Organisatie | Oude IJsselstreek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbeleid Evenementen gemeente Oude IJsselstreek |
Citeertitel | evenementenbeleid Oude IJsselstreek |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | evenementen - openbare orde en veiligheid |
Externe bijlagen | bijlage 1 bijlage 2 |
Geen
Onbekend
Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oude IJsselstreek
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-02-2018 | nieuwe regeling | 26-01-2018 | 18ini00204 |
In de Gemeente Oude IJsselstreek worden op jaarbasis ongeveer 300 grote en kleine evenementen georganiseerd. Evenementen leveren een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid en vitaliteit in de gemeente Oude IJsselstreek. Evenementen kunnen daarnaast een middel zijn om de gemeente te promoten en kunnen een goede gelegenheid zijn voor het gemeentebestuur en gemeenteraad om zich te presenteren en te profileren.
In deze beleidsnota is beschreven op welke manier de gemeente Oude IJsselstreek de organisatie van evenementen in goede banen wil leiden. In de nota worden spelregels geformuleerd voor de regulering. Ze dienen als kaders voor de organisator, de omwonenden en de gemeente en dragen bij aan een goed en veilig verloop van evenementen.
Uitgangspunt is het maatschappelijk belang dat evenementen veilig en gezellig dienen te zijn. Daarmee is het een gedeeld belang van gemeente, organisatoren en bezoekers. Het aspect openbare orde en veiligheid is een zeer belangrijk element geworden in het organiseren en beoordelen van evenementen. Evenementen kennen steeds meer risico’s en er komt steeds meer nadruk te liggen op de rol, verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid van de organisator, de gemeente en de hulpdiensten. Dat is in deze beleidsnota verwerkt. Ook zet deze beleidsnota veel actiever in op toezicht en handhaving bij evenementen. Gezien de landelijke ontwikkelingen en de diverse ongevallen bij evenementen de laatste jaren wordt dit ook van gemeenten verwacht.
Door sociale media is er bij incidenten meer dan ooit een grote media-aandacht te verwachten.
Dat maakt dat ook de politieke en bestuurlijke aandacht en het besef groter is geworden. Een actueel evenementenbeleid is daarom belangrijk.
1.2 Grondslag / het bestaande beleid herzien
Het “Uitvoeringsbeleid Evenementen 2016-2020” is in werking getreden op 1 maart 2016. Dit beleid is ter vervanging gekomen van het “Uitvoeringsbeleid voor de vergunningverlening bij evenementen” uit 2012. Door landelijke ontwikkelingen, waarbij openbare orde en veiligheid een zeer belangrijk element is geworden in het organiseren en beoordelen van evenementen en het wegvallen van de functie evenementencoördinator, is het wenselijk het beleid te actualiseren. Dit wordt gedaan naar aanleiding van evaluaties. De uitkomsten zijn verwerkt in deze beleidsnota. In hoofdlijnen zijn dit de belangrijkste veranderingen:
Deze beleidsnota bevat een belangrijke richtlijn voor de toepassing van de wettelijke regels in de praktijk en is daarmee de basis voor vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Om een goed beeld te krijgen van de reikwijdte van het begrip evenement wordt dit hieronder aangegeven.
In de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oude IJsselstreek (APV) is het volgende opgenomen:
1.3.2 Waar hebben we het over?
De meeste evenementen vinden buiten plaats. Vaak op openbaar terrein, maar soms ook op particuliere buitenterreinen.
Evenementen in horecagelegenheden, maneges, sporthallen- en terreinen en kerken
Daarnaast vinden er evenementen plaats op binnenlocaties, zoals bijvoorbeeld in horecagelegenheden, maneges, kerken en sporthallen. Het kan hier gaan om binnenlocaties die tijdelijk geschikt worden gemaakt voor evenementen. Hiervoor is een evenementenvergunning noodzakelijk.
Daarnaast zijn er ook locaties die specifiek zijn ingericht voor het houden van evenementen. Zolang er voldaan wordt aan eisen die op grond van andere regelgeving voor deze locaties gelden (bijv. de gebruiksmelding en/of milieuvergunning) en de festiviteiten de normale bedrijfsvoering niet te boven gaan is een evenementenvergunning niet nodig. Te denken valt aan reguliere festiviteiten binnen horecagelegenheden, paardrijden in maneges, korenuitvoeringen in kerken of sportwedstrijden in sporthallen. Deze activiteiten vallen veelal onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en de daarop gebaseerde artikelen 4:1 tot en met 4:5 van de APV. Voor deze activiteiten is geen evenementenvergunning nodig.
Risicowedstrijden op sportvelden zijn echter wel vergunningsplichtig op grond van de APV. Dit zijn vaak ook bijzondere wedstrijden, die niet behoren tot de wedstrijden die normaal gesproken op deze sportvelden worden gehouden. Bij zulk soort evenementen is vaak extra politie-inzet nodig om de openbare orde te handhaven. Vaak zijn er dan ook beveiligers en/of verkeersregelaars nodig.
Samengevat: festiviteiten/evenementen die niet behoren tot de normale bedrijfsvoering en een effect hebben op de openbare orde en veiligheid zijn vergunningsplichtig.
Openbaar of publiek toegankelijk
Met “voor publiek toegankelijk” wordt niet altijd bedoeld dat de activiteiten openbaar zijn, dus voor iedereen toegankelijk. Een activiteit met een besloten karakter kan, afhankelijk van het effect op de openbare orde en veiligheid ook onder het begrip evenement worden geschaard. Te denken valt aan: grootschalige bedrijfsfeesten, open dagen, etc.
Schenktijden/bijeenkomsten paracommerciële rechtspersonen
Op grond van de Drank- en Horecawet en de Drank- en Horecaverordening gemeente Oude IJsselstreek verstrekken paracommerciële rechtspersonen in de door hen geëxploiteerde inrichting uitsluitend alcoholhoudende drank vanaf 1,5 uur voor aanvang tot uiterlijk 1,5 uur na
beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelstellingen van de
desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. Paracommerciële rechtspersonen verstrekken daarbij geen alcoholhoudende drank tijdens in de inrichting plaatsvindende bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn. Paracommerciële rechtspersonen geven ook aan anderen geen gelegenheid om in de inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens in de inrichting plaatsvindende bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende
rechtspersoon betrokken zijn. De burgemeester kan een paracommerciële rechtspersoon in
bijzondere omstandigheden ontheffing van deze verboden verlenen.
Indien een wedstrijd wordt gehouden met voertuigen (fietsen, bromfietsen, invalidenvoertuigen, motorvoertuigen, etc.) op openbare wegen dan gelden zowel de wedstrijdbepalingen uit de Wegenverkeerswet als de evenementenbepalingen. Vindt echter een wedstrijd met een motorvoertuig of bromfiets plaats op een terrein dat niet behoort tot een weg, dan is daarvoor enkel een evenementenvergunning nodig van de burgemeester.
Ook braderieën en daarmee gelijkgestelde jaarmarkten vallen onder het begrip evenement. Dit in tegenstelling tot de wekelijkse warenmarkten. Dezen vallen buiten deze nota.
Naast de hiervoor genoemde markten waar voornamelijk bedrijfsmatig goederen aan particulieren worden verkocht, zijn er ook markten waar particulieren goederen verkopen. Hierbij valt te denken aan vlooienmarkten, snuffelmarkten en rommelmarkten. Deze markten vallen niet onder de evenementenbepaling, maar onder de categorie snuffelmarkten en dergelijke (artikel 5:23 van de APV). Deze activiteiten vallen daarom niet onder deze nota.
Besloten feesten op eigen terrein
Voor besloten particuliere feesten op eigen terrein, dus geen openbaar gebied, (bijv. tuinfeesten, examenfeesten) is geen evenementenvergunning vereist. Het is aan ieders verantwoordelijkheid dat een besloten activiteit geen ongewenste uitstraling heeft naar de omgeving. Zo is het bijvoorbeeld niet de bedoeling dat een particulier feest op particulier terrein voor zeer grote geluidsoverlast tot diep in de nacht zorgt. Ditzelfde geldt wanneer handelingen van bezoekers van de activiteit directe ongewenste gevolgen hebben voor de omgeving. De APV bevat bepalingen tegen overlast. Zie o.a. artikel 4:6 APV (overige geluidshinder).
Er is een breed scala van regels in meer of mindere mate van toepassing op evenementen. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de wet- en regelgeving die (mogelijk) van toepassing zijn.
2.2.1 Algemene wet bestuursrecht (Awb)
De Algemene wet bestuursrecht kent regels voor het aanvragen, het beslissen en de voorbereiding van beslissingen en bekendmakingen met betrekking tot evenementen. Belangrijk in dit verband is vooral dat de beslissing zorgvuldig moet worden voorbereid door de nodige kennis over relevante feiten en belangen te vergaren. De belangen van omwonenden zijn daarbij een belangrijke factor.
