Organisatie | Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor horecabedrijven Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2018 |
Citeertitel | Nadere regels voor horecabedrijven Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2018. |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Nadere regels voor horecabedrijven Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2018. |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2018 | 22-03-2019 | Nadere regels APV 2018 | 30-01-2018 |
In deze nadere regels wordt verstaand onder:
–afzonderlijke ruimte: een ruimte om bezoekers tijdelijk af te zonderen vanwege hun gedrag of andere verdachte omstandigheden die in strijd zijn met de huisregels. Deze ruimte is zoveel mogelijk via een andere weg bereikbaar dan via de reguliere toegangsdeuren. Dit om discretie voor personen die aangehouden worden te kunnen garanderen of om hulpverleners ongehinderd toegang te verlenen. Indien een persoon in deze ruimte geplaatst wordt, moet er continu toezicht aanwezig zijn. Deze ruimte moet opgenomen zijn in het bedrijfshulpverleningsplan in geval van een ontruiming;
–beheerder: degene die namens de horecaondernemer de feitelijke bedrijfsuitoefening voor zijn rekening neemt;
–horecakluis: een afsluitbare berging waarin wapens, drugs en andere voorwerpen ten behoeve van de politie worden gedeponeerd in de gevallen dat deze goederen op zich nog geen strafbaar feit opleveren. Deze kluis is verankerd en kan alleen door een daarvoor aangewezen politieambtenaar worden geopend. De politie haalt deze goederen na sluitingstijd uit deze kluis en vervoert deze direct naar het bureau waar tevens een registratie zal worden opgemaakt van de aangetroffen goederen. De exploitant beschikt niet over een sleutel van de kluis;
–horecaondernemer: degene voor wiens rekening en risico de horecabedrijf wordt gedreven. De feitelijke bedrijfsuitoefening is dus geen essentieel kenmerk voor het ondernemerschap;
–lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting;
–risicovolle feesten: evenementen/festiviteiten waarbij de aard van het feest publiek aantrekt dat een verhoogd risico in zich heeft voor de openbare orde en veiligheid. Daarvan is in ieder geval sprake als het van algemene bekendheid is dat het publiek bekend is met drugsgebruik, overmatig alcoholgebruik, criminele activiteiten en/of geweldsincidenten. Voorbeelden daarvan zijn: hardcore-, trance-, dance-, house-, en gabberfeesten, kickboksgala's en andere grootschalige vechtsportevenementen anders dan in clubverband.
Er zijn drie horecacategorieën.
Enkele voorbeelden zijn: bioscoop – fitnessclub – sportvereniging – schouwburg – museum – sportkantine – grootwinkelbedrijf – jongerenvoorziening.
Enkele voorbeelden zijn: bar – café – restaurant en andere naar aard en invloed op de omgeving hiermee gelijk te stellen horecabedrijven.
Categorie 3: Zelfstandige, grootschalige horecabedrijven (1.000 m² bruto vloeroppervlakte of meer), hoofdzakelijk gericht op het verstrekken van alcoholhoudende dranken in combinatie met het geven van gelegenheid tot het luisteren naar (live) muziek, het kunnen dansen en/of het bieden van ander vermaak.
Voorbeelden: partycentrum – discotheek – pool- en snookercentrum – zalenverhuur – uitgaanscentrum en andere naar aard en invloed op de omgeving hiermee gelijk te stellen horecabedrijven.
Artikel 3 Algemene regels (van toepassing op categorie 1, 2 en 3)
Wordt geacht binnen een straal van 25 meter van het horecabedrijf redelijkerwijze alles te doen wat in zijn macht ligt om overlast te voorkomen en vervuiling tegen te gaan. Dit betekent dat er een actief beleid wordt gevoerd, zoals het toezien dat het komen en gaan van bezoekers uit het horecabedrijf van de ondernemer op een ordentelijke wijze verloopt. Overlast voor de directe omgeving door geluid van praten/schreeuwen, brommobielen, zwerfvuil e.d. wordt zoveel mogelijk beperkt.
Als tijdens een risicovol feest geconstateerd wordt dat een persoon een wapen in bezit heeft ziet de ondernemer of beheerder erop toe dat:
Indien dit een voorwerp is dat niet bij wet strafbaar is gesteld, maar waarvan het niet wenselijk is dat dit in het horecabedrijf wordt binnengebracht of is gebracht, dit wordt veiliggesteld door de ondernemer of beheerder op een daartoe geschikte plaats. Bij het verlaten van het horecabedrijf wordt het voorwerp aan de eigenaar teruggegeven.
Artikel 4 Regels van toepassing op categorie 3
Artikel 5 Regels voor gemengde horecabedrijven
Voor gemengde bedrijven waarbij de activiteiten in gescheiden lokaliteiten, maar onder één dak (inrichting) plaatsvinden gelden de regels voor de activiteiten die op dat moment in de betreffende lokaliteit plaatsvinden. Bij een vermenging van de activiteiten in een dergelijk horecabedrijf gelden de regels van de zwaarste categorie waaronder het horecabedrijf valt.
–wanneer het een restaurant met gescheiden zalenverhuur betreft, dan gelden in de zaal die verhuurd wordt, de regels voor zalenverhuur en in de lokaliteit waar het restaurant wordt uitgevoerd gelden de regels voor het restaurant, of;
–als een horecabedrijf overdag een lunchroom c.q. restaurant is en in dezelfde lokaliteit in de avonduren een discotheek exploiteert dan gelden de eisen van discotheek voor die uren dat het horecabedrijf als zodanig in werking is. De vergunningplicht geldt te allen tijde voor de zwaarste categorie (discotheek).