Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Moerdijk

Marktverordening gemeente Moerdijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMoerdijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening gemeente Moerdijk
CiteertitelMarktverordening gemeente Moerdijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-03-2018Nieuwe regeling

01-03-2018

gmb-2018-52356

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening gemeente Moerdijk

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 1 maart 2018,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 januari 2018,

 

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet,

 

BESLUIT

 

vast te stellen de :

 

MARKTVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde plaatsen per artikelengroep;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    cdagplaats: een standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld, indien een vaste standplaats niet wordt ingenomen, dan wel niet als vaste standplaats is toegekend;

  • d.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • e.

    marktkramenexploitant: de door het college aangewezen exploitant die zorg draagt voor het plaatsen van marktkramen en bijbehorend materiaal;

  • f.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • g.

    marktterrein: het door het college aangewezen gebied zoals aangegeven op de kaarten bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

  • h.

    selectiestelsel: stelsel waarbij op basis van beoordeling door een commissie van marktondernemers een keuze wordt gemaakt voor toewijzing van een vaste standplaats;

  • i.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • j.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder met een aansprekende uiteenzetting probeert artikelen te verkopen aan het om hem heen verzamelde publiek;

  • k.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • l.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • m.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • n.

    verkoopwagen/marktvan: een uitklapbare en/of uitschuifbare marktwagen.

Artikel 2. Toepassingsgebied

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op alle door het college ingestelde markten die op gezette tijden worden gehouden.

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op markten, evenementen en braderieën, die conform afdeling 7 van hoofdstuk 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening vallen onder “Evenementen”.

Artikel 3. Inrichtingsplan

  • 1.

    Voor elke markt stelt het college een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      indien van toepassing, mededeling dat selectiestelsel van toepassing is;

    • d.

      aanduiding van de wijze waarop vergunningen voor een vaste standplaats, een dagplaats of standwerkerplaats kunnen worden verstrekt;

    • e.

      nadere regels die op de markt van toepassing zijn.

  • 2.

    Op de kaart moet zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor vergunninghouders van een vaste standplaats;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor één of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantal vergunningen voor vaste standplaatsen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor vergunninghouders van een dagplaats;

    • e.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor de houders van een standwerkvergunning.

  • 3.

    Als een standplaats, bestemd voor de vergunninghouder van een vaste standplaats bij aanvang van de markt nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een vergunning voor een dagplaats worden afgegeven.

Artikel 4. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden op een markt zonder vergunning voor een vaste standplaats of dagplaats van het college een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Het is verboden op een markt zonder standwerkvergunning van het college als standwerker op te treden.

  • 3.

    Een vergunning voor een vaste standplaats geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 5.

    Een vergunning voor een dagplaats geldt voor één dag en voor de vermelde standplaats op de vergunning.

  • 6.

    Aan een vergunning kunnen door het college voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 7.

    Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

 

Artikel 5. Mandaatverboden

  • 1.

    De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen.

  • 2.

    De bevoegdheid tot het wijzigen van inrichtingsplannen en het verlenen, wijzigen of intrekken van een vergunning van een vaste standplaats kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. VASTE-STANDPLAATSVERGUNNING

Artikel 6. Selectiestelsel

Voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van een vergunning voor een vaste standplaats, geldt het volgende:

1. Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vergunningen voor een vaste standplaats kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

2. Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

  • a.

    of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (maximaal 20 punten);

  • b.

    de uitstraling van de kraam, verkoopwagen, marktvan (maximaal 20 punten);

  • c.

    het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (maximaal 20 punten);

  • d.

    of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (maximaal 20 punten).

  • e.

    Bij gelijk aantal punten zal de stemming in de Marktcommissie beslissend zijn.

3. Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

Artikel 7. Overschrijven vergunning vaste standplaats

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning, is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf. Voorwaarde is dat deze persoon ten minste drie jaar , direct voorafgaand aan het moment van het verzoek onafgebroken op de betreffende standplaats in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar op de betreffende standplaats.

  • 3.

    De aanvraag tot overschrijving wordt geweigerd als:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen.;

    • b.

      niet wordt voldaan aan een eis waaraan een houder van een vergunning voor een vaste standplaats volgens deze verordening moet voldoen.

