Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut gemeente Weesp 2015 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
wet Wet financiering decentrale overheden
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-03-2018 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 16-04-2015 | Z.39123/D.1754 |
Op 1 januari 2001 is de Wet financiering lagere overheden (Wet filo) vervangen door de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). In deze wet worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden.
Op basis van de Wet fido heeft de gemeente Weesp in 2001 het treasurystatuut ingevoerd. Het geldende treasurystatuut, vastgesteld op 19 april 2001, dient te worden geactualiseerd. In dit gewijzigde statuut is ook rekening gehouden dat Weesp meer een geldlener is dan een verstrekker.
In het treasurystatuut is de “beleidsmatige infrastructuur” van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het treasurystatuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Bij het opstellen van dit treasurystatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders, bovendien is aansluiting gezocht bij de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgestelde “Handreiking Treasury”.
Naar aanleiding van de laatste wijziging van de Wet fido (1 januari 2009) is ook de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) gewijzigd, met ingang van 1 januari 2009.
De Ruddo is aangepast als gevolg van de kredietcrisis. Hierbij gaat het om regelgeving met betrekking tot het uitzetten van middelen door decentrale overheden. Gelet op de onrust in de financiële markten zijn de regels in de Ruddo aangescherpt om nieuwe transacties van decentrale overheden in uitzettingen en derivaten beter bestand te maken tegen de risico’s in tijden van onrust op de financiële markten. Het treasurystatuut is geactualiseerd op basis van bovengenoemde wijzigingen in de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden en de Ruddo. Overigens laat de financiële situatie van Weesp vooralsnog geen uitzettingen toe, maar dat kan natuurlijk veranderen.
Het treasurystatuut begint met het formuleren van het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie voor de gemeente. Deze doelstellingen worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden van treasury: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarna komen de administratieve organisatie en interne controle van de treasuryfunctie aan de orde. Het accent ligt daarbij op de eenduidigheid over de verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tot slot leggen wij de uitgangspunten vast voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In dit statuut wordt verstaan onder:
Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer
De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent (voorzichtig en verstandig) karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;
Het uitzetten van geldmiddelen in de vorm van obligaties is onder voorwaarden toegestaan.
Uitgangspunt moet zijn een belegging in staatsobligaties of bij instellingen die voldoen aan de eisen die worden gesteld in de Ruddo zoals ministerieel vastgelegd op grond van artikel 2, lid 2, van de Wet fido. Hierin wordt vermeld dat slechts verbintenissen met betrekking tot financiële derivaten aangegaan kan worden met financiële ondernemingen die:
Bij de uitvoering van alle treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van de Wet fido, de Ruddo en het treasurystatuut in acht te worden genomen;
Renterisico’s op de netto vlottende schuld zijn begrensd tot de kasgeldlimiet (Wet fido) tenzij (tijdelijke) ontheffing is verleend door de Toezichthouder1.
HOOFDSTUK 3 GEMEENTEFINANCIERING
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Artikel 7 Langlopende uitzettingen
Het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 5 genoemde voorwaarden;
Het geldstromenbeheer omvat al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).
HOOFDSTUK 5 ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE CONTROLE
Artikel 11. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Een duidelijke inbedding van de treasury binnen de gemeente is onder meer van belang om een adequate verdeling van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de treasuryfunctie mogelijk te maken.
Het gaat bij de treasury als organisatie dan om de volgende zaken:
De personele organisatie. Minimaal twee medewerkers van het team Financiën dienen op de hoogte te zijn van de gang van zaken inzake treasury. Daarnaast zijn tenminste twee functies binnen het werkveld Financiën (i.v.m. functiescheiding) betrokken bij de financiële afwikkeling2.
Artikel 12. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
De raad is bevoegd tot het aantrekken en het verstrekken van gelden. De raad draagt deze bevoegdheid over aan het college van burgemeester en wethouders. Deze laatste mandateert middels dit statuut het afdelingshoofd Publiekszaken & bedrijfsvoering die dit vervolgens mandateert aan de concerncontroller en/of beleidsmedewerker(s) planning & control. De beslissing om gelden uit te zetten dan wel aan te trekken, wordt genomen op basis van voorstellen van het team Financiën.
De burgemeester machtigt het afdelingshoofd Publiekszaken & bedrijfsvoering om de gemeente te vertegenwoordigen bij het aantrekken en verstrekken van gelden.
Artikel 13. Informatievoorziening
Conform de Wet fido draagt het team Financiën zorg voor dat aan de provincie en het CBS de juiste informatie wordt verstrekt.