Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wijzigingsbesluit Verordening jeugdhulp 2015 |
Citeertitel | Wijzigingsbesluit Verordening jeugdhulp 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Zorg en gezondheid |
nvt
nvt
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2018 | 17-05-2017 | 21-12-2019 | Wijziging verordening | 06-03-2018 | 18.00369 |
De raad van de gemeente Eersel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 februari 2018;
gehoord de beraadslaging in de commissievergadering van 20 februari 2018;
gelet op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over delegatie van regelgevende bevoegdheid door de gemeenteraad aan het college (ECLI:NL:CRVB:2017:1803) en gelet op artikel 8 van de Verordening jeugdhulp 2015;
vast te stellen de volgende wijziging van de Verordening jeugdhulp 2015
De Verordening jeugdhulp 2015 wordt gewijzigd als volgt:
voor ondersteuning door professionals en zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) voor de ondersteuningsvormen ‘persoonlijke verzorging’, ‘begeleiding individueel’, ‘begeleiding groep met en zonder vervoer’ en ‘kortdurend verblijf’ bepaald op basis van de in het lopende jaar geldende pgb-Wlz tarieven van het Zorginstituut Nederland. Voor de ondersteuningsvorm ‘behandeling’ wordt het pgb tarief voor het lopende jaar van de gemeente Amsterdam gehanteerd; tarievenlijst jeugd gemeente Amsterdam, tarieven voor ambulante jeugdzorg HBO-WO;
voor ondersteuning uit het sociaal netwerk voor de ondersteuningsvormen ‘persoonlijke verzorging’ en ‘begeleiding individueel’ bedraagt het pgb het minimum uurloon tarief geldend voor dat jaar waarin het pgb wordt afgegeven. Dat wil zeggen het tarief gelijk aan het wettelijk minimum bruto uurloon bij een fulltime werkweek en leeftijd 23 jaar of ouder. Voor de ondersteuningsvorm ‘kortdurend verblijf’ bedraagt het uurtarief een symbolisch bedrag van € 1.
De jeugdige of zijn ouders hebben niet de mogelijkheid om te kiezen voor een persoonsgebonden budget als er overwegende bezwaren zijn als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet. Tevens is er geen recht op een persoonsgebonden budget indien de jeugdige of zijn ouders zich eerder niet heeft gehouden aan, bij eerdere verstrekking van een pgb, opgelegde verplichtingen. Wanneer de aanvraag betrekking heeft op kosten die de jeugdige of zijn ouders maakten, voorafgaand aan de indiening van de aanvraag en niet meer is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk was, kan er achteraf geen pgb worden toegekend.