpak worden gemaakt om ervoor te zorgen dat de gemeente voor alle deskundigheden (blijvend) aan de VTH-kwaliteitscriteria voldoet. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door opleiding/scholing van de medewerkers, het aantrekken van personeel, de samenwerking aangaan met (buurt)gemeenten of het (meer) uitbesteden van de deskundigheden aan uitvoeringsdiensten of private partijen. Waar mogelijk en nodig zal hierbij afstemming en samenwerking plaatsvinden binnen het Fries VTH-overleg.
Vanaf 2017 is de intergemeentelijke werkgroep aan de slag gegaan om te voldoen aan de VTH-procescriteria. Een onderdeel van de procescriteria is de implementatie van de Landelijke Handhavingstrategie (LHS). Het doel van deze strategie is dat bij de uitvoering van de beginselplicht tot handhaving op passend wijze wordt gehandeld naar aanleiding van bevindingen en dat bij iedere bevinding, in vergelijkbare situaties vergelijkbare keuzes worden gemaakt en op vergelijkbare wijze wordt opgetreden (rechtsgelijkheid). Daarnaast wordt door het toepassen van de LHS de onderlinge afstemming en samenwerking tussen (landelijke) handhavingsinstanties bevorderd, het bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving bij elkaar gebracht en op elkaar afgestemd. Het college van b&w heeft op 8 november 2016 de LHS vastgesteld, waardoor op dit punt wordt voldaan aan de procescriteria.
Daarnaast wordt vanuit de intergemeentelijke werkgroep en in afstemming met onder andere het OM, de provincie, Wetterskip Fryslân, de uitvoeringsdiensten, natuurorganisaties gewerkt aan het Strategisch VTH-beleid, de probleem- en risicoanalyse, het uitvoeringsprogramma en het jaarplan voor de bevoegde gezagen. Hierbij worden sjablonen gemaakt die de bevoegde gezagen kunnen gebruiken om te voldoen aan de procescriteria. Het doel hierbij is om de systematiek van de documenten te uniformeren, zodat de onderlinge afstemming en de werkbaarheid voor de uitvoeringsdiensten worden bevorderd. Het vullen van de documenten en daarmee de prioritering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving is voorbehouden aan de afzonderlijke bevoegde gezagen, waardoor de autonomie is gewaarborgd. De bedoeling is dat de documenten (sjablonen) voor de zomer van 2018 worden opgeleverd en dat vaststelling van het strategisch VTH-beleid 2019- 2022 en het VTH-plan 2019 eind 2018 plaats vindt, waardoor de gemeente voldoet aan de VTH-procescriteria.
1.8 Ontwikkelingen 2018 (e.v.)
Naast dat binnen de vakgebieden toezicht en handhaving de reguliere werkzaamheden wordt verricht, wordt ook ingezet op de huidige en toekomstige interne en externe ontwikkelingen. Zo worden de afgesproken bezuinigingen (Zero-base) in 2019 afgerond. Daarnaast vindt continu afstemming en verbetering van de samenwerking tussen de gemeente en de uitvoeringsdiensten (Veiligheidsregio Fryslân en de Fumo) plaats, om ervoor te zorgen dat de wettelijke taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving zo goed mogelijk op elkaar worden afgestemd en worden uitgevoerd.
Binnen gemeente De Fryske Marren is in 2017 aangevangen met de implementatie van de Omgevingswet. De stuurgroep wordt hierbij gevormd door het MO (Management Overleg). De projectgroep wordt gevormd door de managers van de afdelingen RO en VVH (voorzitters) en medewerkers (deelproject-leiders) uit deze afdelingen. Binnen de projectgroep is een verdeling gemaakt in 5 deelprojecten (Omgevingsvisie, Omgevingsplan, VTH, digitale dienstverlening en Bedrijfsvoering). Het streven is dat in 2018 het ambitieniveau en de omgevingsvisie van de gemeente wordt vastgesteld. Daarnaast zal ter voorbereiding op het Omgevingsplan als pilot een bestemmingsplan verruimde reikwijdte voor het buitengebied van de voormalige gemeente Gaasterlân-Sleat worden gemaakt. Naar verwachting zal de Omgevingswet op 1 januari 2021 in werking treden.
