Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende openstelling niet productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap, Provincie Zeeland |
Citeertitel | Openstellingsbesluit Regeling Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap Zeeland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Subsidie |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-03-2018 | 18-05-2018 | Nieuwe regeling | 06-03-2018 | 18004946 |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland 6 maart 2018 2018, kenmerk 18004946 tot openstelling van de regeling als bedoeld in paragraaf 5 van hoofdstuk 2 Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur, landschap uit de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP-3) Zeeland.
Gedeputeerde Staten van Zeeland;
Gelet op artikel 1.3 van Hoofdstuk 1 en paragraaf 5 van Hoofdstuk 2 van de Verordening subsidies plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP-3) Zeeland (Verordening POP-3 subsidies Zeeland)
In afwijking van artikel 2.5.2 van de Verordening kan subsidie op grond van deze paragraaf alleen worden verstrekt aan:
Onverminderd artikel 1.12 van de Verordening subsidies POP-3 kan subsidie worden verstrekt voor de onderstaande kosten gemaakt ter voorbereiding of uitvoering van projecten in het kader van niet-productieve investeringen ten behoeve van biodiversiteit, natuur, landschap of daaraan gekoppelde activiteiten:
Artikel 6 aanvullende vereisten aan een subsidieaanvraag
Onverminderd hetgeen bepaald is in het tweede lid van artikel 1.7 van de Verordening subsidies POP-3 bevat de aanvraag om subsidie:
In het geval de cofinanciering niet afkomstig is van de provincie Zeeland maar van andere overheden, (een) intentie of besluit(en) over de toekenning van de cofinanciering. Het (de) besluit(en) moet(en) het subsidiebedrag, het steunpercentage, de subsidiabele kosten, het totale bedrag aan subsidiabele kosten, de naam van het project en de naam van de begunstigden vermelden. Ook dient er een verwijzing in te staan naar de Verordening subsidies POP-3 met een verklaring dat de subsidiebijdrage conform het bepaalde in de Verordening subsidies POP-3 wordt verstrekt.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van Verordening subsidies POP-3 Zeeland wordt subsidie geweigerd:
Gedeputeerde Staten hanteren op basis van de selectie door de adviescommissie POP-3 voor de rangschikking van de aanvragen als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening subsidies POP-3 de volgende criteria:
Effectiviteit van de activiteit
De effectiviteit van de activiteit is afhankelijk van de te bereiken, gespecificeerde, Provinciale doelstelling(en) in een gebied en de mate waarin de activiteit beoogt aan het bereiken van die doelstelling(en) bij te dragen. De hoogte van het gevraagde subsidiebedrag wordt hierbij in ogenschouw genomen.
De provinciale doelstellingen betreffen:
Bij dit criterium wordt beoordeeld of de input (geld, kennis, kunde en overige middelen) efficiënt wordt ingezet om de gewenste output te realiseren. Daarbij wordt bezien of de opgevoerde kosten passend zijn (worden de resultaten met de juiste middelen gehaald?), wordt gekeken in hoeverre de proceskosten die in het project gemaakt worden in verhouding staan tot de feitelijke projectkosten én wordt bezien of binnen het project op een goede manier gebruik gemaakt wordt van reeds bestaande kennis en kunde.
Bij dit criterium gaat het om de vraag in hoeverre de opgave(n) die aangepakt worden geïdentificeerd zijn als opgaven die noodzakelijk aangepakt dienen te worden en op welke termijn die aanpak noodzakelijk is. Zo zijn er (inter)nationale of provinciale doelstellingen die voor een bepaalde einddatum gerealiseerd dienen te zijn en waar het project aan bijdraagt of noodzakelijk voor is. Een en ander is daarmee gerelateerd aan de knelpunten en beleidsopgaven die bestaan in de provincie Zeeland en die genoemd zijn onder a van dit artikel.
