Organisatie | Werkzaak Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werkzaak Rivierenland houdende regels omtrent Beleidsregels boete-oplegging Participatiewet 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels boete-oplegging Participatiewet 2017 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-03-2018 | nieuwe regeling | 25-09-2017 |
Het dagelijks bestuur van Werkzaak Rivierenland;
stelt vast dat het ingevolge artikel 18a van de Participatiewet en het Boetebesluit socialezekerheidswetten noodzakelijk is een aantal aspecten van het opleggen van een bestuurlijke boete vast te leggen;
Alle begrippen die in deze richtlijn worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Algemene wet bestuursrecht en het Boetebesluit socialezekerheidswetten.
Het dagelijks bestuur volstaat met het geven van een schriftelijke waarschuwing als bedoeld in artikel 18a lid 4 Participatiewet indien:
de belanghebbende wel inlichtingen heeft verstrekt, die echter onjuist of onvolledig waren, of heeft anderszins een wijziging van omstandigheden niet onverwijld gemeld, maar uit eigen beweging alsnog binnen een redelijke termijn (niet langer dan 60 dagen) de juiste inlichtingen verstrekt voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij de belanghebbende deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting bedoeld in artikel 17 lid 1 van de Participatiewet, artikel 17 lid 1 van de IOAW, artikel 17 lid 1 van de IOAZ of de verplichtingen bedoeld in artikel 30c lid 2 en 3 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen heeft geleid tot een benadelingsbedrag, legt het dagelijks bestuur een bestuurlijke boete op. Het dagelijks bestuur stemt de boete altijd af op de aard en ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van het geval. Hier wordt invulling aan gegeven middels het tweede tot en met het zevende lid.