De burgemeester is op grond van artikel 172 van de Gemeentewet belast met de handhaving van de openbare orde. Op grond van artikel 174 van de Gemeentewet is de burgemeester tevens belast met het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. De burgemeester kan ten behoeve van het handhaven van de openbare orde of het toezicht op openbare gelegenheden bevelen geven die hij noodzakelijk acht. De burgemeester kan zich daarbij laten bijstaan door de politie. Indien zaken uit de hand lopen heeft de burgemeester op grond van de artikelen 175 en 176 van de Gemeentewet daarnaast nog de mogelijkheid tot het geven van noodbevelen of het afkondigen van een noodverordening.
De Politiewet omschrijft de taak van de politie als ‘de daadwerkelijke handhaving van de
rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven’. Hieronder vallen ook evenementen. De hulpverlenende taak wordt bovendien zo breed opgevat dat ook veiligheid in preventieve zin, zoals veiligheidsoverleg vooraf bij evenementen, hieronder geschaard kan worden.
2.2.4 Wet op de veiligheidsregio’s
Op grond van de Wet op de veiligheidsregio’s en de daarop gebaseerde brandbeveiligingsverordening dienen o.a. evenemententerreinen en tijdelijke bouwsels die niet vallen onder de bouwregelgeving (zoals feesttenten) en waar meer dan 150 personen tegelijk aanwezig kunnen zijn te beschikken over een gebruiksvergunning.
2.2.5 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
In de APV van de gemeente Oude IJsselstreek zijn diverse bepalingen opgenomen die gerelateerd kunnen worden aan het evenementenbeleid. Allereerst zijn er de algemene bepalingen die (in aanvulling op de Awb) betrekking hebben op het aanvragen, beslissen, verbinden van voorschriften en beperkingen aan vergunningen. Daarnaast zijn er specifieke bepalingen die (mogelijk) relevant zijn voor het evenementenbeleid, zoals bepalingen over geluid, gebruikneming van de weg, reclame, etc.
2.2.6 Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer /Activiteitenbesluit)
Activiteiten die door individuele ondernemers binnen de inrichting worden georganiseerd zijn festiviteiten, maar vallen in bepaalde gevallen - en zeker als ze ook buiten de inrichting plaatsvinden - óók onder het begrip evenement zoals bedoeld in de APV.
Voor het mogen schenken van zwak alcoholhoudende drank op de openbare weg (en op een andere locatie dan genoemd in de vergunning in de zin van artikel 3 van de Drank- en Horecawet) is een ontheffing noodzakelijk op grond van artikel 35 van die wet. Deze ontheffing kan worden verstrekt bij een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard (een aaneengesloten periode van maximaal twaalf dagen).
Op grond van de Wet op de Kansspelen is het verboden een bijeenkomst (waaronder een evenement of festiviteit) te organiseren, waar gelegenheid tot het deelnemen aan het klein kansspel wordt gegeven. Als klein kansspel worden aangemerkt het kienspel, vogelpiekspel, rad van avontuur en andere vergelijkbare spelen. Burgemeester en wethouders kunnen hier een ontheffing of vergunning (afhankelijk van het soort kansspel) voor verlenen.
Gelet op de bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), is het mogelijk om (gedeelten van) wegen, straten en/ of pleinen, die in het beheer en eigendom van de gemeente zijn af te sluiten ten behoeve van een evenement.
In sommige gevallen is voor een dergelijke verkeersmaatregel een verkeersbesluit op basis van die wetgeving nodig. Voor evenementen is ook bepaald dat ontheffing nodig is op het verbod voor het houden van wedstrijden met voertuigen op de openbare weg.
2.2.10 Bouwbesluit 2012 en Wabo
Als een evenement gehouden wordt in een gebouw (of deel van een gebouw dat is bestemd om afzonderlijk te worden gebruikt) of verblijfsruimte (waaronder in sommige gevallen ook semi permanente tenten) moet er een relatie worden gelegd naar het Bouwbesluit en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)/ Woningwet. Voor gebouwen dient vaak op basis van het Bouwbesluit een gebruiksmelding gedaan te worden. In een aantal andere gevallen (gebouwen/constructies ) dient er een omgevingsvergunning te worden verleend (ook voor brandveilig gebruik). Evenementen vinden vaak buiten plaats. Op openbaar terrein, maar soms ook op particuliere buitenterreinen. De meeste van deze terreinen hebben niet de bestemming "evenementen terrein". In deze gevallen is ook een omgevingsvergunning nodig voor het onderdeel "handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening".
Bij evenementen die op zondag plaatsvinden geldt de Zondagswet. In de Zondagswet is bepaald dat het algemeen verboden is om op zondag voor 13:00 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen. Er kan ontheffing van het bepaalde van de Zondagswet worden verleend.
Als er tijdens een evenement feestballonnen op worden gelaten of als er helikopters of hete luchtballonnen starten of landen, of andere vliegende toestellen, is de veiligheid van het luchtverkeer in het geding. In zo’n geval is daarom veelal toestemming van Gedeputeerde Staten nodig om benodigde ontheffingen te krijgen van diverse luchtvaartwetten en -besluiten.
2.2.13 Regeling verkeersregelaars 2009
Om verkeersstromen bij tijdelijke wegafzettingen, zoals tijdens evenementen, in goede banen te leiden, kunnen beroeps- en/of evenementenverkeersregelaars ingezet worden. In de Regeling verkeersregelaars 2009 worden de eisen omschreven waaraan verkeersregelaars moeten voldoen.
2.2.14 Wet openbare manifestaties
De burgemeester kan naar aanleiding van een kennisgeving voorschriften en beperkingen stellen of een verbod geven voor een openbare manifestatie, als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet openbare manifestaties.
2.2.15 Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen
De beoordeling van de veiligheid van installaties die vallen onder het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen ligt bij de Voedsel- en Warenautoriteit. De toetsing van de burgemeester op veiligheid zal zich in dit verband beperken tot de plaats van attracties ten opzichte van elkaar en op de aanwezigheid van een veiligheidscertificaat.
2.2.16 Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
Veiligheid bij evenementen is niet alleen een verantwoordelijkheid voor gemeenten, politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening, maar ook en vooral voor de organisatoren van evenementen. Afhankelijk van de aard en omvang van een evenement kan een eigen bewakings- en / of beveiligingsdienst geëist worden. Op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisatie en recherchebureaus geldt er een aantal eisen voor dergelijke diensten. De burgemeester kan bij evenementen het aantal beveiligers bepalen.
Op grond van het Vuurwerkbesluit mag consumentenvuurwerk enkel en alleen worden afgestoken rond de jaarwisseling. Vergunning of ontheffing voor andere tijden is niet mogelijk. Het afsteekverbod geldt niet voor fop- en schertsvuurwerk.
Vuurwerk dat tijdens evenementen wordt afgestoken valt onder de categorie professioneel vuurwerk en mag alleen worden afgestoken door een gecertificeerd bedrijf dat beschikt over een vergunning van Gedeputeerde Staten van de provincie. Voor het afsteken dient vergunning te worden aangevraagd bij het college van Gedeputeerde Staten, dat de burgemeester in de gelegenheid stelt advies uit te brengen. Indien de burgemeester een negatief advies uitbrengt (de verklaring van geen bezwaar weigert) zal Gedeputeerde Staten de gevraagde vergunning weigeren. Voor theatervuurwerk tot 10 kg en professioneel vuurwerk tot 100 kg hoeft geen vergunning te worden verleend, maar kan worden volstaan met een melding aan Gedeputeerde Staten. De burgemeester wordt door Gedeputeerde Staten in kennis gesteld van de melding.
Personen die een wapen hebben moeten in het bezit zijn van een verlof tot het voorhanden hebben hiervan dat is afgegeven door de minister van Justitie. De korpschef van de politie adviseert de minister hierbij. Een vaste schietinrichting moet voldoen aan de eisen uit de Wet milieubeheer. Bij incidentele schietactiviteiten, zoals het vogelschieten tijdens de kermis of het in optocht meevoeren van wapens, worden door de burgemeester in de evenementenvergunning veiligheidsvoorschriften opgelegd.
2.2.19 Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
Werkgevers en ook de organisatoren van evenementen zijn op grond van de Arbowet en de daarop gebaseerde regelingen verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van hun werknemers / vrijwilligers. Ook bestaat er een aantal zorgplichten richting het publiek.
Voor het verlenen van een evenementenvergunning of andere vergunning of ontheffing wordt op grond van de legesverordening leges (belasting) geheven. Deze heffing is bedoeld om de kosten die worden gemaakt om de vergunning of ontheffing te verlenen te kunnen dekken.
De Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit controleert tijdens evenementen of professionele en particuliere aanbieders van bederfelijke eet- en drinkwaren zich houden aan de regels van de Warenwet. daarnaast controleren zij op andere wetgeving, waaronder de Rookwarenwet.
Bij het organiseren van een evenement dient verstoring van flora en fauna voorkomen te
worden. Hierbij hebben we te maken met de flora- en faunawet. Afhankelijk van de locatie en
de periode in het jaar kunnen in dat verband beperkende voorwaarden worden gesteld aan een evenement. Deze beperkende voorwaarden hebben met name betrekking op geluid, de afstand van een evenement tot een bosrand en specifieke diersoorten, het deel van de dag waarop een evenement plaatsvindt en de gebruikte verlichting.