Gedeputeerde Staten van Zeeland stellen een adviescommissie in voor de rangschikking van de aanvragen zoals bedoeld in artikel 1.14 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP-3) 2014-2020 Zeeland.
De projecten worden door de door Gedeputeerde Staten ingestelde adviescommissie POP-3 beoordeeld op basis van de in artikel 10 genoemde selectiecriteria waarbij per criterium het volgend aantal punten wordt toegekend:
Effectiviteit van de activiteit
0 punten: Zeer geringe bijdrage
Het project bedient geen van de genoemde doelstellingen.
Het project bedient slechts één van de genoemde doelstellingen
Het project bedient twee van de genoemde doelstellingen
Het project bedient drie van de genoemde doelstellingen De aanvrager maakt bovendien weinig gebruik van de ervaringen uit het eerdere project.
Het project bedient vier van de genoemde doelstellingen
Het project scoort op alle provinciale doelstellingen.
Hoe integraler het project - dat wil zeggen aan hoe meer doelstellingen de activiteiten een bijdrage leveren - hoe meer punten gescoord worden op dit criterium.
0 punten = Kosten worden niet doelmatig gemaakt en middelen niet doelmatig ingezet. De opgevoerde projectkosten zijn te hoog. Er wordt geen gebruik gemaakt van bestaande kennis en kunde. De aanvrager gaat opnieuw het wiel uitvinden.
1 punt = gering. De opgevoerde kosten en inzet middelen zijn onvoldoende doelmatig. Opgevoerde projectkosten zijn hoog. De aanvrager geeft wel blijk van kennis van bestaande kennis en kunde, maar gebruikt die kennis niet of nauwelijks bij de uitvoering van het project. De aanvraag bevat bijvoorbeeld veel uren van adviseurs in plaats van de bestaande kennis en kunde te gebruiken.
2 punten = matig. Doelmatigheid van de opgevoerde kosten en middelen is matig. De bestaande kennis en kunde is in kaart gebracht en is gebruikt voor de basis van het projectplan. De opgevoerde projectkosten zijn matig hoog.
3 punten = voldoende. De doelmatigheid van de opgevoerde kosten en middelen is voldoende. De opgevoerde projectkosten zijn redelijk. De bestaande kennis en kunde is in kaart gebracht en is gebruikt voor de basis van het projectplan.
4 punten = goed. De doelmatigheid van de opgevoerde kosten is goed, ze staan in goede verhouding tot het doel van de subsidie. Het project wordt efficiënt uitgevoerd. De aanvrager maakt ook tijdens de uitvoering van het project gebruik van de bestaande kennis en kunde, bijvoorbeeld als toetsingsmoment.
5 punten = zeer goed. De opgevoerde kosten zijn zeer doelmatig, de opgevoerde kosten zijn zeer redelijk en er wordt op een zeer goede manier gebruik gemaakt van bestaande kennis en kunde. De aanvrager maakt zeer goed gebruik van bestaande kennis en kunde. Bijvoorbeeld van innovaties heeft de aanvrager eerdere vergelijkbare innovaties in kaart gebracht en bouwt daar op voort. Het is voor de aanvrager helder waarom de eerdere projecten zijn misgelopen.
0 punten: bij geen score op bovengenoemde aspecten
1 punt bij onvoldoende score op bovengenoemde aspecten
2 punten bij redelijke score op bovengenoemde aspecten
3 punten bij een goede score op drie van de bovengenoemde aspecten
4 punten bij een goede score op bovengenoemde aspecten.
