Organisatie | Meierijstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aanwijzingsbesluiten ex artikel 5:6 en 5:8 APV (Aanwijzingsbesluit parkeerexcessen) |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit parkeerexcessen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | parkeerexcessen |
Externe bijlagen | Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-02-2018 | nieuwe regeling | 19-12-2017 |
Burgemeester en wethouders van Meierijstad;
overwegende, dat de raad in zijn vergadering van 2 januari 2017 de Algemene plaatselijke verordening Meierijstad (hierna: APV) heeft vastgesteld;
dat op grond van het overgangsrecht bij de APV besluiten die zijn genomen op grond van de APV van Schijndel, Sint Oedenrode en Veghel en die golden op het moment van de inwerkingtreding van de APV Meierijstad, gelden als besluiten genomen op grond van de APV Meierijstad;
dat het wenselijk is de geldende besluiten op grond van artikel 5:6 en 5:8 (parkeerexcessen) te actualiseren en harmoniseren;
gelet op artikel 5:6 en 5:8 APV;
Aan te wijzen als gebieden in de zin van artikel 5:8, tweede lid van de APV (grote voertuigen op de weg):
De wegen gelegen binnen de bebouwde kommen, met uitzondering van de wegen gelegen binnen de op de bij dit besluit behorende bijlagen aangeduide delen daarvan, waarvoor niet al een parkeerverbod geldt op grond van de Wegenverkeerswet 1994. Deze aanwijzing geldt voorts niet voor de campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens tijdens de door het daartoe bevoegde ministerie vastgestelde en of geadviseerde schoolvakanties;
Aldus besloten in zijn vergadering van 19 december 2017
De griffier,
Drs. M.G.C. Wilms–Wils RA,
De burgemeester,
Ir. C.H.C. van Rooij
Dit aanwijzingsbesluit geeft uitvoering aan het bepaalde in de artikelen 5:6 en 5:8 van de APV. Artikel 5:6 heeft betrekking op de categorie voertuigen die niet voor het dagelijkse verkeer maar hoofdzakelijk voor recreatie of voor andere dan verkeersdoeleinden worden gebruikt. Voertuigen die, inclusief lading, een lengte hebben van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter vallen onder het verbod van artikel 5:8. Dat kunnen ook recreatievaartuigen zijn. Voor recreatievoertuigen kent de model-APV van de VNG dus een regeling in zowel artikel 5:6 als in 5:8. Niet uitgesloten is dat deze bepalingen op termijn worden aangepast.
Gevolg van dit aanwijzingsbesluit is:
Dat het op grond van artikel 5:6, eerste lid onder a van de APV verboden is voertuigen die voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden worden gebruikt (caravans, campers, kampeerwagens, aanhangwagens, magazijnwagens, keetwagens e.d.) buiten de aangewezen vakantieperioden langer dan 3 dagen achtereen binnen de bebouwde kom op de weg te plaatsen of te hebben.
Er wordt in dit besluit geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid als bedoeld in artikel 5:6, eerste lid onder b van de APV om plaatsen aan te wijzen. Dat heeft voor Veghel het gevolg dat parkeren op plaatsen buiten de weg van recreatievoertuigen met een lengte van minder dan 6 m’ en een hoogte van minder dan 2,40 ,net als nu in Schijndel en Sint Oedenrode, in elk geval vrijgelaten wordt. Voor voertuigen die genoemde maten overschrijden geldt artikel 5:8. Zodra blijkt dat er toch behoefte bestaat aan een dergelijke aanwijzing kan daartoe alsnog worden besloten.
Dat het op grond van artikel 5:8, eerste lid van de APV verboden is binnen de bebouwde kommen voertuigen met een lengte (inclusief lading) van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren buiten de weg, doch zichtbaar vanaf de weg. Een uitzondering geldt voor de op kaart aangeduide (bedrijven)terreinen.
De onderliggende bepalingen uit de APV
Voor een goed begrip van het besluit zijn hierna de artikelen uit de APV opgenomen die dienen als basis voor het aanwijzingsbesluit. Daarnaast wordt ook gewezen naar artikel 5:9 dat in de praktijk ook van belang is.
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.