Bij een melding of aanvraag om ontheffing of vergunning voor evenementen, wordt steeds vanuit het ambtelijk apparaat beoordeeld of er meerdere wetgeving van toepassing is. Indien dat het geval is, wordt de aanvrager hier op gewezen. Indien er samenhang is wordt de procedure van aanvragen, behandelen en besluitvorming echter zoveel mogelijk parallel met de evenementenaanvraag doorlopen. Zo wordt de administratieve last voor zowel aanvrager als gemeente zo laag mogelijk gehouden. In artikel 3:20 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt namelijk bepaald dat een aanvrager in kennis wordt gesteld van andere op de aanvraag te nemen besluiten waarvan het bestuursorgaan redelijkerwijs kan aannemen dat deze nodig zijn voor de door de aanvrager te verrichten activiteit. Zo worden onnodige vertragingen en mogelijke tegenstrijdige eisen voorkomen.
Hoofdstuk 3 Indeling evenementen
Evenementen worden ingedeeld in categorieën. Bepalend is de belasting die evenementen voor de omgeving vormen.
Evenementen zijn in de volgende categorieën ingedeeld:
Vrijgestelde evenementen (categorie 0)
Deze categorie evenementen zijn relatief klein van omvang, genereren een relatief kleine geluidsproductie, leggen geen of slechts in geringe mate beslag op de openbare ruimte en veroorzaken ook overigens geen overmatige hinder.
Meldings- of vergunningsplichtige evenementen (categorie A)
De categorie A-evenementen kunnen meldingsplichtig of vergunningsplichtig zijn en zijn net als vrijgestelde evenementen relatief klein van omvang, genereren een relatief kleine geluidsproductie, leggen geen of slechts in geringe mate beslag op de openbare ruimte en veroorzaken ook geen overmatige hinder. Voor wat betreft de meldingsplichtige categorie A-evenementen is het verschil met vrijgestelde evenementen dat er bij deze categorie sprake is van het verstrekken van alcoholhoudende drank en/of etenswaren tegen betaling of het afsluiten van de openbare weg, mits het geen of slechts een beperkte mate een belemmering vormt voor de hulpverleningsdiensten en het overige gemotoriseerd verkeer. Of een categorie A-evenement vergunningsplichtig is, hangt af van een aantal criteria. Deze zijn opgenomen in het stroomschema onder paragraaf 3.1.1. Een voorbeeld van een vergunningsplichtig categorie A-evenement is de estafette hardloop wedstrijd ‘rondje Oude IJsselstreek’.
Vergunningsplichtige evenementen (categorie B (beperkt risico) of C (hoog risico))
Categorie B- en C-evenementen zijn evenementen die een behoorlijk beslag leggen op de openbare ruimte en/of een risico inhouden voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en/of in enig opzicht hinder veroorzaakt of kunnen veroorzaken. Of het een B- of C-evenement is hangt er van af of extra inzet van de hulpverleningsdiensten noodzakelijk is om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Als dit het geval is gaat het om een C evenement. B evenementen zijn kermissen en oldtimertreffen Sinderen. C evenementen zijn doorgaans grote en zeer grote evenementen met vaak (regionale/landelijke) uitstraling, omvang en aard, bijvoorbeeld Huntenpop, Festivaart en het Achterhoekse Crossspectakel.
Om een indicatie te krijgen (gemeente is uiteindelijk bepalend) onder welke categorie een evenement valt, kan gebruik worden gemaakt van het stroomschema in paragraaf 3.1.1. Voor ieder evenement is een risicoprofiel opgesteld welke is opgenomen in de bijlagen van deze beleidsnota.
De gebruiksvergunning wordt in een aparte paragraaf toegelicht. Los van de categorie waarbinnen een evenement valt, kan namelijk een gebruiksvergunning nodig zijn.
3.1.1 Stroomschema evenementencategorieën
Het stroomschema geeft inzicht in de afweging die wordt gemaakt om een evenement in te delen in een categorie. Een aanvrager kan het schema gebruiken om een indicatie te krijgen van de categorie waar zijn of haar evenement binnen valt. Voor elk evenement wordt de uiteindelijke afweging gemaakt door de gemeente. In het schema is aangegeven welke termijn er gekoppeld is aan de vergunning.
3.1.2 Risicoanalyse door middel van risicoscan
Om te bepalen in welke categorie een vergunningsplichtig evenement thuishoort, wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde risicoscan van de Veiligheidsregio Noord en Oost-Gelderland (zie bijlage Multidisciplinaire risicoscan). Dit is een hulpmiddel om vergunningsplichtige evenementen te beoordelen en in te delen in de categorie A, B of C op basis van aan het evenement verbonden risico’s m.b.t. overlast en veiligheid en openbare orde.
Bij evenementen is het uit oogpunt van openbare orde en veiligheid voor iedereen van belang de mogelijke risico’s zo goed mogelijk in te schatten. In het gehanteerde model worden deze risico’s zo objectief mogelijk ingeschat via een puntenwaardering.
Dit systeem is niet meer maar ook niet minder dan een hulpmiddel. Naast objectieve meetpunten, kunnen er namelijk ook subjectieve zaken een rol spelen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de aanwezigheid van rivaliserende groepen bij een evenement, controversiële onderwerpen, historie, cultuur en dergelijke. De verantwoordelijkheid voor de categorisering ligt in elke gemeente uiteindelijk altijd bij de burgemeester. Naast de objectieve beoordeling kan en moet deze namelijk ook rekening houden met eventuele subjectieve aspecten.
Categorie B- en C-evenementen dienen uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand
aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt te worden gemeld aan de vergunningverlener
APV/ondersteuner ter vermelding van het evenement op de evenementenkalender (zie bijlage Model
evenementenkalender). Evenementen die op deze kalender zijn geplaatst hebben voorrang op de opgegeven locatie. Dit betekent niet dat alle na 1 oktober aangemelde evenementen worden afgewezen, maar het kan voorkomen dat de gewenste datum en/of locatie niet meer beschikbaar/mogelijk is.
3.3 Samenloop met andere vergunningen
De procedure voor een evenementenvergunning is complex, doordat er veel aspecten zijn die hierbij een rol spelen. Daarnaast zijn in nogal wat gevallen naast de evenementenvergunning nog andere vergunningen of ontheffingen nodig. Bij de behandeling van een aanvraag voor een evenementenvergunning worden deze direct meegenomen en de met de evenementenvergunning samenhangende besluiten worden indien mogelijk gelijktijdig verleend en bekendgemaakt.
Als er een feesttent wordt geplaatst bij een evenement waar meer dan 150 personen tegelijk aanwezig kunnen zijn, dan is een gebruiksvergunning nodig.
Hoofdstuk 4 Rolverdeling en verantwoordelijkheden
Bij de aanvraag- en verlening van een evenementenvergunning zijn verschillende partijen betrokken, met ieder eigen taken en verantwoordelijkheden die zij dienen te vervullen. In dit hoofdstuk worden de verantwoordelijkheden van de organisator en de gemeente beschreven.
De organisator van een evenement is hoofdverantwoordelijk voor het evenement.
is verplicht om derden die deel uitmaken van het evenement, zoals kraamhouders op een braderie, op de hoogte te stellen van de gestelde voorwaarden. Dit betekent dat de organisator er ook verantwoordelijk voor is dat derden, die deel uitmaken van het evenement, zich aan de gestelde voorwaarden houden.
De organisator neemt maatregelen voor de organisatie van een evenement met en zonder voorspelbare risico’s. Voorspelbare risico’s zijn van tevoren af te dekken. Concreet betekent dit dat een organisator verantwoordelijk is voor de aanloop, het evenement zelf en de afloop van het evenement, inclusief voorspelbare verstoringen van de openbare orde of dreigingen van criminaliteit. Dit betekent dus niet enkel een verantwoordelijkheid voor de ordehandhaving binnen het gebied van het evenement. Ook de begeleiding van aan- en afvoer van bezoekers valt hier onder. Ook in de directe omgeving. Voorop staat dat de organisator goed zal moeten communiceren, niet alleen naar de gemeente maar zeker ook naar omwonenden. Zowel vooraf als achteraf. Hiertoe is een draaiboek en een veiligheidsplan een goed hulpmiddel. Er wordt in beschreven hoe wat wanneer ten aanzien van en met wie gaat plaatsvinden.
4.2.1 Vergunningverlening, toezicht en handhaving:
De burgemeester is het bevoegde gezag ten aanzien van vergunningverlening voor een evenement. Hij is ook verantwoordelijk voor handhaving van de openbare orde en veiligheid en is belast met het toezicht op openbare vermakelijkheden zoals evenementen en festiviteiten. Artikel 172 Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester, voor handhaving van de openbare orde in zijn gemeente, bij de uitoefening van toezicht op onder meer openbare samenkomsten en vermakelijkheden, bevelen kan geven die hij noodzakelijk acht met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid.
