Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde vergaderingen gemeenteraad en raadscommissies Enschede |
Citeertitel | Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Enschede 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenteraad |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-03-2018 | Nieuwe regeliing | 12-03-2018 |
Hoofdstuk I: ALgemene bepalingen
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
raad: de raad van de gemeente Enschede;
lid c.q. leden: een lid c.q. leden van de raad;
fractie: een politieke groepering in de raad;
voorzitter: de voorzitter van de raad of diens vervanger;
griffier: de secretaris van de raad;
griffie: de ambtelijke organisatie ter ondersteuning van de raad;
presidium: het presidium van de raad ;
raadsgriffie: de ambtelijke organisatie ter ondersteuning van de raad;
raadscommissie: een door de raad ingestelde commissie als bedoeld in artikel 82, 83 en 84 van de Gemeentewet;
agenda-overleg: voorbereidend overleg van de betreffende commissievoorzitter en commissiegriffier.
commissiegriffier: griffier van de raadscommissie of diens plaatsvervanger;
commissievergadering: een vergadering van een commissie over een bepaald onderwerp;
amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;
sub-amendement: voorstel tot wijziging van een amendement, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;
motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;
vergadering: vergadering van de raad of een raadscommissie, tenzij anders vermeld;
voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;
initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel, voortkomend uit initiatief van één of meer leden.
Behoudens spoed, zulks ter beoordeling van de betreffende voorzitter, zendt de voorzitter ten minste tien dagen voor een vergadering de raadsleden en commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda. De daarbij behorende stukken worden opgenomen in het daarvoor bedoelde digitale systeem, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen.
Aan het begin van een nieuwe raadsperiode wordt door het presidium een (meer)jarenagenda vastgesteld waarin de planningen worden opgenomen van grote kader stellende besluiten. Een dergelijke agenda wordt periodiek door het college en de raad vastgesteld en/of geactualiseerd op voorstel van het presidium.
Artikel 7: Wijziging en intrekking van collegevoorstellen
Het college kan na verzending van een voorstel aan de raad besluiten om dit voorstel te wijzigen of in te trekken. Het college deelt dit schriftelijk mee aan de voorzitter, die het vervolgens schriftelijk ter kennis van de leden brengt. Indien het besluit tot wijziging of intrekking wordt genomen binnen 48 uur voor aanvang van de vergadering waarvoor het voorstel voorlopig is geagendeerd, laat de voorzitter het besluit met de meeste spoed aan de voorzitters van de fracties weten.
Openbaarheid vergadering en vergaderstukken
Artikel 9: Aankondiging vergaderingen
Dag, tijd en plaats van de vergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door:
Artikel 13: Opheffing geheimhouding
Als de raad of de raadscommissie op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, , of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Artikel 15: spreekrecht derden
Een spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter kan de lengte van de spreektijd beperken, in verband met het aantal sprekers of het tijdschema van de vergadering. De voorzitter kan sprekers onderbreken wanneer hij constateert dat eenzelfde onderwerp door één of meer andere sprekers al voldoende aan de orde is gesteld. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een langere spreektijd dan vijf minuten toestaan, indien het tijdschema van de vergadering dat toelaat.
Artikel 16: Handhaving orde en schorsing commissievergadering
Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid onmiddellijk de vergadering. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
De voorzitter roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.
Artikel 23: Deelname aan de beraadslaging door andere personen
De raad of de raadscommissie kan onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet besluiten dat anderen dan de leden, de voorzitter, de griffier, de leden van het college of de secretaris deelnemen aan de beraadslagingen over een bepaald agendapunt. Een besluit daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslagingen over het betreffende agendapunt wordt aangevangen.
Na het sluiten van de beraadslagingen en voordat tot stemming wordt overgegaan heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 27: Procedure hoofdelijke stemming
Bij hoofdelijke stemming roept de voorzitter of de griffier de leden bij naam op hun stem uit te brengen, beginnend bij een door het lot aangewezen lid, in de volgorde waarin hun namen op de presentielijst voorkomen. De leden brengen hun stem uit door het woord “voor” of “tegen” uit te spreken, zonder enige toevoeging.
Een raadslid dat zich bij hoofdelijke stemming bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later dan kan het raadslid, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Artikel 30: Herstemming over personen
Wanneer ook bij de tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft gekregen, vindt bij meer dan twee kandidaten een derde stemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld dan wordt in een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk III Bevoegdheden, rechten en instrumenten raadsleden
Het college wordt, voordat over een amendement wordt gestemd, in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze te geven. Mocht het wijzigingsvoorstel van het amendement aanleiding zijn voor het college om dit te bespreken in de eerstvolgende collegevergadering, dan wordt besluitvorming over het betreffende amendement en het (te amenderen) raadsvoorstel aangehouden tot de eerstvolgende raad. De raad beslist hierover.
Artikel 35: Schriftelijke vragen
Beantwoording vindt schriftelijk of via e-mail plaats, zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen drie weken na ontvangst van de vragen. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt de secretaris de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn wordt aangegeven waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Vragen voor de rondvraag kunnen tot uiterlijk 10.00 uur op de dag van de raadsvergadering bij de voorzitter worden ingediend. Wanneer de vergadering van de raad op een andere tijd dan 19.00 uur aanvangt kan de voorzitter een andere uiterste tijd voor indiening van vragen voor het vragenhalfuur vaststellen.
Bij elke vraag krijgt de vragensteller eerst gelegenheid zijn vraag kort toe te lichten. Vervolgens wordt de vraag beantwoord door het college of de burgemeester, waarna de vragensteller aanvullende vragen kan stellen. Na beantwoording kunnen de leden aan de vragensteller, het college of de burgemeester vragen over hetzelfde onderwerp stellen.
Een verzoek tot het houden van een interpellatie als bedoeld in artikel 155, tweede lid, van de Gemeentewet moet tenminste 48 uur voor aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen. Als de vergadering op maandag plaatsvindt, moet het verzoek vóór vrijdag 12.00 uur worden ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester. Het verzoek wordt in de eerstvolgende vergadering na indiening in stemming gebracht bij de behandeling van de ingekomen stukken. Indien de raad met het verzoek instemt, bepaalt hij op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Hoofdstuk IV Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 39: Verslag; verantwoording
Een raadslid, een wethouder, de burgemeester of de secretaris heeft, indien hij door de raad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of een orgaan ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, het recht om in aansluiting op de behandeling van de ingekomen stukken of vóór het sluiten van de vergadering verslag te doen van zaken die in het bedoelde algemeen bestuur aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende raadscommissie.