In februari 2017 heeft de Tweede Kamer de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen aangenomen, waarbij het de bedoeling was dat deze op 1 januari 2018 in werking zou treden. Echter in juli 2017 is het wetsvoorstel door de Eerste kamer voor onbepaalde tijd aangehouden. De bedoeling van het wetsvoorstel was/is dat de toetsing op de bouwtechnische eisen (Bouwbesluit 2012) bij omgevingsvergunningen en het toezicht hierop tijdens de bouw overgaat naar de private markt. De verwachting is dat de invoering van deze wet wordt gekoppeld aan het inwerkingtreden van de Omgevingswet op 1 januari 2021. Welke consequenties dit voor gemeente De Fryske Marren heeft, zal in aanloop op 2021 inzichtelijk worden gemaakt.
Openbare orde en veiligheid in het openbaar gebied
Naast het omgevingsrecht staan er ook op het gebied van openbare orde en veiligheid in het openbaar gebied veel ontwikkelingen op stapel. Zo wordt in 2018 de geactualiseerde Algemene plaatselijke verordening (Apv) ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. De actualisatie ziet op nieuwe (wettelijke) ontwikkelingen (o.a. evenementenbeleid, Wet woonoverlast, brandveilig gebruik niet zijnde gebouwen, het stoepkrijtverbod, schaarse besluiten en hierbij de geldigheid van vergunningen, het digitale opkopersregister (DOR), implementatie bestuurlijke boete). Tevens wordt de Apv aangepast op basis van de ervaringen die zijn opgedaan bij het toepassen ervan op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Tevens wordt vanaf 2018 actief ingezet op het tegengaan van ondermijnende criminaliteit. In het driehoeksoverleg (gemeente, politie en openbaar ministerie) is besloten dat in onze gemeente een onderzoek wordt uitgevoerd naar het ondermijningsbeeld. Hierbij wordt nagegaan welke concrete voorbeelden van mogelijke ondermijning in onze gemeente voorkomen. Het onderzoek wordt samen en gelijkertijd met gemeente Súdwest-Fryslân uitgevoerd (basisteam politie Sneek). Uiteindelijk wordt voor de hele regio Noord-Nederland een ondermijningsbeeld opgesteld. Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) is deskundig op het gebied van ondermijnende criminaliteit en voert het onderzoek uit. Als onderdeel van het tegengaan van ondermijnende criminaliteit is in 2017 aangevangen met het project Landelijke Aanpak Adreskwaliteit, waarbij mogelijke adresfraude wordt onderzocht. Daarnaast wordt vanaf 2017 in goede samenwerking met de politie actief ingezet op de bestuursrechtelijke aanpak van hennepkwekerijen, waarbij op grond artikel 13b Opiumwet de burgemeester kan overgaan tot sluiting van de henneplocatie voor een bepaalde periode. Tot slot zal in het kader van het tegengaan van ondermijnende criminaliteit Bibob-beleid ter vaststelling worden voorgelegd.
In provincie Fryslân heeft gemeente De Fryske Marren de grootste oppervlakte aan binnenwater (meren, kanalen, vaarten e.d.). Dit is één van de visitekaartjes van de gemeente. Het is belangrijk dat dit zo blijft, de kwaliteit ervan wordt gewaarborgd en de recreanten en toeristen hiervan blijvend kunnen genieten. Het toezicht op het water wordt deels georganiseerd vanuit het Zomerwater-overleg, waarbij het zwaartepunt ligt op evenementen op het water. De regie van dit overleg wordt gevoerd door de gemeenten Súdwest-Fryslân en De Fryske Marren. De behoefte is aanwezig om het toezicht op het water breder te trekken dan de evenementen en ook in te zetten op andere overlastsituaties en overtredingen. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan ongewenste bewoning in boten van personen zonder vaste woon- of verblijfplaats, het illegaal ligplaats innemen, illegale bouwwerken, lozingen en stroperij. In 2018 zal dan ook worden nagegaan op welke wijze integraal toezicht op het water door meerdere instanties (bijvoorbeeld politie, Rijkswaterstaat, provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân, De Marrekrite, natuurorganisaties en gemeente) plaats kan vinden.
In hoofdstuk 1 wordt kort ingegaan op de wettelijke grondslag, het doel en de beschikbare middelen om op goede wijze het toezicht en de handhaving uit te voeren. Daarnaast wordt kort stilgestaan bij randvoorwaarden en de (toekomstige) ontwikkelingen, die van invloed zijn op het toezicht en de handhaving. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op het uitvoeringsprogramma voor 2018. Per taakveld wordt hierbij aangegeven op welke bedrijven (inrichtingen), gebruik, activiteiten en/of handhavingsonderwerpen het toezicht en de handhaving zullen worden ingezet. Hierbij wordt verwezen naar Bijlage 1, waarin nader wordt ingegaan waarop en op welke wijze toezicht en handhaving plaatsvindt.
