Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Nadere regels voeren van handelsreclame op grond van artikel 4:16 Algemene Plaatselijke Verordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voeren van handelsreclame op grond van artikel 4:16 Algemene Plaatselijke Verordening
CiteertitelNadere regels voeren van handelsreclame op grond van artikel 4:16 Algemene Plaatselijke Verordening
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpHandelsreclame

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door Beleid en nadere regels (beleidsregels) reclame geplaatst in de openbare ruimte/zichtbaar vanuit de openbare ruimte op grond van artikel 2:10 en artikel 4:16 Algemene Plaatselijke Verordening van 23-4-2019

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. http://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2018-01-01
  2. http://wetten.overheid.nl/BWBR0005416/2018-01-01
  3. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Enschede/CVDR332923/CVDR332923_11.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-03-201801-05-2021Nieuwe regeling

20-02-2018

gmb-2018-44404

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels voeren van handelsreclame op grond van artikel 4:16 Algemene Plaatselijke Verordening

Burgemeester en Wethouders van Enschede, gelezen het voorstel van domein Fysiek van 12 februari 2018;

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en artikel 4:16 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

Besluit:

vast te stellen de navolgende Nadere regels ‘voeren van handelsreclame bij, op of aan een (on)roerende zaak in Enschede’

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze Nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Buitenreclame: alle vanaf de openbare weg zichtbare reclame.

  • 2.

    Reclame: het openbaar aanprijzen van producten, (bedrijfs)gebouwen, diensten en namen door middel van (verlichte) opschriften, logo’s, afbeeldingen en schermen met naar buiten tredend licht.

  • 3.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van gebruik hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

  • 4.

    Bedrijf: een organisatie van mensen en middelen met als doel het leveren van producten of het verlenen van diensten aan andere organisaties of particulieren. De term bedrijf wordt in dit beleid gebruikt voor alle ondernemingen, instellingen en andere organisaties (met of zonder winstoogmerk).

  • 5.

    Gebieden met een Hoge beeldregie: gebieden zoals aangegeven op de kaart ‘kwaliteit voor Enschede’ als in bijlage 1 bij deze nadere regels.

  • 6.

    Uitstalling: een los voorwerp geplaatst op de openbare weg voor een (on)roerende zaak, dat een onmiskenbare relatie heeft met de bedrijfsactiviteiten van het in de (on)roerende zaak gevestigd bedrijf.

  • 7.

    Lichtmastreclamebak: reclameobject dat aan de bovenzijde van een lichtmast mag worden aangebracht voor het maken van handelsreclame.

  • 8.

    A0-frame: tweezijdig frame aangebracht aan de onderzijde van een lichtmast om handelsreclame op A0-formaat in aan te brengen.

  • 9.

    Sandwichborden: tweezijdig reclamebord van bijvoorbeeld karton of plastic bevestigd aan een lichtmast

  • 10.

    Raamsticker: een reclame-uiting welke aan de binnenzijde van een raam wordt geplakt.

Artikel 2 Uitgangspunten

  • 1.

    Reclames dienen bescheiden te worden toegepast en moeten een eenheid vormen met de architectuur van de (on)roerende zaak.

  • 2.

    De reclame heeft een directe relatie met de activiteit die in de (on)roerende zaak wordt uitgevoerd.

  • 3.

    Voor bedrijfsverzamelgebouwen en overdekte winkelcentra geldt dat de namen van de verschillende bedrijven dienen te worden aangebracht op gemeenschappelijke reclamedrager(s).

  • 4.

    Reclame mag alleen worden aangebracht op de bedrijfsgevel en niet op de gevel van bijvoorbeeld een bovengelegen woning (tenzij het een banier betreft).

  • 5.

    Het gevelvlak tussen de begane grond en de eerste verdieping mag, om een visuele scheiding tussen de bouwlagen te voorkomen, niet helemaal bedekt worden met reclame.

  • 6.

    De reclame is zodanig dat de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht of dat ernstige hinder ontstaat voor de omgeving.

  • 7.

    Hinder door trilling, licht of geluid voor omliggende (on)roerende zaken is niet toegestaan. Wie in een (on)roerende zaak met buitenreclame woont of werkt, mag daar geen overlast van hebben. Om dit punt objectief te kunnen bepalen wordt verwezen naar de geluidsnota van de gemeente Enschede.

  • 8.

