Organisatie | Servicepunt71 |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 houdende regels omtrent Reiskostenregeling Servicepunt71 |
Citeertitel | Reiskostenregeling Servicepunt71 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de regeling reiskosten zoals vastgesteld op 4 april 2012.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-03-2018 | 01-01-2018 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 28-02-2018 |
II. Reiskostenvergoeding woon- werkverkeer
Artikel 2 Tegemoetkoming reiskosten woon- werkverkeer voor niet verhuisplichtigen die reizen per fiets
Artikel 3 Tegemoetkoming reiskosten woon- werkverkeer voor niet verhuisplichtigen die reizen met eigen vervoer behalve de fiets
De ambtenaar die op voor hem geldende werkdagen voor het woon- werkverkeer een afstand met eigen vervoer van meer dan 10 kilometer (enkele reisafstand) reist, ontvangt een reiskostenvergoeding van € 0,15 per kilometer. Voor de enkele reisafstand geldt een maximum van 20 kilometer. Per dag wordt zowel de heen als de terugreis vergoed tot tezamen maximaal 40 kilometer.
Artikel 5 Basis voor de bepaling van de vergoeding
De wijze van vervoer waarop feitelijk het grootste deel van het woon-werkverkeer wordt afgelegd, is bepalend voor de toepassing van artikel 2, 3 óf artikel 4.
Aldus vastgesteld door het bestuur van Servicepunt71 op 28 februari 2018
De voorzitter
Mw. M.N. Damen
De secretaris
Mw. E. Zandstra
De vergoedingen die in het kader van deze regeling worden uitgekeerd zijn in beginsel bruto uitkeringen. Doordat de Wet op de loonbelasting 1964 gerichte vrijstellingen kent, geldt dat de werkgever een deel van de of de gehele vergoeding onbelast aan de ambtenaar mag uitbetalen. Voor de jaren tot en met 2018 geldt in ieder geval een gerichte vrijstelling voor zakelijke reizen, waaronder woon-werkverkeer, tot een bedrag van € 0,19 per kilometer dan wel de werkelijke kosten van openbaar vervoer.
De ambtenaar die een afstand van meer dan 10 km per dag reist, ontvangt een reiskostenvergoeding tot maximaal 20 km (enkele reisafstand). Voor de berekening wordt zowel de heen als terugreis gerekend, zodat maximaal 40 km per dag wordt vergoed. Voor de berekening van de afstand wordt uitgegaan van het vervoermiddel en vervolgens de snelste route. Per afgelegde kilometer bedraagt de vergoeding € 0,15.
Tevens geldt een eigen bijdrage van € 53,00 per maand als over vijf dagen wordt gereisd. Als op minder dagen wordt gereisd, wordt de eigen bijdragen naar rato berekend.
De ambtenaar die als gevolg van de organisatiewijziging en overgang naar Servicepunt71 op de datum van overgang minder reiskostenvergoeding ontvangt dan hij bij ongewijzigde omstandigheden zou hebben ontvangen heeft recht op een overgangsmaatregel. In het Sociaal Plan Servicepunt71 is de overgangsmaatregel, inclusief de duur en de hoogte van de vergoeding uitgewerkt.
Tevens is bij de overgangsmaatregel opgenomen dat de medewerker in aanmerking kan komen voor een extra verhuiskostenvergoeding.
Voor de volledige overgangsmaatregel wordt verwezen naar het Sociaal Plan Servicepunt71.
De ambtenaar die met het openbaar vervoer reist, en als gevolg van de invoering van de Servicepunt71 regeling een lagere vergoeding ontvangt ten opzichte van de vergoeding die hij ontving in eigen gemeente wordt een compensatie toegekend. De compensatie geldt voor zolang die situatie bestaat. De compensatie is een aanvulling ter grootte van het verschil tussen de nieuwe regeling bij SP71 en hetgeen hij kreeg op het moment van de organisatiewijziging, bij de eigen (voormalige) gemeente.
Tevens is bij de overgangsmaatregel opgenomen dat de ambtenaar in aanmerking kan komen voor een extra verhuiskostenvergoeding.
Voor de volledige overgangsmaatregel wordt verwezen naar het Sociaal Plan Servicepunt71.
De daadwerkelijke reiskosten kunnen fiscaal gezien blijken uit bijvoorbeeld de uitdraai van een persoonlijke OV-chipkaart. De factuur van een jaar- of maandabonnement is fiscaal gezien geen bewijs van de daadwerkelijke kosten. In dit geval dient naast de factuur ook een uitdraai van een persoonlijke OV-chipkaart te worden overlegd.
Het bevoegd gezag stelt de kosten per reisbeweging vast op grond van de informatie van de vervoerder.
Niet rechtstreekse verbinding gelden als niet declarabel woon- werkverkeer, omdat de administratieve controle op de omrijkilometers niet- of onvoldoende uitvoerbaar is. Het fiscaal belang ligt hieraan ten grondslag.
De reiskosten dienen in het jaar waarin ze zijn gemaakt te worden overgelegd, met uitzondering van de reiskosten over de maand december, deze dienen in januari van het volgende jaar te worden overgelegd
Er is slechts één keuze mogelijk.
Wanneer de ambtenaar met meerdere vervoermiddelen reist, dient het vervoermiddel te worden gekozen waarmee het grootste aantal kilometers van de reis wordt aflegt. Reist de ambtenaar niet iedere dag op dezelfde manier, dan dient te worden gekozen voor het vervoermiddel dat op de meeste dagen wordt gebruikt.
A) Een ambtenaar kan bijvoorbeeld het traject woon- werkverkeer deels afleggen per eigen vervoer en deels met OV. Dan geldt dat het vervoermiddel waarmee het grootste aantal kilometers wordt gereisd bepalend is voor de keuze van de manier waarop wordt gereisd en dus bepalend voor de toepassing van artikel 2, 3 of 4.
B) Een ambtenaar die bijvoorbeeld wekelijks twee dagen met de auto en drie dagen met het OV reist, krijgt een vergoeding op basis van het vervoersmiddel dat het meeste gebruikt wordt, in dit geval dus OV.
De reiskosten worden per maand uitbetaald. Als de ambtenaar gedurende een aaneengesloten periode van langer dan zes weken niet reist wordt, de uitbetaling van de reiskostenvergoeding aansluitend aan deze zes weken stopgezet. Zodra en voor zover de ambtenaar weer gaat reizen zal de uitbetaling van de reiskostenvergoeding weer worden hervat.
Indien het niet reizen van de ambtenaar het gevolg is van een eigen verzoek van de ambtenaar (bijvoorbeeld onbetaald verlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof etc.) wordt de termijn van 6 weken niet in acht genomen.
Voor het reizen tussen de standplaats en de overige gebouwen van de aan Servicepunt71 deelnemende (gemeentelijke)organisaties stelt Servicepunt71 dienstfietsen beschikbaar. Deze reizen komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking, ook al kiest de ambtenaar voor het gebruik van een eigen vervoermiddel.
De werkgever wordt door de belastingdienst gecontroleerd op de juiste uitbetaling van de reiskosten. De ambtenaar is daarom verplicht de gegevens correct aan te leveren en up-to-date te houden.