Handhavinguitvoeringsprogramma 2018
In dit hoofdstuk wordt per taakveld aangegeven waarop het toezicht en de handhaving in 2018 zich richt en waar dus de prioriteiten liggen. In eerste instantie wordt hierbij ingegaan op het taakveld milieu, waarbij tevens de inzet van de Fumo zal worden aangegeven. Vervolgens zal de inzet binnen het taakveld Brandveiligheid onder de aandacht worden gebracht, waarna het taakveld BWT & RO de revue passeert. Voorts wordt stilgestaan bij het taakveld Apv & BW en tot slot zal de inzet binnen het taakveld T&H kwaliteit kinderopvang worden aangegeven.
Binnen het taakveld Milieu wordt op het gebied van toezicht zowel werkzaamheden uitgevoerd door een medewerker van gemeente De Fryske Marren (1,00 fte) als door de medewerkers van de Fumo, die namens de gemeente bij de meer complexe milieu-inrichtingen controles uitvoeren. Daarnaast worden waar mogelijk gecombineerde (integrale) controles door de toezichthouders van de gemeente uitgevoerd, waarbij meerdere taakvelden worden beoordeeld. Het gaat hierbij om de brandveiligheid, horeca (Drank- en Horecawet) en milieu. Omgerekend betekent dit dat 0,25 fte aan milieutoezicht tijdens integrale controles wordt ingezet. In het onderstaande overzicht worden de beschikbare uren en het aantal uit te voeren controles binnen het taakveld Milieu weergegeven.
2.2.1 Toezicht gemeente De Fryske Marren
Niet-inrichtinggebonden toezicht (o.a. verbranden van afval, dumpen van afval, gebruik van grond/puin in werken, illegale lozingen, illegale bodem- en grondstromen e.d.) | ||
Het zwaartepunt van het toezicht binnen het taakveld Milieu ligt bij het inrichtinggebonden toezicht. Tijdens dit toezicht worden bedrijven periodiek gecontroleerd, waarbij wordt nagegaan of tijdens de bedrijfsuitoefening de milieuvoorschriften worden nageleefd en hierdoor het milieu niet onevenredig wordt aangetast. De meeste milieucontroles worden uitgevoerd in de agrarische sector (veehouderijen en loonbedrijven), bij horeca-, sport en recreatiebedrijven, garagebedrijven, industriële bedrijven en opslag- en transportbedrijven. Daarnaast worden opleveringscontroles uitgevoerd naar aanleiding van het starten van nieuwe bedrijven of het wijzigen van bestaande bedrijven in de gemeente. In paragraaf 1.2 van Bijlage 1 zijn per branche de onderwerpen (prioriteiten) aangegeven waarop in 2018 het toezicht in ieder geval is gericht. In relatie tot de branche komen deze onderwerpen het meeste voor en is het risico en het negatief effect op de aantasting van het milieu het grootst.
Naast het toezicht op bedrijven worden ook controles uitgevoerd op activiteiten die niet binnen bedrijven plaatsvinden en naar aanleiding van klachten, meldingen en verzoeken. Hierbij gaat het onder andere om verbranden en dumpen van afval, illegale lozingen, geluidsoverlast, geuroverlast e.d.
Naast de reguliere werkzaamheden wordt binnen het taakveld Milieu in 2018 twee projecten gedraaid. In eerste instantie wordt elk jaar het project ‘Paasvuren / vreugde vuren’ uitgevoerd. Het college van b&w vindt het belangrijk dat (oude) tradities in ere worden gehouden. Dit geldt ook voor het ontsteken van paasbulten. Gelijkertijd is het van belang dat de veiligheid, gezondheid en openbare orde wordt gewaarborgd en dat de milieubelasting tot een minimum wordt beperkt. Om beide doelen na te streven kan onder voorwaarden ontheffing worden verleend voor het verbod op het verbranden van afvalstoffen buiten een milieu-inrichting. Middels het uitvoeren van toezicht en eventueel het handhaven tegen overtredingen wordt ernaar gestreefd dat de ontheffingsvoorwaarden worden nageleefd en daarmee de doelen worden bereikt. Hierbij vindt het toezicht integraal plaats, waarbij afstemming en samenwerking plaatsvindt tussen de taakvelden milieu, Brandveiligheid en Apv & BW. Het project ‘Paasvuren/vreugde- vuren’ valt namelijk binnen deze drie taakvelden.