Het college van burgemeester en wethouders draagt de eindverantwoordelijkheid voor de algemene voorbereiding op de bestrijding van incidenten. Burgemeester en Wethouders zijn verantwoordelijk voor de veiligheid in de openbare ruimte en de woon- en leefomgeving.
Ten aanzien van evenementen is er een raakvlak ten aanzien van waar de verantwoordelijkheden van de gemeente overgaan naar de organisator en vice versa. In de praktijk is duidelijk dat de verantwoordelijkheid van de organisator zich uitstrekt tot buiten de letterlijke grens van een evenemententerrein, tot in de openbare ruimte.
De ambtelijke organisatie behandelt meldingen en vergunningsaanvragen met betrekking tot evenementen. Dat betekent dat het toetsen van gegevens en het beslissen op aanvragen zorgvuldig en tijdig plaatsvindt. Daartoe dient de administratieve organisatie en de ambtelijke processen en middelen (zoals formulieren) ingericht te worden. Deze nota is daartoe een hulpmiddel.
Hoofdstuk 5 Proces en Procedure
Hogere wetgeving en de lokale APV bieden de basis voor de beoordeling van meldingen en aanvragen inzake evenementen. De vergunningverlener APV toetst of er aan de diverse wettelijke vereisten voldaan wordt en neemt op grond van de uitkomst een beslissing op de aanvraag. In de APV wordt in artikel 1.8 een aantal algemene weigeringsgronden genoemd. Voorts wordt in artikel 2:25, lid 6 APV een aantal specifieke weigeringsgronden voor evenementen genoemd.
De vergunningverlener APV is het eerste aanspreekpunt voor organisatoren van evenementen. Voor wat betreft (pro) actieve informatie is de vergunningverlener APV niet alleen betrokken bij de informatieronde voorafgaand aan het evenementenseizoen (over de evenementenkalender) maar informeert hij organisatoren, adviseurs en belanghebbenden. Bijvoorbeeld via de lokale huis-aan-huisweekbladen en de website van de gemeente Oude IJsselstreek.
5.3 Indienen melding/aanvraag vergunning
Doorgaans worden meldingen of aanvragen voor het laten plaatsvinden van evenementen tijdig ingediend, zodat een zorgvuldige beoordeling en belangenafweging kan plaatsvinden. Soms worden aanvragen of meldingen echter na de indieningstermijn ingediend. Strikt formeel kan een melding en zeker een vergunning om deze reden niet behandeld worden. Benodigde adviezen kunnen dan namelijk niet tijdig aangevraagd en verstrekt worden en er is dan ook geen ruimte meer om te voldoen aan wettelijk voorgeschreven publicatie-, bekendmakings- en bezwaartermijnen. Hierbij geldt: hoe eerder de aanvraag binnen is, hoe beter.
Daarnaast komt het voor dat organisatoren op dezelfde dag activiteiten plannen die elkaar kunnen overlappen en daarom misschien niet tegelijkertijd kunnen plaatsvinden. Het tijdig melden en aanvragen, maar ook het doorgeven van de datum van het evenement voor de evenementenkalender, is van groot belang in verband met de planning van mogelijke inzet van politie en andere hulpdiensten in regionaal verband.
De indieningstermijn voor de verschillende categorieën evenementen is in hoofdstuk 3 te raadplegen.
Alle meldingen, aanvragen voor een vergunning of ontheffing die door de gemeente worden verleend, worden samen met de aanvraag voor de evenementenvergunning ingediend bij het team vergunningen. De vergunningverlener APV zet meldingen en aanvragen voor vergunning vervolgens uit ter medeadvisering/-behandeling bij de relevante adviespartijen.
5.3.2 Procesbeschrijving totstandkoming evenementenkalender
Zoals al onder 3.2 vermeldt beschikt de gemeente over een evenementenkalender. In de maand september worden organisatoren van jaarlijkse terugkerende evenementen gevraagd om hun datum voor het volgende jaar door te geven. De vergunningverlener APV/ondersteuner is belast met de inventarisatie en stelt interne en externe partijen in kennis van de jaarplanning.
In het kader van de Wet Bibob heeft de gemeente een Bibob-beleid opgesteld. Dit beleid biedt handvatten voor de gemeente om te voorkomen en tegen te gaan dat de gemeente zaken doet met niet-integere partijen. Op basis van dit beleid kan een vergunning geweigerd/ingetrokken worden indien blijkt dat er een gevaar bestaat dat de vergunning mede zal worden gebruikt om uit strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten (witwassen) of strafbare feiten te plegen.
5.4 Behandeling van aanvragen/meldingen
Ieder evenement kent een eigen karakter qua omvang en aard, ook binnen eenzelfde evenementencategorie. Het behandelen van aanvragen voor evenementenvergunningen blijft maatwerk. Hieronder worden kort de hoofdlijnen van het proces beschreven. Voor een meer detailleerde beschrijving van het proces verwijzen we naar de bijlage (procesbeschrijving/verantwoordelijkheidsschema).
5.4.1 Niet in behandeling nemen van een aanvraag/melding
Bij het aanvraagformulier worden diverse bijlagen gevraagd. Indien deze ontbreken of niet correct worden aangeleverd en deze ook niet binnen een door de gemeente gestelde termijn worden aangevuld, kan de burgemeester besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen op grond van artikel 4:5 Awb.
5.4.2 Aanhouden evenementenaanvragen
Ook kan de burgemeester besluiten om evenementen die meer dan een half jaar van te voren worden aangevraagd aan te houden tot 8 weken (A- of B-evenement) of 14 weken (C-evenement) voordat het evenement plaatsvindt. De aanvrager krijgt hierover bericht. Tegelijkertijd wordt aangegeven wanneer de beslissing op de aanvraag tegemoet kan worden gezien. Het aanhouden van de aanvraag heeft te maken met het feit dat aanvragen aan de hand van actuele omstandigheden beoordeeld moeten kunnen worden (vooral als er al uit de totstandkoming van de evenementenkalender wordt geconstateerd dat meerdere evenementen gelijktijdig plaatsvinden en waarbij eveneens een goede afstemming nodig is).
5.5 Advisering door interne en externe adviespartijen
Voor alle vergunningsplichtige evenementen geldt dat advies wordt gevraagd aan diverse interne en externe partijen. Aan wie advies wordt gevraagd is mede afhankelijk van de aard en omvang van het evenement. De adviezen kunnen er toe leiden dat vanwege de openbare orde, veiligheidsaspecten of de volksgezondheid een vergunning wordt geweigerd, dan wel dat de vergunning onder (extra) voorwaarden wordt verleend.
Externe adviespartijen zijn onder andere:
Interne adviespartijen zijn onder andere:
Bij de categorie B- en C-evenementen, waar toezicht plaatsvindt, wordt uitgegaan van een multidisciplinaire aanpak onder regie van de gemeente. De gemeente onderhoudt ook de contacten met de organisator. De risicoanalyse wordt multidisciplinair uitgevoerd in het veiligheidsoverleg. Het veiligheidsoverleg is dus een (voor)overleg met de interne en externe adviespartijen en staat onder voorzitterschap van de adviseur Openbare Orde en Veiligheid. Indien door partijen gewenst kan de organisator deel uitmaken van het veiligheidsoverleg. Het veiligheidsoverleg adviseert integraal en rechtstreeks, via de voorzitter, aan de burgemeester met betrekking tot veiligheidszaken[1]. De vergunningverlener APV is verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitgebrachte adviezen/acties/afspraken en de verwerking van deze adviezen/acties/afspraken in een verslag en in de vergunning. Na het evenement voert het veiligheidsoverleg een evaluatie uit.
Aan de vergunning kunnen voorschriften en beperkingen verbonden worden op grond van artikel 1:4 van de APV. De voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist (zie de risicoprofielen en de hoofdstukken 6, 7, 8 en 9).
5.7 Weigering / verboden evenementenEen vergunning kan geweigerd worden door de burgemeester in het belang van: de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en/of de bescherming van het milieu (artikel 1:8 van de APV)
De gemeente Oude IJsselstreek vindt in belang van de openbare veiligheid dat voor de volgende evenementen alleen vergunning wordt verleend als de organisator van dit evenement aangesloten is bij een erkende bond, vereniging en/of federatie, die deugdelijke veiligheidseisen afdwingt:
Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 van de APV kan een vergunning ook worden geweigerd in het belang van zedelijkheid of gezondheid (artikel 2:25, lid 6 van de APV). Van sommige evenementen vindt de gemeente Oude IJsselstreek dat ze vanwege hun karakter onder deze weigeringsgrond vallen.
De burgemeester verleent daarom geen vergunning voor:
Evenementen waarbij dieren ter vermaak worden gebruikt en waarbij tevens de gezondheid van het dier gevaar kan lopen. Ten aanzien van circussen verleent de gemeente alleen vergunning aan circussen die zijn aangesloten bij de European Circus Association (E.C.A.) en/of de Vereniging van Nederlandse Circusondernemingen (VNCO).