5 punten bij een zeer goede score op alle bovengenoemde aspecten
0 punten indien er sprake is van activiteiten die niet bijdragen aan provinciale doelstellingen;
1 punt indien er sprake is van activiteiten die bijdragen aan provinciale doelstellingen, die op grond van die plannen pas op langere termijn (na zes jaar) aangepakt hoeven te worden;
2 punten indien er sprake is van activiteiten die bijdragen aan provinciale doelstellingen, die op grond van die plannen binnen afzienbare termijn (binnen zes jaar) aangepakt moet worden;
3 punten indien er sprake is van activiteiten die bijdragen aan provinciale doelstellingen, die op grond van die plannen op korte termijn (binnen drie jaar) aangepakt moet worden;
4 punten indien er sprake is van activiteiten die bijdragen aan provinciale doelstellingen, die op grond van die plannen die tussen nu en drie jaar aangepakt moeten worden;
5 punten indien er sprake is van activiteiten die bijdragen aan provinciale doelstellingen, die op grond van die plannen onmiddellijk aangepakt moeten worden.
Artikel 12 Weging van de Selectiecriteria
Gedeputeerde Staten wegen de punten die zijn behaald op grond van de onder Artikel 10 benoemde selectiecriteria als volgt mee voor de rangschikking van aanvragen:
Het aantal behaalde punten per selectiecriterium wordt vermenigvuldigd met de wegingsfactor. Dit leidt tot het totaal aantal punten dat wordt toegekend aan de aanvraag. Het maximaal aantal te behalen punten bedraagt 35.
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Zeeland van 6 maart 2018.
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Uitgegeven 8 maart 2018
De secretaris A.W. Smit
Toelichting bij het openstellingsbesluit “Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap Zeeland”
Op 16 februari 2015 heeft de Europese Commissie het derde Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 goedgekeurd (POP-3). Dit is een Europees subsidieprogramma dat gericht is op de versterking van het Nederlandse platteland en wordt gefinancierd vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).
Binnen het POP-3 wordt nu de regeling “Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap Zeeland” opengesteld. Op grond van deze regeling kunnen partijen subsidie aanvragen om te investeren in biodiversiteit, natuur en landschap in Zeeland. Deze maatregel is gericht op niet-productieve investeringen voor aanleg, herstel en inrichting voor natuur en landschap. Niet-productieve investeringen zijn die investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van het landbouwbedrijf tot gevolg hebben. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een project een directe link met de landbouw hebben. Voor gebieden die geen bestemming landbouw hebben, is met instemming van de Europese Commissie aan de hand van een aantal fictieve voorbeeldprojecten de “bandbreedte” voor de relatie met de landbouw aangegeven.
De te verlenen subsidie bedraagt maximaal € 600.000 en minimaal € 200.000. Het subsidiepercentage voor deze openstelling bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.
De openstellingsperiode loopt van 19 maart 2018 tot en met 18 mei 2018, 17.00 uur. In deze periode kunnen aanvragen worden ingediend bij de Provincie Zeeland.
Voor samenwerkingsverbanden geldt artikel 1.6 van de Verordening subsidies POP-3 Zeeland.
Overeenkomstig het bepaalde in de Verordening subsidies POP-3 geldt voor de hieronder genoemde kostensoorten het volgende:
De kosten van bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende zaken
Indien de bebouwde of onbebouwde gronden zijn gelegen in verwaarloosde gebieden of voormalige industriezones, zijn de kosten van de aankoop van de gronden subsidiabel tot maximaal 15% van de totale subsidiabele kosten.
Onder verbetering van onroerende zaken worden ook investeringen voor herstel- en inrichtingsmaatregelen voor natuur, landschap en biodiversiteit alsmede de planvorming en acquisitie daarvoor verstaan
Artikel 5 en 6 Hoogte van de subsidie en Weigeringsgronden
De provincie wenst alleen omvangrijke, integrale projecten voor subsidie in aanmerking te laten komen. Geen subsidie wordt verleend indien de subsidie minder zou zijn dan 200.000 euro.
Na sluiting van de indieningstermijn worden alle aanvragen beoordeeld. Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen moet de aanvraag minstens 21 punten behalen. (60% van het maximaal te behalen aantal van 35 punten).