Voorts is in 2017 aangevangen met de inventarisatie van bedrijventerrein Lemsterhoek. Deze inventarisatie is toegespitst op de taakvelden Brandveiligheid, BWT&RO en Milieu en heeft in goede afstemming met de bedrijvencontactfunctionaris plaatsgevonden. Aan de hand van de inventarisatie en de resultaten ervan zal in 2018 samen met de bedrijvencontactfunctionaris en in overleg met de ondernemers van het bedrijventerrein Lemsterhoek ervoor worden gezorgd dat de geconstateerde overtredingen worden beëindigd. Wanneer noodzakelijk zal hierbij gebruik worden gemaakt van de beschikbare handhavings-instrumenten.
2.2.2 Toezicht Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (Fumo)
Naast de gemeentelijke toezichthouders voeren de toezichthouders van de Fumo binnen het taakveld Milieu in 2018 werkzaamheden namens gemeente De Fryske Marren uit. Deze werkzaamheden zijn hoofdzakelijk gericht op het reguliere toezicht bij complexe milieu-inrichtingen. De planning is dat de Fumo in 2018 144 bedrijven zal controleren. Wanneer tijdens deze controles overtredingen worden geconstateerd, voert de Fumo ook de hercontroles uit. Wanneer klachten of meldingen over ‘Fumo-bedrijven’ bij de gemeente binnen komen, worden deze tevens opgepakt door de Fumo.
In het bestuurlijk VTH-overleg is afgesproken dat binnen provincie Fryslân prioriteit wordt gegeven aan illegale bodem- en grondstromen en het illegaal verwijderen van asbesthoudende materialen. De Fumo zal voor gemeente De Fryske Marren het ketentoezicht hierop uitvoeren. Hiervoor is 607 uren voor toezicht en handhaving beschikbaar.
Naast de reguliere werkzaamheden voert de Fumo in 2018 2 projecten uitvoeren. In het kader van duurzaamheid gaat het om het uitvoeren van energie audits bij bedrijven die veel energie verbruiken. Deze audits worden zoveel mogelijk gecombineerd met het reguliere toezicht bij de bedrijven. Dit project is in 2017 van start gegaan en wordt in 2018 voortgezet. Daarnaast voert de Fumo jaarlijks in december de eindejaarscontroles bij de vuurwerkverkooppunten in de gemeente uit.
Het toezicht op het brandveilig gebruik van inrichtingen en (kleinschalige) evenementen wordt door gemeente De Fryske Marren in eigen hand uitgevoerd. Dit in goed overleg en samenwerking met de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Het toezicht wordt uitgevoerd door de toezichthouder Brandveiligheid (1,0 fte).
Het toezicht binnen het taakveld Brandveiligheid is voor een groot deel periodiek van aard. Tijdens deze controles wordt nagegaan of het gebruik van de bedrijven en instellingen op brandveilige wijze wordt gedaan en de evenementen wel (brand)veilig plaatsvinden. Hierbij wordt aangesloten bij de werkwijze van de Veiligheidsregio Fryslân (VFR) en vindt daarnaast regelmatig afstemming en samenwerking plaats met de VFR. In paragraaf 1.3 van Bijlage 1 is per soort gebruik en de intensiteit ervan aangegeven op welke onderwerpen het toezicht is gericht. Naast periodiek repressief toezicht wordt steeds meer ingezet op preventie. Hierbij gaat het om advisering op brandveiligheid bij aanvragen van (evenementen)-vergunningen, het geven van voorlichting bij instellingen en op scholen over brandveilig leven. Tevens wordt vanuit het taakveld Brandveiligheid in 2018 verder gewerkt aan de risicokaart (ISOR) binnen de gemeente, waarbij potentiele risico’s vanuit het perspectief van brandgevaarlijke situaties in de leefomgeving in kaart worden gebracht. In het verlengde hiervan worden ook werkzaamheden uitgevoerd wat betreft het in kaart brengen van de aanwezige brandkranen in de gemeente en het onderhoud hiervan.
Naast de reguliere werkzaamheden wordt binnen het taakveld Brandveiligheid in 2018 ook aandacht besteed aan drie projecten. Het gaat hierbij om de projecten ‘Paasvuren / vreugde vuren’, ‘Inventarisatie bedrijventerreinen’ en het ‘Zelftoezicht bedrijven (prioriteit 3 en 4)’. Het project ‘Paasvuren / vreugde vuren’ wordt jaarlijks gezamenlijk door de toezichthouders van de taakvelden Milieu, Brandveiligheid en Apv & BW uitgevoerd. In de toelichting van paragraaf 2.2.1 is inmiddels ingegaan op dit project. Kortheidshalve en om herhaling te voorkomen, wordt dan ook hiernaar verwezen.
