Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de voucherregeling (Voucherregeling MKB Fryslân 2020) |
Citeertitel | Voucherregeling MKB Fryslân 2020 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2020 | artikel 1, 2, 4, 6, 8, 10, toelichting | 31-03-2020 | |||
17-01-2020 | 02-04-2020 | artikel 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, toelichting | 07-01-2020 | nr. 01725919 | |
20-03-2018 | 17-01-2020 | nieuwe regeling | 20-02-2018 | 01486735 |
Gelet op het bepaalde in art. 1.3 van de Algemene Subsidieverordening 2013 van de provincie Fryslân;
gelet op de verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie op de-minimissteun.
Stellen Gedeputeerde Staten van Fryslân de volgende regeling vast:
In deze regeling wordt verstaan onder:
de-minimis: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;
minimaster ondernemersontwikkeling: meerdaags programma of meerdaagse opleiding waarin wezenlijke aspecten van ondernemerschap worden behandeld die al dan niet een direct raakvlak hebben met een of meer in het doel van de regeling beschreven ondernemersthema’s. Gedurende het programma of de opleiding krijgen deelnemende MKB-ondernemers handvatten aangereikt die essentieel zijn voor het succesvol uitvoeren van hun ondernemingsactiviteiten;
PE-punten/PE-uren: Permanente Educatie punten of uren. Voor diverse functies in het mkb is het van belang dat medewerkers die deze functies vervullen hun vakkennis up-to-date houden en hiervoor periodiek een voorgeschreven aantal PE-punten moeten behalen. Deze punten kunnen behaald worden door het volgen van opleidingen, trainingen, seminars of cursussen, bij PE-erkende instellingen, die voor de deelname hieraan PE-punten toekennen.
Artikel 2. Doel van de regeling
De subsidieregeling heeft als doel Friese MKB-ondernemingsactiviteiten op het gebied van innovatie, bedrijfsontwikkeling of strategisch HR te stimuleren. Hiermee beogen Gedeputeerde Staten een impuls te geven aan diverse actuele ondernemersthema’s die met voornoemde activiteiten verband houden, zoals vergroting van de circulaire economie, verbetering van de vitaliteit van medewerkers, inspelen op de krapte op de arbeidsmarkt, het digitaliseren van de organisatie of het continueren van de organisatie.
Subsidie wordt verstrekt aan een mkb-onderneming die op het moment van ontvangst van de aanvraag een vestiging heeft in de provincie Fryslân en vanuit deze vestiging ondernemingsactiviteiten uitvoert.
Artikel 4. Subsidiabele activiteit
Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die zien op:
omscholing of bijscholing van medewerkers die gericht is op het versterken of vergroten van de inzetbaarheid van deze medewerkers, anders dan bedoeld onder sub d, binnen de organisatie van de aanvrager. Daarbij worden nieuwe vaardigheden en taken aangeleerd die ingezet kunnen worden binnen de huidige functie of binnen een andere functie.
De subsidie wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2.7 van de Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 2013, in ieder geval geweigerd indien:
in het geval dat subsidie is aangevraagd voor een activiteit zoals beschreven in artikel 4 sub d, e of f: de aanvrager in zijn aanvraag desgevraagd niet aannemelijk kan maken dat de medewerkers die deelnemen aan de activiteit in kwestie op het moment van ontvangst van de aanvraag bij haar in loondienst zijn.
Artikel 8. Subsidiabele kosten
De volgende kosten zijn subsidiabel:
in geval van een activiteit, zoals beschreven in artikel 4 sub f: de kosten voor het deelnemen aan een (in company) opleiding, training, seminar of cursus door medewerkers van de aanvrager, die gericht is op omscholing dan wel bijscholing van de desbetreffende medewerkers. De (in company) opleiding, training of cursus wordt gegeven door een deskundige.
Artikel 9. Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.10 van de Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 2013 zijn de volgende kosten niet subsidiabel: kosten die worden gefinancierd met andere subsidies dan op grond van deze regeling en loonkosten van medewerkers.
