Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dordrecht

Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 10 van de Subsidie-verordening Blijverslening gemeente Dordrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDordrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 10 van de Subsidie-verordening Blijverslening gemeente Dordrecht
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Dordrecht/606822/CVDR606822_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-02-201830-03-2018nieuwe regeling

28-11-2017

gmb-2018-32929

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 10 van de Subsidie-verordening Blijverslening gemeente Dordrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen het navolgende

 

Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 10 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht

 

 

Artikel 1  

De aanvraagprocedure en voorwaarden

  • 1.

    Een aanvraag voor een Blijverslening wordt schriftelijk bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier, aangevuld met de in lid 12 van dit artikel genoemde bijlagen, en gaat onder opgave van:

    • a.

      naam, adres, geboortedatum en woonplaats van de aanvrager en het adres van de betreffende woning;

    • b.

      de te treffen maatregelen;

    • c.

      een financiële onderbouwing van de te treffen maatregelen, bijvoorbeeld offertes;

    • d.

      een planning van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2.

    Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken.

  • 3.

    Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren.

  • 4.

    Een mededeling als omschreven in lid 3 schort de besluitvormingstermijn als bedoeld in artikel 11, lid 1 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht op tot het moment dat alle ontbrekende gegevens zijn overgelegd.

  • 5.

    De eigenaar vraagt de Blijverslening aan bij de instantie aan wie het college op grond van artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht het aangaan van de overeenkomst heeft gedelegeerd.

  • 6.

    De in lid 5 bedoelde derde toetst de kredietwaardigheid van de eigenaar. Indien deze derde tot het oordeel komt dat de eigenaar onvoldoende kredietwaardig is, is sprake van een intrekkingsgrond als bedoeld in artikel 11, lid 7 onder b van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht en wordt de aanvraag alsnog geweigerd.

  • 7.

    De in lid 5 bedoelde derde bericht het college over het afsluiten van de Blijverslening.

  • 8.

    Het college wijst een aanvraag af, indien:

    • a.

      er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • b.

      de te treffen maatregelen minder bedragen dan € 2.500,-;

    • c.

      de aanvraag wordt ingediend tijdens of ná het treffen van de maatregelen.

  • 9.

    De totale financiering van de woning (bestaande hypotheek + de Blijverslening) meer dan 80% van de WOZ-waarde bedraagt.

  • 10.

    Indien het college besluit een Blijverslening te verstrekken, doet het hiervan melding bij de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde. Een afschrift van de beschikking tot verlening wordt gezonden aan de aanvrager.

  • 11

    In de beschikking tot verlening wordt vastgelegd:

    • a.

      de goedgekeurde kosten;

    • b.

      de soort lening;

    • c.

      het bedrag van de Blijverslening;

    • d.

      het toewijzingsnummer.

  • 12.

    De in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde neemt de aanvraag verder in behandeling. Hierbij wordt bekeken of de aanvrager op basis van vooraf vastgestelde normen in aanmerking komt voor het sluiten van een overeenkomstlening. Bij positieve toetsing en een positieve krediettoets brengt de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde vervolgens een offerte uit voor de lening, waarin het leningsbedrag, de maandelijkse last aan rente en aflossing, het rentepercentage, de looptijd van de lening en de overige voorwaarde vermeld staan. Deze offerte kan alleen worden uitgebracht aan de aanvrager als de aanvraag volledig is.

  • 13

    De bijlagen die horen bij het in lid 1 van dit artikel genoemde aanvraagformulier betreffen:

    • a.

      een begroting die alle kosten van de restauratie omvat, niet ouder dan ten hoogste één jaar en gespecificeerd in hoeveelheden, uren, arbeid- en materiaalkosten;

    • b.

      de begroting dient voorzien te zijn van de naam van de opsteller en de datum van opstelling;

    • c.

      in de begroting dient te zijn aangegeven welke posten in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd;

    • d.

      relevante foto's die noodzakelijk zijn ten behoeve van een goede beoordeling van het plan;

    • e.

      een kopie van de ontvangstbevestiging van de aanvraag van de omgevingsvergunning of een kopie van de verstrekte vergunning;

    • f.

      een koopcontract

    • g.

      bewijsstukken met betrekking tot een vergoeding vanwege een verzekering;

    • h.

      een bewijsstuk dat de omzetbelasting (BTW) kan worden teruggevorderd;

    • i.

      een bewijsstuk betreffende de WOZ-waarde of een taxatierapport waarin de waarde in het economisch verkeer is vastgelegd.

 

Artikel 2  

Voorwaarden aan de blijverslening

  • 1.

    Het college verbindt aan de verstrekking van een blijverslening de volgende voorschriften en bepalingen:

    • a.

      het werk dient te worden uitgevoerd door een erkend bedrijf;

    • b.

      het college kan nadere eisen stellen aan de procedure van aanbesteding en gunning van het werk;

    • c.

      start en einde van de uitvoering dienen schriftelijk aan het college te worden gemeld op een door het college beschikbaar gesteld formulier;

    • d.

      binnen zes maanden na afgifte van de verleningsbeschikking dient met het treffen van de voorzieningen een aanvang te worden gemaakt;

    • e.

      binnen een jaar na afgifte van de verleningsbeschikking moeten de voorzieningen zijn getroffen en de gereedmelding zijn ingediend.