In 2017 is aangevangen met het project ‘Inventarisatie bedrijventerreinen’, die gezamenlijk door de taakvelden Brandveiligheid, BWT & RO en Milieu wordt uitgevoerd. In de toelichting van paragraaf 2.2.1 wordt inhoudelijk op dit project ingegaan. Kortheidshalve en om herhaling te voorkomen, wordt dan ook hiernaar verwezen.
Tot slot is eind 2017 aangevangen met de voorbereidingen voor het project ‘Zelf toezicht (prioriteit 3 en 4)’ en is vervolgens begin 2018 daadwerkelijk van start gegaan met dit project. In eerste instantie wordt dit project als pilot uitgevoerd. De insteek van dit project is dat de eigenaren/gebruikers van de inrichting (bedrijf of instelling) aan de hand van een digitale checklist (link via een e-mail toegestuurd) zelf een ronde door het gebouw maken en controleren of het gebouw en het gebruik ervan voldoet aan de brandveiligheidsvoorschriften. Na het invullen van de checklist wordt deze teruggestuurd naar de gemeente. Wanneer de eigenaar/gebruiker behoefte heeft aan begeleiding van de gemeente, wordt de controle gezamenlijk met de toezichthouder Brandveiligheid uitgevoerd. Wanneer de checklist niet ingevuld wordt teruggestuurd, wordt alsnog een controle door de toezichthouder Brandveiligheid uitgevoerd. Bij het aangeven van één of meerdere overtreding(en) in de checklist voert de toezichthouder vervolgens een hercontrole uit en worden afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat de overtreding(en) wordt c.q. worden opgelost. Om ervoor te zorgen dat het risico zoveel mogelijk wordt beperkt, is ervoor gekozen om het zelftoezicht toe te passen op inrichtingen die 1 keer in de 5 jaren worden gecontroleerd en waarbij de prioritering (3 en 4) en daarmee het risico laag is. Het doel van dit project is tweeledig. In eerste instantie is het de bedoeling om met het zelftoezicht de bewustwording voor brandveiligheid en daarmee de verantwoordelijkheid bij de eigenaar/gebruiker te vergroten en heeft dus een preventief effect. Daarnaast wordt door het zelftoezicht de werkdruk van de toezichthouder Brandveiligheid verminderd en kan meer inzet worden gepleegd op risicovolle inrichtingen.
Het toezicht binnen dit taakveld is opgesplitst in twee sub-taakvelden, namelijk BWT (bouw- en woningtoezicht) en RO (ruimtelijke ordening). Binnen het sub-taakveld BWT vindt toezicht plaats op het bouwen, verbouwen en slopen van bouwwerken en gebouwen. Vanuit het sub-taakveld RO wordt toezicht gehouden op het gebruik van gebouwen en percelen, zoals is geregeld in de beheersverordeningen of de bestemmingsplannen. Het toezicht binnen taakveld BWT & RO wordt uitgevoerd door 4 medewerkers (4 fte) van de gemeente.
Het reguliere toezicht binnen het taakveld BWT&RO wordt voornamelijk ingezet op de controle van verleende omgevingsvergunningen en illegale bouw, verbouw en sloop (zonder of in strijd met omgevingsvergunningen en meldingen) en strijdig gebruik (in strijd met de beheersverordening of het bestemmingsplan). De economische groei vertaalt zich binnen gemeente De Fryske Marren onder andere ook in een toename van de bouwactiviteiten en daarmee in het aantal verleende omgevingsvergunningen. Het is dan ook zaak dat het toezicht erop is gericht dat overeenkomstig de verleende vergunningen wordt gehandeld. Daarnaast wordt actief toezicht gehouden op illegale bouw en gebruik. Immers bij illegale bouw en gebruik is niet middels een vergunningentraject beoordeeld of het betreffende gebouw en/of het gebruik in overeenstemming is met de normen die de gemeente hanteert. In paragraaf 1.4 van Bijlage 1 is de prioritering per soort bouwwerk, gebouw en gebruik weergegeven, gerelateerd aan de (constructieve) veiligheid, gezondheid en aantasting van de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit. Voorts wordt actief gereageerd op signalen van burgers en ondernemers en worden controles uitgevoerd naar aanleiding van klachten, meldingen en verzoeken.