    Per (on)roerende zaak is de volgende reclame toegestaan:

    1. maximaal één evenwijdig aan de gevel aangebrachte reclame die voldoet aan de volgende voorwaarden:

    a. geplaatst in de zone tussen begane grond en onderkant kozijn van de eerste verdieping en minimaal 50 cm uit de zijkant of hoek van het gebouw

    b. binnen het gebied met een hoge beeldregie mag de reclame alleen bestaan uit losse letters en/of een logo.

    2. maximaal één haaks op de gevel geplaatste reclame die bestaat uit en voldoet aan:

    a. een uithangbord met de maximale afmeting van 0,5m²; of

    b. een banier die maximaal 70 cm uit de gevel steekt en een maximale afmeting van 1,0 m2.

    3. Naast reclame uit sub 1 en 2 is de volgende reclame toegestaan:

    a. raamstickers tot maximaal 20 % van de glasoppervlakte van de totale gevel, waarbij de raamsticker(s) minimaal 150 mm afstand tot het kozijn heeft of hebben en deze aan de binnenzijde van het raam of ramen wordt of worden aangebracht.

    b. één vlag, met een maximale stoklengte van 1 meter en een maximale afmeting van 0,5 m².

    c. een naambord bij een bedrijf, niet zijnde detailhandel, met een maximaal oppervlakte van 0,5 m².

    4. Voor de reclame uit sub 2 en sub 3 onderdelen b en c geldt dat de vrije hoogte (tussen maaiveld en onderzijde reclame) zodanig is dat de weggebruiker geen hinder van de reclame ondervindt. .

  • 9.

    Een lichtreclame heeft een maximale grenswaarde van maximaal 10.000 candela per m2 oppervlakte luminantie bij daglicht en maximaal: (a) 1.000 candela per m2 oppervlakte luminantie bij donker bij reclame < 0,5 m2, (b) 800 candela bij 0,5 tot 10 m2 en 600 candela bij > 10 m2.

  • 10.

    Een lichtreclame moet tussen 23.00 en 07.00 uur uitgeschakeld zijn, met uitzondering van lichtreclames voor horecabedrijven.

  • 11.

    Schermen met uittredende verlichting moeten altijd dimbaar zijn. Beelden mogen overvloeiende effecten kennen met een frequentie lager dan ¼ Hz.

  • 12.

    Per lichtmast is 1 lichtmastreclamebak toegestaan, mits de mast technisch hiervoor geschikt is en het geen (HOV) boogmast of zwarte lichtmast (type 7511) betreft.

  • 13.

    De lichtmastreclamebakken mogen niet boven de rijbaan gesitueerd worden en de onderzijde van de reclame dient zich minimaal 4,40 m en maximaal 4,50 m boven het maaiveld bevinden.

  • 14.

    De maximale afmetingen (breedte * hoogte) van de reclame is:

    • a.

      Bij een lichtmasthoogte van 6 m: 100cm*70cm;

    • b.

      Bij een lichtmasthoogte van 8 m: 100cm*120cm.

  • 15.

    Per lichtmast is 1 A0-frame toegestaan.

  • 16.

    Sandwichborden zijn niet toegestaan.

  • 17.

    Voor het plaatsen van lichtmastreclame aan gemeentelijke lichtmasten moet contact worden opgenomen met de betreffende reclame-exploitant met wie de gemeente een overeenkomst is aangegaan.

  • 18.

    Uitgezonderd van deze Nadere regels zijn:

  • reclames die aangemerkt worden als bouwen van een bouwwerk in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in het bestemmingsplan zijn aangemerkt als cultuurhistorisch waardevol of vallen onder de werkingssfeer van de Monumentenwet;

  • reclames die aangemerkt worden als een uitstalling in de zin van het uitstallingenbeleid van de Gemeente Enschede.

Artikel 3 Ontheffing van de Nadere regels

Op grond van een gemotiveerd verzoek kan het college, op grond van onder meer de specifieke situatie van het pand, de transparantie van een reclame-uiting of de vorm ervan, een ontheffing van deze Nadere regels verlenen.

Artikel 4 Inwerkingtreding en intrekking bestaande Nadere regels

Deze Nadere regels treden in werking op de dag na die van bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Nadere regels van juni 2017.

 

 

Vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Enschede op 20 februari 2018,

de loco-secretaris, de burgemeester,

drs. E.A. Smit dr. G.O. van Veldhuizen