Hoofdstuk 3 Subsidie art. 2.1
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Het aanbieden van peuteropvang aan peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag.
Artikel 4 Voorwaarden voor toekenning subsidie peuteropvang
- 1.
De peuteropvangorganisatie moet voldoen aan de vereisten in de Wet Kinderopvang en ingeschreven staan in het LRK.
- 2.
De subsidie wordt alleen verstrekt voor peuters waarvan de ouder(s) niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag op grond van de Wet Kinderopvang.
Artikel 5 Bepaling hoogte subsidie peuteropvang
- 1.
Om te bepalen welke kosten ouders moeten betalen en welk deel de gemeente gaat subsidiëren, wordt er gewerkt met een inkomenstoets. Deze inkomenstoets bestaat uit het overleggen van inkomensgegevens door ouders aan de peuteropvangorganisatie. Daarnaast tekenen ouders een ouderverklaring.
- 2.
Het gemeentelijk deel c.q. de hoogte van de subsidie wordt bepaald door de opzet van de factuur waarin opgenomen aantal kinderen x aantal uur x uurtarief. Per dagdeel van maximaal 4 uur mag de organisatie 4 uur subsidie aanvragen met een maximum van 320 uur per jaar.
Artikel 6 Periode waarvoor de subsidie wordt verstrekt
De subsidie wordt vastgesteld per kalenderjaar.
Artikel 7 Maximale uurprijzen
De maximale uurprijs is het bedrag zoals genoemd in artikel 4 lid 1 aanhef en onder b van het Besluit kinderopvangtoeslag.
Hoofdstuk 4 Subsidie art. 2.2
Artikel 8 Subsidiabele activiteiten
Het aanbieden van VE peuteropvang in aan VE peuters van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag.
Artikel 9 Subsidieopbouw VE
De te bekostigen subsidie VE bestaat uit 2 onderdelen die per factuur worden verstrekt:
- a.
Een bedrag van € 10,- per uur voor maximaal 320 uur per jaar.
en
- b.
Een bedrag van € 400,- per jaar per VE geïndiceerde peuter voor kwaliteitsverbetering. Waarvan de peildatum jaarlijks op 1 oktober is van het jaar voorafgaand aan het te subsidiëren kalenderjaar.
Artikel 10 Voorwaarden toekenning subsidie VE peuters
- 1.
Er moet per peuter een indicatie zijn. Deze indicatie wordt gesteld door de jeugdarts van de GGD Hollands Noorden.
- 2.
De peuteropvang moet gecertificeerd zijn en voldoen aan de eisen in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
- 3.
De peuteropvangorganisatie moet in het LRK geregistreerd staan als aanbieder van VE.
- 4.
De VE plek wordt gratis aangeboden aan ouders.
Artikel 11 Periode waarvoor de subsidie wordt verstrekt
De subsidie wordt vastgesteld per kalenderjaar.
Hoofdstuk 5 Aanvraag en vaststelling
Artikel 12 Aanvraag
- 1.
De peuteropvangorganisatie doet de aanvraag door het op het college vastgestelde formulier.
- 2.
De aanvraag wordt uiterlijk 31 december ingediend.
Artikel 13 Toekenning en vaststelling
- 1.
Het college kent maandelijks via betaalbaarstelling van de factuur een voorschot op de subsidie toe.
- 2.
Het college stelt de subsidie uiterlijk 1 mei van jaar volgend op het jaar waarin de subsidie is verstrekt vast. De opvangorganisatie hoeft hiervoor geen separate vaststellingsaanvraag in te dienen.
Artikel 14 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de opvangorganisatie afwijken van deze regeling indien toepassing gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 15 Citeertitel
Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang gemeente Bergen.
Artikel 16 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van deze regeling en werkt terug tot en met 1 januari 2018.