5.8 Beslissing/besluitvorming en mandatering
Op grond van de bepalingen in de APV, is de burgemeester als bestuursorgaan bevoegd te beslissen op een aanvraag voor een evenementenvergunning. Aan evenementen zijn specifieke verantwoordelijkheden vanuit met name het oogpunt van openbare orde en veiligheid verbonden. In het periodieke portefeuilleoverleg met de burgemeester zullen aanvragen tijdig als agendapunt besproken worden waardoor de burgemeester optimaal geïnformeerd is over de aard en omvang en karakter van evenementen. De bevoegdheid om een beslissing op een aanvraag voor een evenementenvergunning te verlenen of te weigeren is geregeld in de mandaatregeling.
Het karakter van een mandaat is dat de mandaatgever te allen tijde verantwoordelijk is en blijft, hij draagt slechts de bevoegdheid tot beslissen over aan de mandataris, niet de verantwoordelijkheid.
5.9 Bekendmaken van vergunningen, publicatie en rechtsmiddelen.
Het bekendmaken van een vergunning geschiedt door toezending aan de aanvrager. Bij een evenement zijn er in de regel meerdere belanghebbenden aan te wijzen. Dit kunnen de bewoners zijn in de directe omgeving, bedrijven of regelmatige bezoekers van het terrein waar het evenement plaatsvindt. De belanghebbenden naast de aanvrager kunnen bij evenementen niet met naam en toenaam exact worden aangegeven. Om deze reden is, naast het toezenden van de vergunning aan de aanvrager, nodig dat het verlenen van de vergunning bekend wordt gemaakt op de gemeentepagina in een huis-aan-huisblad. Hierbij is de periode aangegeven wanneer het evenement plaatsvindt, de datum wanneer de vergunning is verleend, op welke wijze bij de burgemeester of het college bezwaar kan worden gemaakt en/of een voorlopige voorziening bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland kan worden aangevraagd. Een afschrift van de vergunning kan op verzoek worden toegezonden.
Alle vergunningsplichtige evenementen worden na afloop intern geëvalueerd. Mocht dit wenselijk zijn, dan volgt een evaluatie met de organisator, politie, brandweer en andere betrokken partijen. Bij categorie B- en C-evenementen waar toezicht heeft plaatsgevonden is dit altijd het geval, zie 5.5.1. Op basis van de evaluatie kunnen voorschriften in de toekomst wijzigen. Ook kan besloten worden geen vergunning meer te verstrekken.
5.11 Veiligheidsplan en draaiboek
Met het oog op de beperking van overlast, de borging van de openbare veiligheid en de bescherming van de volksgezondheid, in samenhang met het risicoprofiel en de categorisering, is het van belang dat er een goede inschatting gemaakt wordt bij de behandeling van aanvragen voor een evenementenvergunning. Daarbij is een juist en compleet ingevuld aanvraagformulier van belang (zie bijlage Model aanvraagformulier). Echter: in een aanvraag kan niet alles opgenomen worden. In een aantal gevallen zal het noodzakelijk zijn een veiligheidsplan op te stellen en/of een draaiboek te maken en in te dienen bij de aanvraag.
De organisator is eerstverantwoordelijk voor de veiligheid op het evenemententerrein. De organisator dient zelf in staat te zijn alle voorzienbare calamiteiten te bestrijden. Voor categorie 0 en A-evenementen is geen veiligheidsplan nodig.
In het geval van een categorie B- of C-evenement, dient altijd een veiligheidsplan met bijlagen zoals plattegrond, verkeersplan, certificaten etc. opgesteld te worden.
Adviserende instanties dienen het veiligheidsplan goed te keuren alvorens er vergunning verleend wordt. Zonder goedkeuring van adviserende instanties wordt er geen vergunning verleend. Dit om risico’s op veiligheidsgebied te beperken of tegen te gaan.
Het veiligheidsplan dient in ieder geval te bevatten:
De organisatoren zijn verantwoordelijk voor het opstellen van een goed veiligheidsplan. Zij kunnen gebruik maken van een model (zie bijlage Model Veiligheidsplan). Overleg hierover met diverse actoren zoals bijvoorbeeld brandweer, GHOR en politie is aan te bevelen. Het conceptplan dient bij de vergunningsaanvraag te worden bijgevoegd. De vergunningverlener APV biedt - indien gewenst - ondersteuning bij het opstellen van een veiligheidsplan.
Het kan ook noodzakelijk zijn om het evenement toe te lichten via een draaiboek. Een draaiboek is een logistiek regiedocument waarin beschreven is hoe het evenement wordt georganiseerd qua planning, tijdstippen en actiepunten, afgestemd op het programma aan activiteiten. Het voorziet niet per sé in veiligheidsaspecten maar is indirect wel medebepalend voor hoe veiligheid geborgd moet worden. Het vormt vaak het uitgangspunt van een veiligheidsplan.
[1]Hulpverleningsdiensten behouden daarnaast hun separate adviesbevoegdheid richting burgemeester.
Hoofdstuk 6 Beperking van overlast
Evenementen brengen onvermijdelijk altijd (enige) overlast met zich mee. Met name gaat het hier om overlast voor omwonenden rond het evenement. In dit hoofdstuk worden regels vastgelegd om overlast in het algemeen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
6.2 Voorschriften ter beperking van overlast
De eindtijd is het tijdstip waarop de activiteiten gestopt moeten zijn en er geen drank meer mag worden verstrekt. Eetgelegenheden hebben nog een half uur langer de gelegenheid bezoekers te bedienen. De bezoekers dienen uiterlijk 1 uur na de eindtijd vertrokken te zijn. De eindtijden zijn:
De burgemeester behoudt de bevoegdheid om (eventueel op verzoek van de organisatie) in bepaalde situaties een afwijkende eindtijd te stellen.
Als geconstateerd wordt dat de eindtijd bij een evenement niet wordt nageleefd kan hier op twee manieren tegen worden opgetreden:
Er worden geen geluidsnormen gesteld aan evenementen (normen vastgelegd in bestemmingsplannen daargelaten). In een evenementenvergunning wordt standaard het volgende voorschrift opgenomen: “U beperkt zoveel mogelijk (geluids)overlast voor omwonenden”. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van geluidsoverlast, zoals ook voor alle andere vormen van overlast en onveiligheid, bij de organisator van het betreffende evenement. Gelet op het feit dat evenementen vaak voortkomen uit en ten goede komen aan de lokale gemeenschap, wordt door geen geluidsnormen te stellen beoogd maximale ruimte te bieden voor het organiseren van evenementen binnen de grenzen van wat aanvaardbaar is voor die lokale gemeenschap. Wat geluidsoverlast is verschilt per plaats, buurt, tijd of seizoen en is niet te kwalificeren met een objectieve norm op basis van geluidsniveau. Wel bestaat de mogelijkheid voor de burgemeester om een plaats aan te wijzen waar geluidsnormen gelden.
6.2.2.1 DRU Industriepark Ulft
Het bestemmingsplan Correctieve herziening DRU Industriepark Ulft kent wel geluidsnormen, andere eindtijden en een beperking van het aantal evenementen wat er plaats mag vinden.
6.2.2.2 Plaats aanwijzing waar geluidsnormen gelden
De burgemeester kan op grond van artikel 2:25, lid 9 van de APV een plaats aanwijzen waar geluidsnormen gelden.
In een evenementenvergunning zullen standaard voorwaarden opgenomen worden over het zorgdragen voor voldoende sanitaire voorzieningen en het plaatsen van voldoende afvalbakken. Ook wordt aangegeven in de vergunning dat indien de weg of het terrein niet goed schoongemaakt is, eventuele kosten van het alsnog schoonmaken in rekening worden gebracht bij de organisator.
In de gevallen dat verwacht wordt dat een bepaald evenement parkeeroverlast met zich mee zal brengen, dan wel in het verleden daadwerkelijk parkeeroverlast geconstateerd is, wordt in de vergunning naast de zorg voor voldoende parkeergelegenheid ook inzet van parkeerwachters/verkeersregelaars verplicht gesteld. Daarbij moet de parkeergelegenheid goed toegankelijk zijn en voorzien zijn van deugdelijke verlichting.
Wanneer een evenement invloed heeft op de doorstroming van het verkeer op busroutes of dat deze route moet worden omgeleid, dan zal de organisator zich tijdig in verbinding moeten stellen met de betreffende vervoersmaatschappij(en). Ook omleidingen e.d. op provinciale wegen moeten tijdig bij de provincie worden aangevraagd.
Voor het ontsteken van vuurwerk dient een vergunning bij de Provincie te worden aangevraagd. De burgemeester geeft vervolgens aan of hij hiertegen bezwaar heeft of geeft een “verklaring van geen bezwaar” af.
Gaat het om een vuurwerkevenement dat jaarlijks terugkerend is en waarover geen zienswijzen, klachten of bezwaren (zijn) binnen (ge)komen, dan geeft de burgemeester zonder het inwinnen van verder advies een “verklaring van geen bezwaar” af onder voorwaarde dat de Regionale brandweer akkoord is.
