Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening subsidiëring Peuteropvang met VVE Weesp 2019 |
Citeertitel | Verordening subsidiëring Peuteropvang met VVE Weesp 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 08-02-2018 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
VVE-peuters: alle kinderen met een door het consultatiebureau Weesp of door peuterleidsters in overleg met het consultatiebureau afgegeven VVE indicatie. Kinderen met een VVE indicatie zijn kinderen tussen de 2 en 4 jaar, woonachtig in Weesp, waarbij er door het consultatiebureau of de peuteropvang een taal en/of ontwikkelingsachterstand wordt geconstateerd;
Artikel 2. Reikwijdte en toepassing verordening
De ‘Algemene Subsidieverordening Weesp 2010’ is van toepassing op de subsidieverlening op grond van deze verordening. Deze verordening is aanvullend van toepassing op de ‘Algemene Subsidieverordening Weesp 2010’ voor het subsidiëren van peuteropvang door de Gemeente Weesp.
Artikel 3. Voorwaarden voor de subsidiëring van peuteropvang
De aanbieder komt in aanmerking voor de subsidiëring van peuteropvang als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Op de peutergroep wordt gewerkt met een erkend integraal gecertificeerd voorschools programma, opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJi) waarmee op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en motoriek;
De VVE-peuters worden minimaal 10 uur en maximaal 12 uur verspreid over 3 dagdelen per week opgevangen. De reguliere peuters worden 2 dagdelen van 7 uur per week opgevangen. Opvang wordt geboden voor maximaal 40 weken per kalenderjaar (buiten de schoolvakanties). Als een ouder meer uren gebruik wenst te maken van de opvang zijn deze uren voor rekening van de ouder;
De peuteropvang organisatie overlegt na afloop van elk kwartaal en na het subsidiejaar deze registraties ter verantwoording aan de gemeente. Op basis van deze registraties berekent de gemeente op welke subsidie de aanbieder aanspraak heeft gemaakt. De subsidie over het afgelopen jaar wordt vastgesteld en wordt verrekend met de vooraf verstrekte subsidie. Het maximaal door de gemeente te subsidiëren uurtarief per peuter wordt jaarlijks door het college vastgesteld. Wanneer het college het uurtarief niet vaststelt is het laatst vastgesteld tarief van toepassing;
Artikel 4. Subsidiëring per type peuter
* Alle ouders ontvangen een factuur voor 2 dagdelen per week.
** Het maximaal door de gemeente te vergoeden bedrag per uur wordt jaarlijks vastgesteld door het college.
Artikel 5. Inschatting subsidie
Vaststellen van de subsidie voor de peuteropvang vindt plaats op basis van genoemde termijnen in de ‘Algemene Subsidieverordening Weesp 2010’ . Voor de subsidie voor peuteropvang wordt op basis van het door de aanbieder inzichtelijk gemaakte uurtarief en het door de aanbieder inzichtelijk gemaakte te verwachten aanbod, door de Gemeente Weesp de hoogte van de toegekende subsidie bepaald. De Gemeente Weesp verstrekt subsidie voor een maximaal tarief per kind per uur (jaarlijks door het college vastgesteld) en lager wanneer het uurtarief van de aanbieder lager is. Na afloop van het subsidiejaar wordt het geboden aanbod verrekend met het geschatte aanbod conform de ‘Algemene Subsidieverordening Weesp 2010’.
De subsidiëring peuteropvang wordt uitsluitend toegekend aan ouders of verzorgers van peuters die ingeschreven staan in de basisregistratie (BRP) van de Gemeente Weesp.
Artikel 7. Meldingsplicht en tussentijdse wijzigingen
Na aanvang van het recht op kinderopvangtoeslag vervalt het recht op de subsidiëring peuteropvang en moet dit door ouders onverlet worden gemeld (meldingsplicht) aan de aanbieder. Indien bij de jaarlijkse inkomenstoets blijkt dat de wijziging niet is doorgegeven, dat toch recht op kinderopvangtoeslag bestaat, wordt de subsidie peuteropvang door het college teruggevorderd. De terugvordering komt ten laste van de aanbieder.
Wanneer de verlaging van het inkomen zodanig is dat ouders in een lagere inkomenscategorie van de ouderbijdragetabel vallen, kan een aanvraag tot herziening van de ouderbijdrage worden gedaan op basis van de meest recente loongegevens, loonstrook, uitkeringsbeschikking of op basis van de meest recente inkomensverklaring.
Artikel 8. Dossiervorming en controle
Periodiek kan een controle uitgevoerd worden door de (gemeentelijke) accountant. Daarbij zal de accountant een aantal dossiers toetsen op voorgeschreven inhoud, juistheid van gegevens en op het correct uitvoeren van de toetsing niet-recht op kinderopvangtoeslag en de inschaling in de ouderbijdragetabel.
Het college is bevoegd af te wijken van de verordening. Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Uitleg van de termen/definities die in de verordening gebruikt worden.
In dit artikel worden de voorwaarden van de subsidiëring peuteropvang beschreven. De gemeente heeft vanuit beleid aanvullende subsidievoorwaarden geformuleerd, een een hoge kwaliteit van VVE aanbod te garanderen. Ouders die niet aan de voorwaarden kunnen voldoen (bijvoorbeeld omdat zij buiten de gemeentegrens wonen) of willen voldoen (ingeval ouders weigeren inkomensgegevens te overleggen), komen niet in aanmerking voor de subsidiëring peuteropvang.
In de subsidiebrieven die de gemeente aan de aanbieder verstrekt, zijn de voorwaarden beschreven. De aanbieders van VVE dienen te voldoen aan de wetten OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie), IKK (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) en HKP (Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk). De GGD voert jaarlijks inspecties uit per locatie en rapporteert deze aan de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving. Op de handhaving VVE controleert de Onderwijsinspectie. Wanneer het oordeel van de GGD positief is, kan een aanbod voor VVE peuters worden geboden.
De gemeente moet de kosten kunnen beheersen en doet dit door enerzijds de VNG ouderbijdragetabel en anderzijds door een maximum uurtarief peuteropvang jaarlijks vast te stellen dat voor subsidiëring in aanmerking komt.
De gemeente verstrekt subsidie voor ouders aan de aanbieder, de aanbieder vraagt om een ouderbijdrage aan de ouder. Kinderopvangtoeslag is de toeslag die tweeverdienende of werkende alleenstaande ouders kunnen aanvragen bij de Belastingdienst voor kinderopvang dan wel peuteropvang. De gemeente is verantwoordelijk voor de financiering van het derde dagdeel VVE. Wanneer wettelijke voorwaarden veranderen zal deze verordening worden aangepast. Voor ouders, die niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag, is de gemeentelijke subsidiëring.
Het is zeer belangrijk dat ouders goed worden voorgelicht over de in deze verordening beschreven financiering van peuteropvang en VVE. De aanbieders zijn verantwoordelijk voor deze taak.
Door de beschreven financiering en registratie wordt inzichtelijk gemaakt aan welk type peuters de gemeente subsidie verstrekt.
Indien de verordening leidt tot een onbillijke situatie kan in uitzonderingsgevallen de hardheidsclausule worden toegepast.