Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaksbergen

Verordening bestuursrechtelijke geldschulden Haaksbergen (9.30a)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaksbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening bestuursrechtelijke geldschulden Haaksbergen (9.30a)
CiteertitelVerordening bestuursrechtelijke geldschulden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. wet Gemeentewet
  2. artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 4:88 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 4:89 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-03-2018nieuwe regelgeving

21-02-2018

gmb-2018-39569

9.30a

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening bestuursrechtelijke geldschulden Haaksbergen (9.30a)

Samenvatting

Deze verordening regelt – onder meer – een andere betalingstermijn dan zes weken, bij welke bestuursrechtelijke geldschulden geen beschikking hoeft te worden vastgesteld, wat daarbij de betaaltermijnen zijn en welke betaalwijzen er zijn.

 

De gemeenteraad van Haaksbergen;

Voorstel van het college van: 23 januari 2018

 

Wettelijke basis:

bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht (artikelen 4:87, 4:88 en 4:89).

 

Besluit:

Vast te stellen de Verordening bestuursrechtelijke geldschulden.

Artikel 1 Begripsbepaling

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Awb : Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    chartaal betalen: betalen met contant geld, daaronder begrepen betalingen met een cheque of pinpas of chipknip.

 

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening is niet van toepassing voor zover het onderwerp bestuursrechtelijke geldschulden in een andere verordening is geregeld.

 

Artikel 3 Geen beschikking

Voor de volgende betalingen wordt bepaald dat een geldsom wordt betaald zonder dat dit bij beschikking

is vastgesteld:

  • a.

    vergoedingen voor werkzaamheden van raads- en commissieleden op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

  • b.

    bezoldiging en ambtstoelagen van de burgemeester op grond van het Rechtspositiebesluit burgemeesters;

  • c.

    bezoldiging en vergoedingen van wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • d.

    vergoedingen van reis- en verblijfkosten op grond van het Reisbesluit binnenland;

  • e.

    betalingen op grond van de Beloning- en reiskostenregeling;

  • f.

    vergoedingen aan leden van de Commissie bezwaarschriften en Commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden;

  • g.

    overwerkvergoedingen op grond van de CAR-UWO;

  • h.

    vergoedingen aan wethouders, raads- en commissieleden op grond van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden;

  • i.

    alle betalingen op grond van de Regeling Individueel Keuzebudget;

  • j.

    bijdrage op grond van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning;

  • k.

    vergoedingen op grond van de beleidsregels jubilea en afscheid medewerkers en de beleidsregels geschenken aan ambtenaren;

  • l.

    betalingen op grond van de Verordening rekenkamercommissie 2005.

 

Artikel 4 Betaaltermijn

  • 1.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder a, d, g en h, van deze verordening is:

    • a.

      voor de fractievoorzittersvergoeding: maandelijks;

    • b.

      voor vergoedingen waarvoor een declaratie wordt ingediend: binnen acht weken na ontvangst van de declaratie;

    • c.

      voor overige vergoedingen: maandelijks;

    • d.

      voor presentiegelden raadscommissie: twee keer per jaar, uitbetaald in juli en december.

  • 2.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder b en c, van deze verordening is binnen acht weken na datum indiensttreding en na ontvangst van de persoonsgegevens en vervolgens maandelijks.

  • 3.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder e, van deze verordening is:

    • a.

      voor het salaris en de toelagen: maandelijks;

    • b.

      voor vergoedingen waarvoor een declaratie wordt ingediend: binnen acht weken na ontvangst van de declaratie.

  • 4.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder f, van deze verordening is twee keer per jaar, uitbetaald in juli en januari.

  • 5.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder k, van deze verordening is binnen acht weken na het toekennen van de vergoeding.

  • 6.

    De betaaltermijn voor geldschulden als bedoeld in artikel 3, onder l, van deze verordening is twee keer per jaar, uitbetaald in juli en december.

Artikel 5 Chartale betaling

  • 1.

    Naast girale betaling zoals geregeld in artikel 4:89 van de Awb, is chartale betaling mogelijk:

    • a.

      voor alle door medewerkers van de publieksbalie afgegeven producten en geleverde diensten;

    • b.

      in alle gevallen waarin de bestuursrechtelijke geldschuld maximaal € 1.000,00 bedraagt.

  • 2.

    Indien het bestuursorgaan betaalt aan een schuldeiser, is chartale betaling mogelijk in de situatie dat een voorschot op de bijstandsuitkering wordt verleend voor de kosten van levensonderhoud in de periode gelegen tussen de datum van de melding en de datum waarop het besluit op de aanvraag wordt genomen en daarmee een spoedeisend belang is gediend.

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 29 maart 2018.

  • 2.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 25 januari 2012 vastgestelde Verordening bestuursrechtelijke geldschulden en in gebreke stellen bij het niet tijdig beslissen ingetrokken.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestuursrechtelijke geldschulden.

 

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 21 februari 2018

 

 

mr. G. Raaben

griffier

 

 

G.J. Kok MDR

burgemeester