Hoofdstuk 7 Openbare Orde en veiligheid
Ten aanzien van de openbare orde en veiligheid is veel wet- en regelgeving van toepassing. De regulering van evenementen in deze nota is er grotendeels op gericht om de openbare orde en veiligheid bij evenementen te borgen. Regelmatig zijn er incidenten in binnen- en buitenland, die dwingen tot een minder vrijblijvende benadering van evenementen. Met name de inzet/capaciteit van hulpdiensten dwingt tot meer regulering en daardoor is een gemeentegrensoverschrijdende aanpak vereist. In dit verband is het steeds vaker inschakelen van al of niet professionele beveiliging bij evenementen niet meer weg te denken.
De vergunninghouder is eerstverantwoordelijk voor de orde en veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein. Dit betekent dat de organisator zelf maatregelen dient te nemen.
Er zijn situaties denkbaar dat dit kan met “eigen” mensen die toezien op een goed verloop van het evenement. Ook hier zal sprake zijn van maatwerk. De advisering van de politie hiertoe zal doorslaggevend zijn en indien nodig vertaald worden naar vergunningsvoorschriften en het draaiboek/veiligheidsplan.
Afhankelijk van de aard en de omvang van het evenement dient de organisator beveiliging aan te stellen die toezicht uitoefent op het evenement. Beveiliging van evenementen dient uitgevoerd te worden door gecertificeerde en gekwalificeerde medewerkers van door het Ministerie van Justitie erkende beveiligingsbedrijven. Bij categorie C-evenementen wordt in ieder geval beveiliging voorgeschreven. Bij categorie B-evenementen vindt een afweging plaats op basis van advies van de politie en voorgaande ervaringen. De kosten voor de beveiligingswerkzaamheden zijn voor rekening van de organisator. In de vergunning worden, indien van toepassing, voorwaarden gesteld met betrekking tot het aantal aan te stellen beveiligers. De algemene gehanteerde richtlijn is 1 gecertificeerde beveiliger op 250 bezoekers. Indien het karakter van het evenement daar aanleiding toe geeft of indien gevaar van buiten dreigt, kan deze norm op advies van de politie zowel naar boven als naar beneden worden bijgesteld (zie voor verdere toelichting de bijlage Professionele beveiliging).
De beveiligers dienen tevens bedrijfshulpverlener te zijn of vergelijkbaar te zijn opgeleid.
7.4 Evenemententerrein en/of tijdelijke bouwwerken/tenten
Voor evenemententerreinen en/of tijdelijke bouwwerken/tenten waar gelijktijdig minimaal 150 personen aanwezig kunnen zijn is een gebruiksvergunning noodzakelijk. Deze vergunning is bedoeld om de brandveiligheid te waarborgen. Aan deze vergunning worden voorschriften verbonden, onder meer met betrekking tot de stoffering of versiering, uitgangen en vluchtwegen, installaties, ventilatie, brandbare of brandbevorderende stoffen, standbouw, podia en kramen.
Voor wat betreft de brandveiligheidseisen omtrent een evenement kunnen Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) en Brandweer Achterhoek West een aanvraag op brandveiligheid beoordelen. Bij het indienen van de aanvraag voor een evenementenvergunning wordt door de vergunningverlener APV beoordeeld in hoeverre nader overleg met de brandweer noodzakelijk is. Categorie C-evenementen en B-evenementen waar toezicht plaatsvindt, worden besproken in het veiligheidsoverleg.
7.4.2 Constructieve veiligheid
In een evenementenvergunning worden voorschriften opgenomen over constructieve veiligheid van bijvoorbeeld tenten, podia/tribunes etc. De voorschriften hebben tot doel het zoveel mogelijk beperken van gevaarlijke situaties en het borgen van veiligheid.
De aanvrager moet bij de vergunningaanvraag een volledig ingevuld aanvraagformulier indienen, inclusief benodigde bijlagen zoals o.a. een situatietekening en plattegrondtekeningen. Aanvullend worden de volgende gegevens opgevraagd met betrekking tot constructieve veiligheid:
7.4.2.1 tenten (waar meer dan 150 personen tegelijk aanwezig kunnen zijn)
7.4.2.3 (kermis)attracties en speeltoestellen
De beoordeling van de veiligheid van installaties die vallen onder het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen ligt bij de Voedsel- en Warenautoriteit. De toetsing van de burgemeester op veiligheid zal zich in dit verband beperken tot de plaats van attracties ten opzichte van elkaar en op de aanwezigheid van een veiligheidscertificaat.
7.5 Gebruik openbare weg voor evenementen
Vast staat dat de openbare weg er niet alleen is voor het verkeer. Ook andere activiteiten moeten op de openbare weg mogelijk zijn, waarbij het normale gebruik van de openbare weg - in bepaalde gevallen - dient te wijken voor het bijzondere gebruik.
In de Wegenverkeerswet 1994 is dan ook de mogelijkheid gecreëerd om in het belang van andere dan verkeersdoeleinden (zoals evenementen), verkeersbesluiten te nemen.
Het college van burgemeester en wethouders is, als beheerder van de gemeentelijke wegen, bevoegd dergelijke verkeersbesluiten te nemen. De burgemeester is bevoegd om een evenementenvergunning af te geven. Het besluit van het college van burgemeester en wethouders om een openbare weg af te sluiten wordt dan ook meegenomen in de evenementenvergunning. Bovendien wordt in de vergunning bepaald dat de weg – ondanks de formele afsluiting – bereikbaar dient te blijven voor bestemmingsverkeer en hulpverleningsdiensten.
7.5.1 Uitvoering verkeersmaatregel
Het instellen van parkeerverboden, het afzetten van wegen, dan wel het omleiden van verkeer: bij de aanvraag wordt door de organisator een goed verkeersplan aangeleverd. De gemeente toetst het plan en keurt deze al dan niet goed.
De organisator is zelf verantwoordelijk voor het regelen van het afzetmateriaal, de plaatsing van de afzetting(en), etc. Daarbij dient de organisator tijdens het evenement te controleren of de afzetting/omleiding in tact blijft. Het materiaal moet deugdelijk zijn, dus voldoen aan de gestelde eisen voor reflectie, etc. (CROW-richtlijn Werk in uitvoering 96B). De gemeente kan dit materiaal ter beschikking stellen. De materialen kunnen op maandag tot en met donderdag tussen 08.30 uur en 17.00 uur, en op vrijdag van 08.30 uur tot 12.00 uur worden afgehaald. Voor het gebruik van het materiaal worden geen kosten in rekening gebracht.
Dranghekken kunnen ook beschikbaar gesteld worden tegen een prijs van 1,75 euro[1] per hek.
De gemeente blijft als wegbeheerder eindverantwoordelijk voor wegafzettingen en controleert bij categorie A- en B-evenementen incidenteel en bij categorie C-evenementen standaard of de verkeersmaatregelen goed zijn uitgevoerd.
Als blijkt dat er veel bezoekers verwacht worden kan het verstandig zijn om verkeersregelaars in te schakelen. De burgemeester legt - op advies van de politie/adviesinstantie - dan verkeersregelaars op. Hierbij wordt aangegeven welke verkeersregelaars er ingezet dienen te worden en op welke locaties. Het werven van verkeersregelaars is een verantwoordelijkheid van de organisatie. Deze personen volgen middels e-learning een instructie, waarna zij door de burgemeester aangesteld worden tot evenementenverkeersregelaar.
7.7 Drankverstrekking en gebruik glaswerk
In de aanvraag voor een evenementenvergunning moet de organisatie aangeven of er alcoholhoudende dranken worden verstrekt. Een organisatie kan de exploitatie zelf uitvoeren of ervoor kiezen een al gevestigde horecaonderneming in te schakelen. Welke vorm er ook gekozen wordt, verstrekken van sterke drank buiten een horeca-inrichting is nooit toegestaan. Bij evenementen mag dus alleen zwakalcoholhoudende dranken verstrekt worden. Hiervoor is een ontheffing nodig (artikel 35 van de Drank- en Horecawet).
7.7.1 Verstrekking drank door eigen organisatie
Wanneer een organisatie zelf een ontheffing aanvraagt, zal dat een natuurlijke persoon moeten zijn die voldoet aan de bepalingen van de Drank- en Horecawet. Zo dient hij/zij minimaal 21 jaar oud te zijn en te voldoen aan de zedelijkheidseisen zoals gesteld in de wet.
De burgemeester vindt het ook wenselijk dat hij/zij in het bezit is van een verklaring Sociale Hygiëne.
Deze leidinggevende moet continu aanwezig zijn als er wordt geschonken. Barpersoneel dient geïnstrueerd te worden over de nakoming van de voorschriften inzake de drankverstrekking (IVA-instructie).
Voor buurtbarbecues en buurt- en straatfeesten is het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank toegestaan zonder ontheffing van de burgemeester als de verstrekking niet bedrijfsmatig plaatsvindt, bijvoorbeeld door gezamenlijke inkoop van drank.