Naast de reguliere werkzaamheden worden er binnen het taakveld BWT&RO in 2018 ook 5 projecten gedraaid. Het gaat hierbij grotendeels om bestaande projecten die in 2017 zijn opgestart en doorlopen in 2018, zoals de inventarisatie van het bedrijventerrein Lemsterhoek, RVS in zwembaden en het verkeersknooppunt Joure (A6/A7). Daarnaast wordt in 2018 daadwerkelijk aangevangen met toezicht en handhaving tegen permanente bewoning van recreatiewoningen.
In 2017 is aangevangen met het project ‘Inventarisatie bedrijventerreinen’, die gezamenlijk door de taakvelden Brandveiligheid, BWT & RO en Milieu wordt uitgevoerd. In de toelichting van paragraaf 2.2.1 wordt inhoudelijk op dit project ingegaan. Kortheidshalve en om herhaling te voorkomen, wordt dan ook hiernaar verwezen.
Net als het project Inventarisatie bedrijventerrein Lemsterhoek is het project RVS in zwembaden voor 2018 al opgestart. Dit naar aanleiding van de wijziging van het Bouwbesluit 2012 op 1 juli 2016. In het kader van de veiligheid in zwembaden is de verplichting in het Bouwbesluit 2012 opgenomen dat de eigenaar van een zwembad onderzoek moet (laten) doen wat betreft het inventariseren van dragende metalen delen in het zwembad, waarbij de kwalitatieve staat van deze verbindingen in kaart moet worden gebracht. Eind 2016 zijn de zwembadeigenaren geïnformeerd over de verplichting om een onderzoek te laten uitvoeren. Inmiddels voldoen de meeste zwembadeigenaren aan deze verplichting. In twee gevallen wordt nog niet de verplichting voldaan en is het toezicht- en handhavingstraject ingezet. De verwachting is dat dit project in 2018 ook wordt afgerond.
Vanaf begin 2018 is daadwerkelijk van start gegaan met het project ‘Onrechtmatige bewoning recreatiewoningen’. Ter voorbereiding hierop heeft het college van b&w op 15 augustus 2017 de beleidsnotitie ‘Onrechtmatige bewoning recreatiewoningen’ vastgesteld. Aan de hand van de beleidsnotitie en het bijbehorende draaiboek zijn in januari 2018 de eigenaren en de bewoners van recreatiewoningen geïnformeerd over de geldende regels, welke termijnen worden gehanteerd en welke acties wanneer worden ondernomen om uiteindelijk ervoor te zorgen dat het onrechtmatig bewonen van recreatie-woningen niet meer in de gemeente voorkomt. Wanneer spontane naleving van de geldende regels niet binnen de gestelde termijnen plaatsvindt, zullen toezicht- en handhavingsprocedures worden opgestart.
Het Verkeersknooppunt Joure (A6/A7) is tot slot ook een lopend project die tot nu toe op het gebied van het toezicht in 2018 nog het nodige werk vergt. De verwachting is dat dit project in 2018 worden afgerond.
2.5 Taakveld Apv & BW (Bijzondere Wetten)
Het toezicht binnen taakveld Apv & BW wordt in 2018 uitgevoerd door 3 toezichthouders (1,00 fte, 0,89 fte en 0,50 fte). Daarnaast zijn circa 500 uren beschikbaar voor het inhuren van Boa’s voor het parkeertoezicht op de blauwe parkeerzones in Joure en Lemmer in de periode mei tot en met oktober (zomerseizoen). Buiten deze periode wordt het parkeertoezicht door de eigen gemeentelijke Boa’s uitgevoerd.
Het toezicht en de handhaving binnen het taakveld Apv & BW richt zich voornamelijk op het openbaar toegankelijk gebied. Het uitgangspunt hierbij is dat de middenstand en organisaties de ruimte krijgen activiteiten en evenementen te organiseren voor zowel burgers, recreanten en toeristen, waarbij gelijkertijd de openbare orde en de veiligheid wordt gewaarborgd en de overlast tot een minimum wordt beperkt. De inzet van het toezicht is in eerste instantie gericht op die onderwerpen waarbij het negatief effect van overtredingen op de gebieden van veiligheid, gezondheid en overlast het grootst is. In 2018 spitsen de controles zich dan ook toe op evenementen, de horeca, de inrichting en het gebruik van het openbaar gebied (aankondigingsborden, stalling, honden en parkeren) en het aanbieden/dumpen van afval. Op deze onderwerpen vindt toezicht plaats door middel van het actief uitvoeren van (periodieke) controles. Daarnaast vindt toezicht plaats naar aanleiding van klachten, meldingen en verzoeken. In paragraaf 1.5 van Bijlage 1 is de prioritering van de onderwerpen en de wijze van het toezicht aangegeven.