  • 4.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 8. Intrekking, wijziging en vervallen vergunning vaste standplaats

  • 1.

    Het college trekt een vergunning voor een vaste standplaats in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder;

    • b.

      binnen twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 7.

  • 2.

    Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder of degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat, zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende twee maanden geen gebruik is gemaakt;

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld of elektrarekening voldoet ;

    • e.

      als de vergunninghouder tweedehands of van diefstal afkomstig of nepgoederen verkoopt;

    • f.

      bij overtreding van de vergunningsvoorschriften;

    • g.

      als er waren op de markt worden verkocht, die in strijd zijn met de Warenwet.

  • 3.

    Ingeval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 9 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk bij aanvangstijd van de markt heeft ingenomen en volledig verkoopklaar is, vervalt de vergunning voor de rest van de dag, tenzij de marktmeester op tijdig verzoek van de vergunninghouder de standplaats voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 9. Persoonlijk innemen standplaats; vervanger

  • 1.

    De houder van een vergunning voor een vaste standplaats neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    De vergunninghouder neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in.

  • 3.

    In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger.

  • 4.

    Een schriftelijke of digitale aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 5.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3 VERGUNNING VOOR EEN DAGPLAATS EN STANDWERKVERGUNNING

Artikel 10. Vergunning voor een dagplaats

  • 1.

    Een vergunning voor een dagplaats kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vergunning voor een vaste standplaats, omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 9.

  • 2.

    Voor een vergunning voor een dagplaats komen in aanmerking degenen die voorafgaand aan deze marktdag bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroep, met uitzondering van food-gerelateerde producten en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan.

  • 3.

    Het college kan ten aanzien van een gegadigde bepalen dat uitsluiting niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4.

    De vergunningen voor een dagplaats worden verstrekt door middel van loting. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.

  • 5.

    Een vergunning voor een dagplaats kan niet worden overgedragen.

  • 6.

    De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 11. Standwerkvergunning

  • 1.

    Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 10, tweede tot en met zesde lid.

  • 2.

    Voor een standwerkerplaats komen in aanmerking standwerkers die geen prijskaarten, meet- en weegapparatuur en uitzoekbakken gebruiken.

  • 3.

    Degene die een standwerker zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de inschrijving.

  • 4.

    Een product of artikel voor een standwerkerplaats wordt maar één keer per vier weken ingeschreven.

  • 5.

    Per standwerkerplaats mag slechts één product of artikel worden aangeboden.

  • 6.

    Het college kan nadere regels stellen betreffende het bepaalde in dit artikel.

Artikel 12. Uitsluiting standwerker of vergunninghouder dagplaats

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats voor bepaalde of onbepaalde tijd uitsluiten, indien deze of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt of heeft overtreden;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet;

  • e.

    direct of indirect de goede gang van zaken op de markt in gevaar brengt of verstoort.

Hoofdstuk 4 ALGMENE BEPALINGEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS

Artikel 13. Bijstand

De vergunninghouder kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 14. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 15. Aan- en afvoer van goederen

  • 1.

    Het is verboden voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, tijdens de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die door het college in de vergunning is aangegeven.

  • 2.

    De vergunninghouder neemt zijn standplaats verkoopklaar in tot de sluitingstijd van de markt, tenzij het college op aanvraag toestemming heeft verleend om de standplaats eerder te verlaten.

Artikel 16. Markt schoonhouden

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd.

  • 2.

    De vergunninghouder voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren via een afvalinzamelaar of afvalverwerker.

  • 3.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en naaste omgeving na afloop van de markt schoon achter te laten.

Hoofdstuk 5 HANDHAVING

Artikel 17. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door het college aangewezen toezichthouders.

Artikel 18. Onmiddellijke verwijdering

Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 19. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 20. Overgangsbepalingen

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening vastgesteld op 31 mei 2012 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 21. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking;

  • 2.

    De Marktverordening gemeente Moerdijk, vastgesteld op 31 mei 2012, wordt ingetrokken met ingang van inwerkingtreding van deze verordening;

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Moerdijk.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 1 maart 2018,

De griffier,

……………………

H.D. Tiekstra

 

De voorzitter,

…………….

J.P.M. Klijs