7.7.2 Verstrekking drank door horecaonderneming
Wanneer een gevestigde horecaonderneming tapinstallaties buiten een horeca-inrichting plaatst dan dient een ontheffing (artikel 35 van de Drank- en Horecawet) van de burgemeester voor de verstrekking van zwakalcoholhoudende drank te worden verstrekt. Een ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet dient in de aanvraag van het evenement door de organisator, in samenspraak met de horecaondernemer, te worden aangevraagd.
Het gebruik van kunststof bekers zal als standaard voorschrift in de drankontheffing worden opgenomen. In en rond VIP-tenten is het gebruik van glas ook niet toegestaan. De burgemeester kan in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij auto- en motorsportevenementen, waarbij vaak met flesjes wordt gewerkt, afwijken van de regel.
7.7.4 Alcoholmatiging jongeren
Grenzen stellen en handhaven. Geen alcoholhoudende dranken onder de 18. De gemeente Oude IJsselstreek zet stevig in op de aanpak van alcohol. Dit omdat vermindering van gebruik bijdraagt aan het kansrijk, veilig en gezond opgroeien in een sterke gemeente.
De organisatoren van evenementen waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt geven bij aanvraag van artikel 35 ontheffing in een plan aan welke maatregelen zij nemen om alcohol misbruik te voorkomen. In dit plan is minimaal opgenomen: Hoe te voorkomen is dat minderjarigen alcohol kunnen kopen en nuttigen en hoe dit gehandhaafd wordt. Ook wordt gekeken naar hoe alcohol- en druggerelateerde (gezondheids)incidenten. Bijvoorbeeld door: • Ingangscontrole; leeftijds- en tassencontrole. • Leeftijdscontrole bij de bar verbeteren; inzet Nix 18 armbandjes en Instructie Verantwoord alcohol schenken (IVA) • Goedkoper alcoholvrij aanbod; non-alcoholische drankjes goedkoper aanbieden dan alcoholhoudende dranken; geen prijzenacties op alcoholhoudende dranken. • Afpakken alcoholhoudende dranken bij minderjarigen en bij 2de constatering de minderjarige van het evenement te verwijderen. • Bij weder verstrekking van 18 + aan 18 – ook de 18 + te waarschuwen en bij 2de constatering te verwijderen van het evenement.
Voor het evenement kunnen huisregels opgesteld worden. Een evenementenorganisatie mag hier zelf inhoud aan geven. Voorbeelden van huisregels zijn te vinden op de website van Koninklijke Horeca Nederland (https://www.khn.nl/website/belangenbehartiging/huis-en-gedragsregels-onze-huisregels).
[1] Prijs 2018: prijzen kunnen per jaar wordt bijgesteld.
In de nota Reclamebeleid (05int00459) is een paragraaf opgenomen over evenementenborden. Deze paragraaf regelt onder andere het volgende:
Er is een aantal locaties aangewezen waar geplakt mag worden in de gemeente Oude IJsselstreek.
Het verspreiden van flyers in de gemeente Oude IJsselstreek is toegestaan. Hiervoor is geen ontheffing of vergunning nodig op basis van de APV. Wel dient ervoor gezorgd te worden dat de omgeving in schone en ordelijke staat achterblijft.
De gemeente Oude IJsselstreek heeft terreinen in de openbare ruimte beschikbaar voor het houden van circussen. Circussen worden niet toegestaan op andere locaties in de openbare ruimte. Het gaat hier om de volgende terreinen:
8.3.1 Stroom- en watervoorziening circusterreinen
Genoemde terreinen beschikken NIET over een stroom- en watervoorziening.
8.3.2 Grondpennen niet toegestaan
Het is niet toegestaan grondpennen te gebruiken op het terrein aan de Oranjesingel in Gendringen (Willem Alexanderplein).
8.3.3 Niet gemeentelijke terreinen
Indien particulieren of bedrijven hun terrein beschikbaar stellen ten behoeve van een circus kunnen wellicht ook daar circussen worden gehouden.
8.4 Toiletwagen/-units/fecaliën/lozing op de riolering
Organisaties van evenementen vangen de fecaliën/het vuilwater op in een waterdichte voorziening en voeren deze op een juiste wijze af door deze in een vuilwaterriool te brengen of af te voeren naar een rioolwaterzuiveringsinrichting. Het is conform artikel 10.2 Wet milieubeheer (Wm) verboden fecaliën/vuilwater op of in de bodem, oppervlaktewater of in een IT-riool (infiltratie riolering) te brengen.
In het verleden werd vaak door middel van verplaatsbare toilet units of campers/caravans (kermis, circus) geloosd op de riolering. In sommige gevallen werd er ook vuilwater vanuit snackwagens of iets dergelijks geloosd. Dit gebeurde in veel gevallen via een straat- of trottoirkolk of via een rioolput. Omdat er steeds meer gescheiden rioolstelsels komen te liggen binnen onze gemeente wordt het water van de straat afgevoerd naar IT-riolering of hemelwaterriolering. Het is onwenselijk dat deze riolering vervuild wordt omdat hierdoor de werking van het hele riool verstoord wordt. Ook kan het vervuilde rioolwater rechtstreeks in het oppervlakte water terecht komen.
Als fecaliën (of huishoudelijk afvalwater) per as (transport met vrachtwagen via de weg) vervoerd wordt, dan gelden de regels zoals deze voor alle afvalstoffen gelden. Er moet bijvoorbeeld een begeleidingsbrief worden gevoerd. Ook zal de inzamelaar een VIHB-registratie moeten hebben om afvalstoffen te mogen inzamelen/vervoeren. Er mag ook alleen afgegeven worden aan een erkend verwerker, conform art. 10.37 Wm. Dit kan soms ook de gemeente/waterbeheerder zijn.
Uitgangspunt is dat verplaatsing van vastgestelde markten in verband met een evenement voorkomen moet worden. Indien noodzakelijk wordt hiervan afgeweken met toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
Vindt een evenement plaats op een dag dat er ook een markt plaatsvindt, dan wordt in overleg met de organisator, politie, team Wijken en beheer, de marktmeester en de bedrijfscontactfunctionaris gekeken naar een ander locatie voor de markt. Stroom- en watervoorziening moet de organisator zelf regelen. De kosten hiervan komen voor rekening van de organisator.
8.6 Verzekering / aansprakelijkheid
De gemeente bepaalt in de vergunning dat zij geen aansprakelijkheid aanvaardt van door derden geleden schade die het gevolg is van de feitelijke ingebruikname van openbare gemeentegrond en/of het plaatsen/hebben/gebruiken/onderhouden/verplaatsen of verwijderen van objecten. De organisator is hiervoor aansprakelijk. Om deze aansprakelijkheid te dekken is het van belang dat organisaties van evenementen een afzonderlijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Een kopie van de polis stuurt de organisator mee bij de aanvraag voor de evenementenvergunning.
De gemeente stelt organisaties van evenementen aansprakelijk als er schade ontstaat aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van het evenement. Organisaties van evenementen leveren (evenementen)terreinen in dezelfde staat op als waarin het ter beschikking is gesteld. Voor schadeclaims van derden, die voortvloeien uit het houden van een evenement is de organisator aansprakelijk; de gemeente aanvaardt hiervoor geen aansprakelijkheid. In de vergunning/bevestiging melding wordt duidelijk vermeldt dat bij schade aan gemeentelijke eigendommen de evenementenorganisatie/vergunninghouder aansprakelijk wordt gesteld voor de schade.
8.7.1 Werkwijze controle beschadigen gemeentelijke eigendommen
Herstelt de evenementenorganisatie/vergunninghouder niet - binnen twee weken - de schade dan wordt dit door het team Wijken en beheer gedaan en zullen de kosten hiervan in rekening worden gebracht bij de evenementenorganisatie/vergunninghouder. Team Financiën maakt hiervoor een nota op. Team Wijken en beheer voegt deze nota bij de brief aan de evenementenorganisatie/vergunninghouder.
8.8 Gebruik gemeentelijke terreinen in slechte conditie volledig op eigen risico
Gemeentelijke terreinen kunnen in slechte conditie zijn door bijvoorbeeld veel regenval in de periode voordat het evenement plaatsvindt. Evenementenorganisaties/vergunninghouders houden hier rekening mee en bedenken - indien noodzakelijk - een alternatief. De gemeente kan hier in meedenken.
Beslist een evenementenorganisatie/vergunninghouder toch het evenement door te laten gaan, waardoor de kans op schade groter is, dan is het gebruik van dit gemeentelijke terrein volledig op eigen risico van de evenementenorganisatie/vergunninghouder.
8.9 Toegankelijkheid voor mensen met een beperking
In juni 2016 is in Nederland het VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap bekrachtigd. In dat kader gelden nu de grondslagen toegankelijkheid, gelijkheid, doeltreffendheid en zelfstandigheid. Wat betekent dat mensen met of zonder beperking dezelfde keuzes moeten kunnen maken als het gaat om – in dit geval – het al dan niet bezoeken van een evenement.