Artikel 10. Verplichtingen van de subsidieontvanger
de subsidieontvanger is verplicht om desgevraagd na afloop van de realisatietermijn van de gesubsidieerde activiteit aan te tonen dat de deze activiteit is verricht en dat aan alle aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen is voldaan. Hiervoor dienen kopieën van facturen en betaalbewijzen ter zake van de gemaakte en betaalde kosten van de gesubsidieerde activiteit te worden overgelegd als ook een kopie van het adviesrapport dan wel beleidsplan dat door de deskundige is opgesteld. Of, indien de gesubsidieerde activiteit niet leidt tot het opstellen van een adviesrapport dan wel beleidsplan, een kopie van een behaald certificaat of diploma alsmede een verslag van de gerealiseerde activiteit;
Artikel 12. Wijzigings- of intrekkingsgronden
De subsidie kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:48 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd, indien:
Toelichting Voucherregeling MKB Fryslân
Met de regeling wordt beoogd het kennisniveau op het gebied van bedrijfsontwikkeling, innovatie en strategisch HR van het MKB in de provincie Fryslân te stimuleren waardoor op de korte en lange termijn een bijdrage wordt geleverd aan de versterking van de economische structuur binnen de provincie Fryslân.
Bij bedrijfsontwikkeling gaat het om activiteiten die gericht zijn op (door)ontwikkeling van een MKB-onderneming op de lange termijn.
De deskundige dient op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd te zijn de opdracht uit te voeren of de (incompany) opleiding, training, seminar of cursus te geven.
Voor de beoordeling kan worden gekeken naar de ondernemingsactiviteiten van het bedrijf dat wordt ingehuurd en/of de aantoonbare kennis en ervaring van de persoon die de opdracht uitvoert of de (incompany) opleiding, training, seminar of cursus geeft.
De deskundige die ingehuurd wordt moet ingeschreven zijn bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, of vergelijkbare handelsregisters in andere staten. Particulieren kunnen daarmee niet optreden als onafhankelijke deskundige.
Een kennisinstelling kan overigens wel optreden als onafhankelijke deskundige.
Een deskundige dient tevens onafhankelijk te zijn. Dit houdt in dat de deskundige onafhankelijk de gegeven opdracht dient uit te kunnen voeren of de (incompany) opleiding, training, seminar of cursus te kunnen geven. Waarbij er geen sprake mag zijn van enige vorm van belangenverstrengeling. Het gaat er ook om dat de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. In dit kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er geen sprake is van onafhankelijkheid:
Deze opsomming is niet limitatief.
Een bedrijfsplan, ook wel ondernemingsplan of businessplan genoemd, brengt de haalbaarheid van de plannen van de onderneming van de aanvrager in kaart. Het ondernemingsplan is een essentiële routekaart voor succes. Het levende document plant in de regel 3 jaar vooruit en beschrijft de route die de onderneming wil nemen om de visie te realiseren. Bij de inhoud van een bedrijfsplan kan gedacht worden aan: 1. De ondernemer, 2. De onderneming, 3. Marktanalyse, 4. Marketingplan, 5. Financieel plan. Deze opsomming is niet limitatief.
Artikel 4 sub a Financieringsplan
Het financieel plan is een hulpmiddel om te bepalen of uw bedrijfsplan financieel haalbaar is. Ook heeft u het plan nodig om potentiële financiers te overtuigen om geld in uw bedrijf te investeren. Het levende document plant in de regel 3 tot 5 jaar vooruit en laat de financiële haalbaarheid zien voor de onderneming inzake de te realiseren visie. Bij de inhoud van een financieringsplan kan gedacht worden aan: 1. Investeringsplan, 2. Balans, 3. Solvabiliteit, 4. Exploitatiebegroting, 5. Kasritme 6. Liquiditeitsbegroting.
Deze opsomming is niet limitatief.