Waar het gaat om periodieke controles bij horecabedrijven vindt afstemming en samenwerking plaats met de taakvelden Brandveiligheid en Milieu. Op deze wijze wordt het toezicht integraal uitgevoerd, waarbij meerdere onderwerpen van verschillende taakvelden (Apv & BW, Brandveiligheid en Milieu) in één controle worden beoordeeld.
In 2018 wordt binnen het taakveld Apv & BW naast de reguliere werkzaamheden één project uitgevoerd, namelijk ‘Paasvuren/vreugdevuren’. Dit project wordt jaarlijks gezamenlijk door de toezichthouders van de taakvelden Milieu, Brandveiligheid en Apv & BW uitgevoerd. In de toelichting van paragraaf 2.2.1 is inmiddels ingegaan op dit project. Kortheidshalve en om herhaling te voorkomen, wordt dan ook hiernaar verwezen.
2.6 Taakveld Toezicht & Handhaving kwaliteit kinderopvang
Het toezicht en de handhaving kwaliteit kinderopvang wordt gezamenlijk uitgevoerd door de GGD (Veiligheidsregio Fryslân) en gemeente De Fryske Marren. Hierbij vindt het toezicht plaats door de GGD en de handhaving wordt gedaan door de gemeente. Tevens doet de gemeente de registraties van kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders. Binnen de afdeling VVH houdt 1 medewerker (0,56 fte) zich bezig met de registratie en handhaving van kinderdagverblijven, gastouderbureaus, buitenschoolse opvang en gastouders.
2.6.2 Handhaving gemeente De Fryske Marren
Op grond van de werkvoorraad in relatie tot het beschikbare budget en de capaciteit zal de GGD in 2018 66 controles uitvoeren. Deze controles worden uitgevoerd bij kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en steekproefsgewijs bij gastouders. De controles zijn periodiek van aard en worden inhoudelijk uitgevoerd overeenkomstig de prioritering, zoals opgenomen in de vastgestelde Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang De Fryske Marren. Aan de hand van de uitgevoerde controles en de hierbij eventueel geconstateerde overtredingen wordt de handhaving door de gemeente ingezet. Het handhavend optreden tegen de overtredingen vindt plaats op basis van de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang De Fryske Marren. De prioritering van de overtredingen zijn weergegeven in paragraaf 1.6 van Bijlage 1.
Op basis van de ervaring en rekening houdend met de economische groei is de inschatting dat 216 aanvragen bij de gemeente worden ingediend voor nieuwe dan wel wijzigen van bestaande kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders. Deze aanvragen worden in behandeling genomen, verwerkt en geregistreerd in het LRK (Landelijk Register Kinderopvang).
Bijlage 1 Specificatie per taakveld
In het Handhavinguitvoeringsprogramma (hierna te noemen HUP) wordt per taakveld aangegeven waarop het toezicht zich in 2018 richt, waarbij is aangegeven hoeveel controles per taakveld worden uitgevoerd en hoeveel ureninzet hiermee is gemoeid. Per taakveld is het soort controle verschillend. Zo worden binnen de taalvelden Milieu, Brandveiligheid en T&H Kwaliteit Kinderopvang voor het overgrote deel periodiek (repeterend) controles bij de bedrijven en instellingen uitgevoerd. Dit is deels ook het geval binnen het taakveld Apv & BW, waarbij het dan gaat om reguliere horecacontroles. Hierbij wordt erop toegezien of het reguliere gebruik van de bedrijven en instellingen overeenkomstig de wet- en regelgeving is. Daarnaast worden binnen de taakvelden BWT & RO en Apv & BW ‘afrondende’ controles uitgevoerd, waarbij wordt nagegaan of percelen, gebouwen, bouwwerken, evenementen, objecten e.d. overeenkomstig de wet- en regelgeving zijn gebouwd respectievelijk worden uitgevoerd. In de onderhavige bijlage wordt per taakveld specifieker aangegeven waarop het toezicht is gericht. Omdat hierboven is aangegeven dat het soort controle per taakveld verschillend is, kan de uitwerking van de specificatie ook verschillen.
Het toezicht binnen het taakveld Milieu vindt grotendeels plaats door middel van het periodiek controleren van milieu-inrichtingen (bedrijven). Tijdens de controles wordt nagegaan of door het uitoefenen van het bedrijf het milieu en de omgeving niet onevenredig worden geschaad. De milieu-inrichtingen kunnen worden verdeeld in verschillende branches. In het onderstaande overzicht wordt per branche aangegeven op welke onderwerpen expliciet het toezicht in 2018 is gericht.