De gemeente Oude IJsselstreek ondersteunt dit en vindt dat evenementen in haar gemeente toegankelijk moeten zijn voor mensen met een beperking, tenzij dit een onevenredige belasting vormt (vanwege de financiële capaciteit, van de locatie of van de inzet van mensen van de organisatie van het evenement). Voor de organisator betekent dit het treffen van extra maatregelen om de toegang en een verblijf van mensen met een beperking mogelijk te maken. Het gaat dan onder andere om mensen in een rolstoel, met een verminderde mobiliteit, verminderd gehoor of zicht of verstandelijke beperking. Daarbij is het van belang dat de aanpassingen een samenhangend geheel vormen. Als bijvoorbeeld een gehandicaptenparkeerplaats wel aanwezig is, maar de weg naar de ingang niet rolstoeltoegankelijk is, dan is een comfortabel bezoek aan het evenement niet mogelijk.
Een goede toegankelijkheid voor alle bezoekers van een evenement, ook voor mensen met een beperking, draagt bij aan een veilig evenement. Toegankelijkheid maakt dan ook onderdeel uit van de veiligheidsorganisatie.
De burgemeester is bevoegd om in bepaalde gevallen af te wijken van hetgeen is benoemd in dit evenementenbeleid.
Hoofdstuk 9 Toezicht en Handhaving
Deze nota is opgezet om de veiligheid bij evenementen te waarborgen en om overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te voorkomen. Onmisbaar sluitstuk van een effectief evenementenbeleid vormt het toezicht en eventueel handhaving. Er moet rekening gehouden worden met de veiligheid van bezoekers, organisatoren en omwonenden en onnodig en onevenredige overlast moet worden voorkomen. Indien nodig zal gebruik moeten worden gemaakt van bevoegdheden om handhavend op te treden. Aan handhaving gaat het houden van toezicht vooraf. Op grond van artikel 6.2 van de APV zijn de buitengewone opsporingsambtenaren en de ambtenaren van de politie van de regio Noord- en Oost-Gelderland als toezichthouder voor de APV-bepalingen aangewezen. Andere toezichthouders kunnen bij besluit van college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester worden aangewezen.
Om irritatie bij omwonenden zoveel mogelijk te voorkomen is het van belang dat adequaat wordt ingegrepen indien blijkt dat omwonenden onaanvaardbare overlast ondervinden van een evenement.
Burgers kunnen klachten melden bij de gemeente en/of politie. De politie zal bij klachten voor zover de omstandigheden van het moment en de prioriteiten elders dit toestaan, altijd ter plaatse controleren en/of contact opnemen met de in de vergunning/het communicatieplan vermelde contactpersonen van de organisatie.
Naar aanleiding van klachten die bij de gemeente binnen komen wordt de volgende procedure gevolgd:
Klacht komt binnen bij gemeente (meldpunt/calamiteitendienst, handhaving, vergunningverleners) en wordt gemeld/doorgestuurd bij/naar evenementen@oude-ijsselstreek.nl.
Om tot een zo integraal mogelijke afstemming van toezicht en handhaving te komen worden er duidelijke en heldere afspraken gemaakt in het veiligheidsoverleg. Ook wordt er een communicatieplan opgesteld (zie bijlage Model Communicatieplan).
Team Handhaving coördineert de voorcontrole van een evenement. Hierbij wordt gecontroleerd of wordt voldaan aan de vergunningsvoorwaarden. Het handhavingsteam neemt initiatief om de vergunningsvoorwaarden van het betreffende evenement te controleren volgens onderstaand schema. Toezicht en handhaving wordt bij categorie B-evenementen steekproefsgewijs ingepland, terwijl dit bij categorie C-evenementen standaard ingepland wordt.
Zie bijlage ‘tabel hoofdstuk 9’ voor bijbehorende tabel
De volgende procedure wordt gevolgd bij controle (schouw) en toezicht:
Het handhavingsteam/toezichthouder neemt contact op met de in de vergunning/het communicatieplan vermelde contactpersoon en geeft aan wat de overtredingen zijn en dat deze herstelt dienen te worden. Indien het handhavingsteam/toezichthouder bijzonderheden constateert, maar hierin geen bevoegdheid heeft, wordt dit doorgegeven aan het juiste controleorgaan.
Wanneer geconstateerd wordt dat voorschriften van een vergunning worden overtreden kan daartegen op drie manieren worden opgetreden:
Bestuursrechtelijke handhaving is gericht op het beëindigen van een strijdige situatie en deze in overeenstemming te brengen met wat het recht eist. Bestuursrechtelijke handhaving is dus situatiegericht en wordt ook wel ´situatieve sanctie´ genoemd. Bestuurlijke handhaving kan de vorm hebben van het toepassen van bestuursdwang, het opleggen van een dwangsom, of het intrekken van een beschikking.
Onder bestuursdwang wordt verstaan de bevoegdheid van een overheidsorgaan om op kosten van de overtreder daadwerkelijk een door overtreding van voorschriften ontstane illegale situatie op te heffen. Het bestuursorgaan onderneemt dus zelf actie om de overtreding ongedaan te maken. Voordat hiertoe wordt overgegaan, wordt de overtreder een termijn gegund om de overtreding ongedaan te maken. Echter, in spoedeisende gevallen wordt afgeweken van het stellen van een termijn. Bij dergelijke situaties wordt de overtreding direct hersteld. Deze beslissing wordt vooraf niet op schrift gesteld, maar onmiddellijk uitgevoerd.
Een dwangsom kan het beste getypeerd worden als een indirecte, financiële sanctie gericht op het ongedaan maken van de overtreding en het voorkomen van verdere/herhaalde overtreding. De overtreder wordt gesommeerd de overtreding ongedaan te maken en deze niet opnieuw te begaan. De dwangsom mag niet worden ingezet in een overtredingssituatie die acute onherstelbare schade kan aanrichten. In dergelijke situaties dient een ander middel gebruikt te worden.
Wordt een overtreding begaan door de houder van een vergunning, ontheffing of een andere beschikking, dan is het ook mogelijk om de vergunning, ontheffing of andere beschikking als sanctiemaatregel in te trekken. Dit wordt niet veel toegepast, omdat het vaak niet het gewenste effect bereikt.
De privaatrechtelijke handhaving speelt een aanvullende rol op de bestuursrechtelijke handhaving. In dit geval is het eigendomsrecht van de gemeente in het geding en treedt de gemeente op als rechtspersoon. Privaatrechtelijke handhaving wordt bijvoorbeeld toegepast wanneer een gemeentelijke groenstrook illegaal is ingenomen of een onrechtmatige daad is toegepast tegenover de gemeente.
Het overschrijden van een voorschrift van een vergunning is strafbaar. Wanneer de politie de indruk heeft dat door handhavend optreden de openbare orde in gevaar wordt gebracht (door bijvoorbeeld rellen), kan proces-verbaal worden opgemaakt. Dit middel werkt voorts preventief en kan gevolgen hebben bij de vergunningsaanvraag van de organisator voor een volgende aanvraag.
Achteraf zal beoordeeld worden door een gemeentelijke toezichthouder of het gemeentelijke
evenemententerrein in de oorspronkelijke staat is opgeleverd. Dit kan relatief eenvoudig, omdat er vooraf een voorschouw heeft plaatsgevonden. Is het evenemententerrein niet in de oorspronkelijke staat opgeleverd dan zal de evenementenorganisatie hiervan op de hoogte worden gesteld en een
hersteltermijn krijgen waarbinnen dit alsnog moet gebeuren. Gebeurt dit niet of onvoldoende, dan zal de gemeente dit op kosten van de organisatie uitvoeren.
Met iedere organisator van een categorie B- of C-evenement waar toezicht heeft plaatsgevonden wordt een evaluatie gehouden van het evenement. Indien overtredingen geconstateerd zijn, al dan niet gesanctioneerd, zal dit besproken worden tijdens het veiligheidsoverleg, zie 5.5.1. Dit kan ertoe leiden dat vergunningsvoorwaarden voor een volgend evenement aangescherpt worden of dat er geen vergunning meer verstrekt wordt.
Afhankelijk van het moment van constatering van een illegaal evenement zullen de acties bepaald worden. Het doel is het niet laten plaatsvinden, dan wel beëindigen van het illegale evenement vanuit het perspectief van de veiligheidsrisico’s voor de feestgangers enerzijds en de overlast voor de burgers in de omgeving anderzijds. Hoe er in het voorkomende geval wordt opgetreden, strafrechtelijk of bestuursrechtelijk, hangt af van de omstandigheden van het concrete geval.
In juni 2017 is het “Evenementenbeleid 2016-2020” geëvalueerd. Dit was aanleiding voor een herziening van het beleid. Deze beleidsnota “Uitvoeringsbeleid Evenementen gemeente Oude IJsselstreek” treedt in werking op 26 januari 2018.
In het vorige evenementenbeleid was bepaald dat evenementenorganisaties met een meerjaren evenementenvergunning en doorlopende gebruiksvergunning brandveiligheid gebruik kunnen maken van een overgangsregeling. Op basis van deze regeling blijven de vergunningen van kracht:
Met ingang van 1 januari 2021 zal de overgangsregeling vervallen. Vanaf dat moment zullen vergunning(en) geheel conform deze beleidsnota worden behandeld.