  • 2.

    Onderdeel van het toekennen van een blijverslening vormen de bij het college in te dienen en door hen ter beschikking gestelde formulieren, zoals de formulieren ten behoeve:

    • a.

      de aanvraag inclusief de verklaring dat akkoord wordt gegaan met de in dit artikel genoemde voorwaarden;

    • b.

      de melding van de start van de werkzaamheden;

    • c.

      de melding van het einde van de werkzaamheden;

    • d.

      de geldelijke eindverantwoording.

 

Artikel 3  

Verplichtingen voor een Blijverslening

Het college verbindt aan de Blijverslening de volgende verplichtingen:

  • a.

    de werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden binnen de in artikel 2 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht gestelde doeleinden;

  • b.

    de aanvrager doet - terstond nadat met de werkzaamheden een aanvang is gemaakt - het college hiervan schriftelijk mededeling;

  • c.

    de werkzaamheden zijn binnen een jaar na de datum van de verstrekking van de Blijverslening uitgevoerd;

  • d.

    de gereedmelding van de werkzaamheden vindt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 6 (Gereedmelding en financiële eindafrekening) plaats;

  • e.

    de aanvrager voldoet aan de leningsvoorwaarden en bepalingen van de derde die die lening verstrekt en beheert;

  • f.

    de aanvrager moet op verzoek van de door of namens het college aangewezen personen inzage verschaffen in alle bescheiden, tekeningen en inlichtingen die naar het oordeel van deze personen van belang kunnen zijn bij de uitvoering van deze verordening;

  • g.

    De werkzaamheden worden uitgevoerd door de werkzaamheden worden uitgevoerd door één of meerdere erkende bedrijven.

 

Artikel 4  

Bouwkrediet

  • 1.

    De blijverslening wordt door middel van een bouwkrediet beschikbaar gesteld. Betaling van rente en aflossing start na het passeren van de hypothecaire akte of het ondertekenen van de onderhandse akte.

  • 2.

    Facturen van de aannemer of installateur die het project uitvoeren dient de aanvrager, samen met het declaratieformulier van de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde, bij de gemeente in. Na akkoord van de gemeente zorgt de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde voor de betaling van de facturen.

  • 3.

    Wanneer het bouwkrediet is opgebruikt, sluit de in artikel 3, lid 4 van de subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde het bouwkrediet.

 

Artikel 5  

Looptijd en rente

  • 1.

    De maximale looptijd van een lening tot € 10.000,- bedraagt 10 jaar. De maximale looptijd van een lening van € 10.000,- tot € 50.000,- bedraagt 20 jaar.

  • 2.

    De rente wordt vastgesteld op het moment van aanvragen bij de in artikel 3, lid 4 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht bedoelde derde en is gebaseerd op een vastgestelde rente voor 10 jaar voor een consumptieve blijverslening en 20 jaar voor een hypothecaire blijverslening. De rente is gedurende de gehele looptijd vast.

 

Artikel 6  

Gereedmelding en definitieve vaststelling

  • 1.

    De aanvrager meldt uiterlijk 4 weken nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, deze werkzaamheden gereed aan het college en is een verzoek om vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de volledige gereedmelding over de vaststelling van de Blijverslening.

  • 3.

    Gereedmelding vindt plaats door middel van een door het college te verstrekken 'meldingsformulier einde werk'.

  • 4.

    Vaststelling van het definitieve financieringsbedrag voor de blijverslening of de definitieve hoogte van de blijverslening vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college schriftelijk gereed zijn gemeld, gecontroleerd zijn en akkoord zijn bevonden;

    • b.

      de geldelijke eindverantwoording is ingediend;

    • c.

      een overzicht is overgelegd van het uitgevoerde meer- en minderwerk.

  • 5.

    De geldelijke eindverantwoording als bedoeld onder artikel 8, lid 9 van de Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht dient de op het formulier aangegeven onderdelen te omvatten. Deze onderdelen betreffen:

    • a.

      een overzicht van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende nota's en bijbehorende betaalbewijzen;

    • b.

      de originele nota's en originele betaalbewijzen (of prints of scans daarvan);

    • c.

      voor zover van toepassing:

      • I.

        revisietekeningen;

      • II.

        een gespecificeerd overzicht van het saldo van het meer- en minderwerk;

      • III

        een verklaring van het college dat het meerwerk tijdens de uitvoering is goedgekeurd.

  • 6.

    Het college kan er mee instemmen dat de eigenaar in plaats van de betaalbewijzen:

    • a.

      een originele en ondertekende verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overlegde kostenoverzicht juist is en alle rekeningen volledig betaald zijn, of

    • b.

      een ondertekende verklaring van de declarant overlegt waaruit blijkt dat een in de verklaring opgenomen rekeningenoverzicht juist is en alle rekeningen volledig betaald zijn.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 november 2017.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de secretaris de burgemeester

M.M. van der Kraan A.W. Kolff