Artikel 4 sub a Procesoptimalisatieplan
Onder procesoptimalisatie wordt alles verstaan wat nodig is om processen/werkwijze van de organisatie efficiënter te laten werken, te verbeteren.
Door processen/werkwijze zoveel mogelijk te optimaliseren, te verbeteren kan een financieel voordeel worden behaald en daarmee een concurrentievoordeel. Voorbeelden zijn:
Bij de inhoud van een procesoptimalisatieplan kan gedacht worden aan: 1. Huidige procesomschrijving, 2. Analyse en inventarisatie, 3. Voorstel procesomschrijving 4. Bedrijfseconomische voordelen bedrijf.
Deze opsomming is niet limitatief.
Artikel 4 sub b Innovatieadvies
Inzake innovatieadvies kan gedacht worden aan (niet limitatief):
Artikel 4 sub c Strategisch HR beleidsplan
Het HR beleidsplan is toegespitst op de strategische ontwikkelingen binnen het bedrijf, die gericht zijn op de lange termijn. Daarbij is er bijvoorbeeld aandacht voor de benodigde kennis en vaardigheden bij (toekomstige) werknemers gekoppeld aan scholing en ontwikkeling. Daarnaast kan het gaan over functievorming, belonen en beoordelen van personeel en werving/selectie
Artikel 4 sub d Deskundigheidsbevordering HR
Deelname aan een (incompany) opleiding, training, seminar of cursus mag geschieden voor 1 (of meer) medewerkers van de onderneming van de aanvrager. In geval van deelname door meer medewerkers kunnen de totale kosten van de deelname subsidiabel worden gesteld.
Zowel medewerkers die al HR taken uitvoeren als medewerkers die HR taken gaan uitvoeren kunnen deelnemen aan een (incompany) opleiding, training, seminar of cursus.
De (incompany) opleiding, training, seminar of cursus moet aantoonbaar gericht zijn op HR. HR taken zijn die taken gericht op de werving en selectie, belonen, beoordelen en opleiden van werknemers binnen een organisatie. Een (incompany) opleiding, training, seminar of cursus gericht op personeels- / salarisadministratie zijn hierop uitgezonderd.
Artikel 4 sub f Omscholing of bijscholing van medewerkers
De subsidieaanvrager dient in haar aanvraag duidelijk aan te geven of zij subsidie aanvraagt voor omscholing óf bijscholing van één of meer van haar medewerkers die in loondienst zijn bij haar onderneming. De opleiding, seminar of cursus die in dit kader wordt gevolgd, kan eventueel (deels) digitaal worden verzorgd door de deskundige, zolang dit uiteindelijk een fysiek certificaat of diploma oplevert voor de deelnemers.
Een aantal voorbeeldprojecten die vallen onder de omschrijving van de activiteit zoals beschreven in dit artikel zijn:
1) B.V. A beschikt over meerdere productielijnen. De omzet die gegenereerd wordt met een bepaalde productielijn is tot stilstand gekomen. Een andere productielijn genereert echter nog wel omzet en ziet zelfs de vraag naar het product/dienst dat vervaardigd/aangeboden wordt middels deze productielijn toenemen. Hierdoor kan deze productielijn extra medewerkers goed gebruiken, hetgeen mogelijk is wanneer medewerkers die een functie hebben die verbonden is met de getroffen productielijn worden omgeschoold naar een andere functie.
2) B.V. B vindt het wenselijk dat de vaktechnische kennis van een aantal van haar medewerkers wordt vergroot binnen hun huidige functies. Als gevolg van een tijdelijke terugval van ontvangen orders, zijn deze medewerkers op dit moment minder werk te doen hebben dan gebruikelijk is, waardoor laatstgenoemde er in deze periode voor kiest om de medewerkers bij te scholen door ze een opleiding of training te laten volgen, waardoor ze straks breder en efficiënter inzetbaar zijn in hun functies doordat ze over nieuwe vaardigheden beschikken.
