Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Boekel

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011 (verordening rioolheffing 2011)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBoekel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2011 (verordening rioolheffing 2011)
CiteertitelVerordening rioolheffing 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-201031-12-2011Onbekend

16-12-2010

Weekblad Boekel & Venhorst, 21-12-2010

Z/008552 AB/003154
22-12-201031-12-2011Onbekend

16-12-2010

Weekblad Boekel & Venhorst, 21-12-2010

Z/008552 AB/003154

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2011(VERORDENING RIOOLHEFFING 2011)

 

De raad van de gemeente Boekel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2010

gelet op: artikel 228a van de Gemeentewet ;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2011

(VERORDENING RIOOLHEFFING 2011)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;

  • d.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

     

    Artikel 2 Aard van de belasting

    Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

    • a.

      de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

    • b.

      de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

     

    Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

    • 1.

      De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

    • 2.

      Als gebruiker wordt aangemerkt:

    • a.

      degene die naar omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel - niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 - voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

     

    Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

    Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

     

    Artikel 5 Maatstaf van heffing

    De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

     

    Artikel 6 Belastingtarieven

    1.De belasting van de gebruiker van een perceel

    bedraagt per belastingjaar € 169,59

    2.In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting van

    de gebruiker van een perceel per belastingjaar

    indien het perceel betreft een:

    a.Horecabedrijf

    Melkveebedrijf

    Auto-wasserette

    Andusta-fabriek € 745,73

    • b.

      Viskwekerij € 1.212,17

    • c.

      Champignonbedrijf € 1.825,64

    • d.

      Bejaardencentrum

    Camping € 4.409,41

    e.Psychiatrisch ziekenhuis

    Pluimvee-slachterij

    Vleesverwerkingsbedrijf € 19.655,27

     

    Artikel 7 Belastingjaar

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

     

    Artikel 8 Wijze van heffing

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

     

    Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

    • 1.

      De belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

    • 2.

      Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd, over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

    • 3.

      Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

    • 4.

      Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander belastingobject in gebruik neemt.

     

    Artikel 10. Vrijstelling

    De belasting wordt niet geheven ter zake van gemeentelijke eigendommen, of gedeelten hiervan, welke uitsluitend worden gebruikt voor de publieke dienst.

     

    Artikel 11 Termijnen van betaling

    • 1.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

    • 2.

      In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

    • 3.

      De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

     

    Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

     

    Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

    • 1.

      De “Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2010” vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

    • 2.

      Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag na die van de bekendmaking.

    • 3.

      De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

    • 4.

      Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2011'.

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de raad van de gemeente Boekel, gehouden op 16 december 2010

de griffier, de voorzitter,

M.R.P. Philipse P.M.J.H. Bos