Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Afvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAfvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden 2014
CiteertitelAfvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpAfvalstoffenverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2018Wijziging

02-01-2018

gmb-2018-41528

Tekst van de regeling

Intitulé

Afvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden 2014

VERORDENING REGELENDE HET ZICH ONTDOEN VAN HUISHOUDELIJKE EN ANDERE CATEGORIEEN VAN AFVALSTOFFEN, DE AL DAN NIET AFZONDERLIJKE INZAMELING VAN AFVALSTOFFEN EN DE MET DEZE ACTIVITEITEN VERBAND HOUDENDE BESCHERMING VAN HET MILIEU.

Hoofdstuk 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      wet: Wet milieubeheer;

    • c.

      inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

    • d.

      ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe ter beschikking gestelde plaats, waarbij de daadwerkelijke overdracht plaatsvindt op het moment dat de afvalstoffen in het inzamelmiddel of –voorziening zijn gebracht;

    • e.

      inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- en/of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box ten behoeve van één huishouden; dit wordt verstrekt door de BV Fryslân Miljeu Noord West en wordt in bruikleen gegeven;

    • f.

      inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

    • g.

      milieupas: een identificatiemiddel met een uniek, digitaal pasnummer voor de individuele registratie en afrekening van het afvalaanbod;

    • h.

      inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

    • i.

      andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

    • j.

      gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

    • k.

      gestapelde bouw: een woongebouw dat uit meer dan één bouwlaag bestaat en bestemd is voor bewoning door meer dan één huishouden, bijvoorbeeld een flat, een appartementencomplex, boven- en benedenwoningen en maisonnettes;

    • l.

      straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

    • m.

      wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande doorgaande verharde wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

    • n.

      buitengebied: het gebied gelegen buiten de bebouwde kom, waarvan de gemeenteraad de grenzen heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 20a, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

    • o.

      motorrijtuigen: alle voertuigen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.

 

Hoofdstuk 2: INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 2.

    Als inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, wordt aangewezen: BV Fryslân Miljeu Noord West.

  • 3.

    Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 4.

    Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

 

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

  • a.

    groente-, fruit- en tuinafval;

  • b.

    klein chemisch afval;

  • c.

    verpakkingsglas;

  • d.

    oud papier en karton;

  • e.

    textiel;

  • f.

    puin, bouw- en sloopafval;

  • g.

    verduurzaamd hout;

  • h.

    grof tuinafval;

  • i.

    asbesthoudend en asbestgelijkend afval;

  • j.

    grof huishoudelijk afval;

  • k.

    elektrische en elektronische apparatuur, waaronder verlichtingsapparatuur;

  • l.

    metalen;

  • m.

    autobanden;

  • n.

    landbouwfolie;

  • o.

    dakbedekking;

  • p.

    piepschuim;

  • q.

    gips;

  • r.

    harde kunststoffen;

  • s.

    matrassen

  • t.

    vlakglas;

  • u.

    oliën en vetten.

Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

 

Artikel 4 Inzamelmiddelen en –voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

       

  • 2.

    Het college kan aanwijzen via welk al dan niet door de inzameldienst verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

 

Artikel 5 Frequentie van inzamelen bij elk perceel

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt in de regel tenminste eenmaal per twee weken nabij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    Groente- fruit en tuinafval wordt tenminste eenmaal per twee weken afzonderlijk nabij elk perceel ingezameld.

  • 3.

    Het college kan de frequentie van de inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente nabij elk perceel worden ingezameld.

 

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

 

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

     

Hoofdstuk 3: TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst.

 

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

 

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.

 

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

  • 1.

    Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 4, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het verstrekte inzamelmiddel of de inzamelvoorziening.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere plaatsen en wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5.

    Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 4, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.

 

Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

  • 1.

    Indien voor de gebruiker van een perceel door middel van een aan hem beschikbaar gestelde milieupas en/of sleutel voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen krachtens artikel 4, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening is aangewezen, is het voor de gebruiker verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.

  • 3.

    Het college kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moet worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5.

    Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 4, tweede lid, een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

 

Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

  • 1.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.

  • 2.

    Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 3.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 4.

    Het verbod in artikel 10, vierde lid, en artikel 11, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel.

 

Artikel 13 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau

  • 1.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorieën waarvoor het brengdepot als bedoeld in artikel 4, tweede lid, is bestemd.

  • 2.

    Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij het brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 3.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 4.