3) Eenmanszaak C, zijnde een klein detacheringsbureau dat zeven medewerkers in loondienst heeft, boekt goede omzetresultaten en heeft de laatste twee jaren een redelijke groei doorgemaakt. De onderneming is echter terughoudend voor wat betreft het aannemen van nieuwe medewerkers en kiest er liever voor om de medewerkers die zij uitleent aan opdrachtgevers bij te scholen, met als doel dat ze op meer diverse opdrachten kunnen worden ingezet. Daarvoor is het nodig dat ze nieuwe taken aanleren en dat kan worden gerealiseerd door de medewerkers cursus te laten volgen.
Artikel 6 sub c Weigeringsgronden
Eén onderneming kan maximaal tweemaal subsidie ontvangen tijdens de gehele looptijd van de regeling.
Artikel 6 sub e Weigeringsgronden
Om voor subsidie in aanmerking te komen, mogen ter zake van de subsidiabele kosten van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, nog geen verplichtingen zijn aangegaan vóórdat de subsidieaanvraag is ontvangen. Dit is bepaald om de stimulerende werking van de regeling te waarborgen.
Onder het aangaan van verplichtingen wordt bijvoorbeeld verstaan het voor akkoord ondertekenen van een offerte van een deskundige of het (mondeling) bevestigen van een opdracht aan een deskundige. Indien vóór de ontvangst van de aanvraag is gestart met werkzaamheden ten behoeve van de te subsidiëren activiteit dan wordt ervan uitgegaan dat er te vroeg een verplichting is aangegaan. In het geval dat er voor een deel van de begrote kosten van de te subsidiëren activiteit een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag, wordt de gehele aanvraag geweigerd.
Gelet op het bovenstaande wordt bij het uitvoeren van deze regeling op grond van artikel 1.10, vierde lid, van de Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 2013 (hierna: Asv 2013) afgeweken van artikel 1.10, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Asv 2013, waarin slechts is bepaald dat kosten waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan voordat de aanvraag is ontvangen niet subsidiabel zijn.
Artikel 8 sub b en c Subsidiabele kosten
In het geval dat er meerdere medewerkers van de onderneming van de aanvrager deelnemen aan de subsidiabele activiteit dan komen de deelnamekosten van al deze medewerkers voor subsidie in aanmerking, met dien verstande dat het maximale te verlenen subsidiebedrag voor alle deelnemers gezamenlijk nooit meer dan € 2.500,00 bedraagt.
Artikel 10 lid 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Subsidie die verleend wordt voor een activiteit als omschreven in artikel 4 van de regeling wordt op een in de subsidieverleningsbeschikking vermelde datum ambtshalve vastgesteld (dit volgt uit artikel 11 eerste lid). Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.
Evenwel kunnen Gedeputeerde Staten de in het kader van de regeling verleende subsidies controleren al dan niet steekproefsgewijs. Indien een dergelijke controle plaatsvindt, is de subsidieontvanger verplicht om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen is voldaan. Dit kan worden aangetoond door minimaal de in artikel 10 derde lid voorgeschreven bewijsstukken te overleggen.
Als uit de controle onregelmatigheden blijken, dan kan dat gevolgen hebben voor de subsidieverlening. Een subsidieverlening kan worden ingetrokken, ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd of ambtshalve lager (tot op nihil) worden vastgesteld. Bovenstaande kan ertoe leiden dat het uitbetaalde subsidiebedrag in de vorm van een voorschot, wordt teruggevorderd.
Het steunkader waarbinnen subsidie wordt verstrekt in het kader van deze regeling is de de-minimissteunen is geregeld in Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013. Op grond van deze verordening kan Gedeputeerde Staten aan MKB-ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000,- aan voordeel verstrekken zonder dat dit staatssteun oplevert. Om te kunnen beoordelen dat het plafondbedrag niet wordt overschreden met de subsidieverstrekking in het kader van deze regeling, dient bij de aanvraag een ingevulde de-minimisverklaring te worden overgelegd.