Om voor subsidie in aanmerking te komen zal per project minimaal sprake moeten zijn van een subsidie van minimaal € 200.000 en maximaal € 300.000. Indien de subsidiabele activiteiten -economische activiteiten- betreffen in staatssteunrechtelijke zin, dan kan voor deze activiteiten de subsidie niet hoger zijn dan het daarvoor geldende maximum van € 200.000, zoals de de-minimis verordening dit voorschrijft.
Artikel 9, 11 en 12 ( selectiecriteria, puntentoekenning en weging)
Er is conform de verordening en het addendum gekozen voor een selectie van de projecten op basis van de criteria
De selectie van de projecten zal plaatsvinden via een zogenaamde ‘tender-methode’. Alle ingediende aanvragen worden, indien ze voldoen aan de subsidievoorwaarden, beoordeeld en er zal een puntentoekenning plaatsvinden. Indien de score tenminste gelijk is aan het minimum aantal punten (artikel 11, lid 2) komen de projecten voor subsidie in aanmerking. De projecten worden vervolgens aflopend (hoog naar laag aantal punten) gerangschikt aan de hand van het puntentotaal.
Is het beschikbare subsidieplafond ontoereikend voor alle voor subsidie in aanmerking komende projecten, dan worden de projecten gerangschikt op hoogte van de score. Bij meerdere projecten met gelijke score prevaleren projecten die hoger scoren op criterium Mate van effectiviteit van de activiteit. Voor zover dit onvoldoende onderscheidend is kan loting plaatsvinden.
Effectiviteit van de activiteiten
De mate van effectiviteit van de investeringen wordt afgemeten aan de provinciale doelstellingen waaraan de activiteiten een bijdrage leveren. Hoe meer doelstellingen bereikt worden met de uit te voeren maatregelen, hoe hoger de effectiviteit van de activiteiten. De activiteiten dragen bij aan de provinciale doelstellingen inzake behoud, herstel of versterking van biodiversiteit en landschap in het agrarisch gebied en daaraan gekoppelde beeldbepalende cultuurhistorische elementen indien:
Behoud, herstel of versterking van het landschap en cultuurhistorie;
Draagt het project bij aan versterking van landschapselementen van provinciaal belang zoals die zijn genoemd in het Omgevingsplan. Of versterkt het, afhankelijk van de locatie, landschappen en landschapselementen die zijn genoemd in de “Handleiding landschap” die voor die betreffende locatie kenmerkend zijn.
Meegewogen zal worden of het project daadwerkelijk bijdraagt aan behoud, herstel of versterking van biodiversiteit in het agrarisch gebied”.
De efficiency van de activiteit wordt afgemeten aan de verhouding tussen de opgevoerde proceskosten en de totale subsidiabele projectkosten. De bedoeling is dat zoveel mogelijk geld besteed wordt aan fysieke activiteiten. Het Comité van Toezicht POP-3 gaat ervan uit dat de efficiency hoger is naarmate de opgevoerde proceskosten lager zijn.
De kans op succes is gerelateerd aan de kwaliteit van het projectplan en de concrete omstandigheden. Uitgangspunt is dat de haalbaarheid van een project groter is, als in het projectplan eisen worden gesteld aan de kwaliteit (deskundigheid, ervaring) van de projectleider alsmede van de organisatie die de aanvraag doet, als het projectplan realistisch is, als de relevante partijen bij de uitvoering van het plan zijn betrokken, als planning, opzet en begroting realistisch zijn en als het project snel in uitvoering kan worden genomen. Het kunnen overleggen van opleidingsniveau en -richting van de projectleider(s), aantonen van de vervangbaarheid van de projectleider binnen de organisatie en het overleggen van referentieprojecten zullen bij dit criterium een rol spelen.
De urgentie wordt gerelateerd aan de vraag in hoeverre de opgave die wordt aangepakt noodzakelijk is en op welke termijn die noodzakelijk is.