    Het verbod in artikel 10, vierde lid, en artikel 11, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau overeenkomstig dit artikel.

 

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 4, tweede lid van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3.

    Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5.

    Het is aan anderen dan de gebruiker van een perceel die de in lid 1 bedoelde categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt, verboden afvalstoffen toe te voegen aan en ter inzameling aan te bieden met die van de zojuist bedoelde gebruiker.

 

Artikel 15 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het college kan de dagen en tijden vaststellen waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden. Hetzelfde geldt voor het aanbieden en verwijderen van de inzamelmiddelen.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

 

Artikel 16 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

 

Hoofdstuk 4: INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 17 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

 

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de krachtens artikel 17 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de verordening Afvalstoffenheffing.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 17 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden de krachtens artikel 17 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met hetgeen in dit artikel is bepaald.

 

Artikel 19 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1.

    Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Hoofdstuk 5: ZWERFAFVAL

Artikel 20 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het college kan van het verbod als bedoeld in lid 1 ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

 

Artikel 21 Achterlaten van straatafval

  • 1.

    Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2.

    Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

 

Artikel 22 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken, te verspreiden of te verplaatsen.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen, in brand te steken of anderszins te behandelen waardoor zwerfafval kan ontstaan.

  • 3.

    Het college kan van het verbod als bedoeld in lid 1 ontheffing verlenen.

 

Artikel 23 Afvalbakken van inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, of -mand of een soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, of -mand of dat voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

 

Artikel 24 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten en dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt of laat verspreiden, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

 

Artikel 25 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien naar het oordeel van de gezagsdrager/handhaver de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

 

Hoofdstuk 6: OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 26 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaarsof de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijk afvalstoffen.

 

Artikel 27 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

 

Artikel 28 Verbod ongewenst drukwerk te bezorgen

Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner of gebruiker ervan duidelijk heeft kenbaar gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk.

Artikel 29 Verbod voor niet-inwoner om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden

Het is aan personen, die geen woon- of verblijfplaats in de gemeente Leeuwarden hebben, verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden of achter te laten.

 

Hoofdstuk 7: SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3, Wet op de economische delicten:

 

ARTIKEL ONDERWERP

 

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorziening op wijkniveau

Artikel 13 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

Artikel 15 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Artikel 19 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Artikel 20 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 21 Achterlaten van straatafval

Artikel 22 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 23 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Artikel 24 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 25 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 26 Verbod op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen

Artikel 27 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 28 Verbod ongewenst drukwerk te bezorgen

Artikel 29 Verbod voor niet-inwoner om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden

 

Artikel 31 Toezichthouders

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Met de opsporing van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens deze verordening in samenhang met artikel 1a, aanhef en onder 3º, Wet op de economische delicten zijn belast de ambtenaren als bedoeld in de artikelen 141 en 142 Wetboek van Strafvordering.

 

Artikel 32 Vervallen verklaring oude verordeningen en inwerkingtreding nieuwe verordening.

  • 1.

    De Afvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden 2014 wordt vastgesteld en treedt in werking 1 dag na publicatie.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze verordening worden de Afvalstoffenverordening van de gemeente Leeuwarden 2010, vastgesteld op 15 december 2010, en de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Boarnsterhim, vastgesteld op 1 maart 2011, vervallen verklaard.

  • 3.

    De vervallenverklaring geldt voor zover de in het derde lid genoemde verordeningen van kracht zijn voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Leeuwarden zoals dat per 1 januari 2014 is ontstaan, op grond van de Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân.

  • 4.

    De Afvalstoffenverordening van de gemeente Leeuwarderadeel 2010, vastgesteld op 10 juni 2010, in te trekken.

  • 5.

    De Afvalstoffenverordening gemeente Littenseradiel, vastgesteld op 14 december 2009, in te trekken, voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Leeuwarden zoals dat per 1 januari 2018, op grond van de Wet van 3 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân, is ontstaan.

 

Artikel 33 Overgangsbepaling

  • 1.

    Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 32, eerste lid, blijven – voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – na de inwerkingtreding van deze van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2.

    Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 32, eerste lid, blijven – voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – na de inwerkingtreding van deze van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.

  • 3.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 32, eerste lid, blijven – voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 32, eerste lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 5.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 32, eerste lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in deze verordening.

  • 6.

    Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste of tweede lid , dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het derde lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 32, tweede lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 32, eerste lid.

  • 7.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 32, eerste lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

     

Artikel 34 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: “Afvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden 2014”.