Net als binnen het taakveld Milieu worden binnen het taakveld Brandveiligheid periodiek controles uitgevoerd bij inrichtingen (bedrijven en instellingen). De nadruk ligt hier bij het brandveilig gebruik van de betreffende panden, de voorzieningen om brand zoveel mogelijk te voorkomen en ervoor te zorgen dat de mensen bij brand zo snel mogelijk het pand kunnen verlaten. Het gebruik van de bedrijven en instellingen kan worden onderverdeeld in verschillende soorten. In het onderstaande schema wordt per soort gebruik aangegeven op welke onderwerpen het toezicht in 2018 expliciet is gericht.
Overzicht prioriteiten per soort gebruik
In tegenstelling tot de taakvelden Milieu en Brandveiligheid is het toezicht binnen het taakveld BWT & RO op een bouwwerk, gebouw of perceel afrondend en niet periodiek. Wanneer de bouw van een bouwwerk of gebouw wordt opgeleverd, wordt vervolgens het toezicht hierop afgerond. Het toezicht binnen dit taakveld richt zich op het oprichten van bouwwerken en gebouwen (sub-taakveld BWT) en op het gebruik van gebouwen en percelen (sub-taakveld RO). Voorts wordt het toezicht uitgevoerd op basis van verleende omgevingsvergunningen en naar aanleiding van reguliere controles, al dan niet in navolging op handhavingsverzoeken, klachten of meldingen. In de onderstaande twee overzichten wordt per sub-taakveld de prioriteiten per bouwwerk, gebouw en gebruik aangegeven. In eerste instantie vindt de prioritering plaats per soort bouwwerk, gebouw en het gebruik van een perceel (inclusief opstallen) in relatie tot de (constructieve) veiligheid, gezondheid en de impact op de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit. Daarnaast is de prioritering tot stand gekomen op basis van de opgedane ervaring door de toezichthouders van de afgelopen jaren (hoe vaak komt een overtreding voor) in combinatie met de ontvangen handhavingsverzoeken, klachten en meldingen.
Prioriteiten sub-taakveld BWT per soort bouwwerk/gebouw
Prioriteiten sub-taakveld RO per soort gebruik
Het toezicht binnen het taakveld Apv & BW vindt plaats op de openbare weg, het openbaar gebied en is dus enorm uitgestrekt en gevarieerd. Daarnaast vindt het toezicht zowel periodiek plaats op het gebruik (horeca, kansspelen, e.d.) als ‘afrondend’ op activiteiten en objecten zoals evenementen, parkeren, ligplaats innemen, aankondigingsborden, stalling en voorwerpen op de openbare weg, standplaatsen, afval en. De prioritering van de onderwerpen heeft plaatsgevonden op basis van de afweging in welke mate de openbare orde en veiligheid in het geding is. Daarnaast is rekening gehouden met de opgedane ervaring tijdens het toezicht van de afgelopen jaren en op basis van het aantal handhavingsverzoeken, klachten en meldingen.
Prioriteiten taakveld Apv & BW per onderwerp
1.6Taakveld T&H Kwaliteit Kinderopvang
Het toezicht en de handhaving binnen dit taakveld worden gezamenlijk uitgevoerd door de GGD en de gemeente. Hierbij neemt de GGD het toezicht voor haar rekening en de gemeente voert de handhaving uit. Tevens is de gemeente verantwoordelijk voor de registratie van kinderdagverblijven, gastouderbureaus, gastouders en buitenschoolse opvang. Het toezicht op de kwaliteit van kinderopvang is verdeeld onder 7 domeinen, namelijk Kinderopvang, gastouderopvang, gastouderbureau in de zin van de wet, Pedagogisch klimaat, Personeel en groepen, Veiligheid en gezondheid, Accommodatie en inrichting, Ouderrecht en Kwaliteit gastouderbureau. Vervolgens zijn de domeinen onderverdeeld in verschillende onderwerpen. In het onderstaande overzicht zijn per domein de onderwerpen weergegeven. De informatie in het overzicht (verkorte versie) is afkomstig uit de ‘Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang De Fryske Marren’, die op 12 december 2017 zijn vastgesteld en op 3 januari 2018 in werking zijn getreden.
Prioriteiten taakveld T&H Kwaliteit Kinderopvang - Afwegingsoverzicht T&H Kwaliteit dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang en gastouderbureau (verkorte versie)