Organisatie | Landerd |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten Landerd 2018 |
Citeertitel | Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten Landerd 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Subsidie instandhouding gemeentelijke monumenten |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-03-2018 | Nieuwe regeling | 08-02-2018 |
Hoofdstuk 3 Hoogte van de subsidie
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van of ter aanvulling op de in artikel 3.1 bedoelde onderhoudskosten incidenteel subsidie verstrekken voor restauraties, reconstructies of specifieke onderdelen van beschermde objecten of gebieden als volgens burgemeester en wethouders daar in het belang van de monumentenzorg aanleiding voor is.
Artikel 3.3 Subsidiepercentage en -maximum
De gemeentelijke subsidie bedraagt:
Voor onderhoud van unieke landschapselementen maximaal 40% van de werkelijk gemaakte en door burgemeester en wethouders aanvaardbaar geachte kosten die het reguliere onderhoud te boven gaan, mits hieraan een rapport van de bomenstichting ten grondslag ligt en exclusief de inspectiekosten van deze stichting die reeds op grond van artikel 3.2 lid 2 van deze verordening subsidiabel zijn.
In aanvulling op wat elders in deze verordening is bepaald, wordt op grond van deze verordening geen subsidie verleend:
Artikel 4.5 Nadere voorwaarden
Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de instandhouding van het betreffende gemeentelijk monument aan een subsidieverlening zodanige nadere voorwaarden verbinden, dat een juiste besteding van de gemeentelijke gelden wordt bevorderd, conform de doelstellingen van de “Erfgoedverordening Landerd 2017”.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Bij elke overdracht van de eigendom, het recht van erfpacht of opstal, is de overdragende partij gehouden van de wederpartij te bedingen dat deze op zich neemt de verplichtingen jegens de gemeente, zoals beschreven in dit hoofdstuk, met dien verstande dat ingeval de overdracht plaatsvindt na de voltooiing van de werkzaamheden, de oplegging van de verplichtingen zoals omschreven achterwege kan blijven.