Organisatie | Bunnik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-03-2018 | 12-03-2020 | nieuwe regeling | 15-02-2018 |
De raad van de gemeente Bunnik;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2017
Gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet en artikel 149 van de Ge-meentewet;
de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de
gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en
veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzienin-gen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzie-ningen, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
Besluit vast te stellen de Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018.
Hoofdstuk 2 Toeleiding naar de jeugdhulp
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Hoofdstuk 3 Afweging en voorwaarden individuele voorzieningen
Artikel 11 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbe-schermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
Artikel 14 Bijdrage woningaanpassing minderjarige
Voor een maatwerkvoorziening in natura of een pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is een bijdrage verschuldigd conform de geldende bepalingen voor overige maatwerkvoor-zieningen of pgb's Wmo 2015.
Artikel 15. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 16 Waardering mantelzorgers
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat uit:
Artikel 18. Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Indien een cliënt een klacht heeft over de wijze waarop een medewerker van de gemeente of één van haar bestuursorganen zich jegens hem of een ander heeft gedragen in het kader van een melding of aanvraag als bedoeld in deze verordening, kan hij de klacht indienen bij het college. Deze klacht wordt behandeld volgens de in hoofdstuk 9 Algemene wet bestuursrecht beschreven procedure.
Deze verordening in samenhang met de eventueel daarop gebaseerde regelingen en/of beleidsregels worden, een keer per vier jaar, door het gemeentebestuur geëvalueerd. Het college zendt hiertoe aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Artikel 21. Calamiteitenregeling
Aanbieders melden iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij de verstrekking van een voorziening onverwijld aan de toezichthoudend ambtenaar.De toezichthoudend ambtenaar doet onderzoek en adviseert het college over het voorkomen van verdere calamiteiten en het bestrijden van geweld.