Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meierijstad

Verordening rekenkamercommissie Meierijstad 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeierijstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rekenkamercommissie Meierijstad 2018
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op de datum van inwerkingtreding vervalt de verordening rekenkamercommissie Meierijstad zoals vastgesteld bij besluit van 18 juni 2015 door de (voormalige) gemeenten Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 81oa van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-02-201801-01-201821-04-2020nieuwe regeling

08-02-2018

gmb-2018-32005

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie Meierijstad 2018

De raad van de gemeente Meierijstad,

Gelet op het voorstel van de griffier van 11 december 2017;

Gelet op artikel 81oa Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen de Verordening rekenkamercommissie Meierijstad 2018;

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    commissie: rekenkamercommissie, als bedoeld in artikel 81oa Gemeentewet;

  • 2.

    voorzitter: door de raad tot voorzitter benoemd extern lid van de rekenkamercommissie;

  • 3.

    extern lid: lid van de rekenkamercommissie niet zijnde raadslid of raadscommissielid van de gemeente Meierijstad;

  • 4.

    commissiesecretaris: secretaris van de rekenkamercommissie;

  • 5.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • 6.

    griffier: griffier, als bedoeld in de artikelen 107, 107a Gemeentewet.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een rekenkamercommissie door de raad ingesteld.

  • 2.

    De commissie bestaat uit vier externe leden.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter. De commissie kiest uit haar midden de plaatsvervangend voorzitter. De voor de huidige leden geldende benoemingstermijn tot 1 juli 2019 wordt gehandhaafd.

  • 2.

    De raad hoort de commissie voorafgaand aan de (her)benoeming van de voorzitter.

Artikel 4 De voorzitter

  • 1.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe, afhankelijk van de toebedeelde taken en bevoegdheden, overleg met de commissiesecretaris, de griffier en de eventuele externe onderzoekers.

  • 2.

    Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door het langstzittende lid. Indien meer leden even lang zitting hebben, vindt waarneming plaats door het oudste lid in jaren van hen.

  • 3.

    De voorzitter wordt jaarlijks geconsulteerd over het vast te stellen budget voor de commissie en over rechtspositionele besluiten ten aanzien van de commissiesecretaris.

Artikel 5 Ambtseed

Ten aanzien van de voorzitter en de overige leden is artikel 81g Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een raadslid of raadscommissielid eindigt:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

  • c.

    indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d.

    indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegen schulden is gegijzeld.

  • e.

    indien het lid naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 3.

    De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen indien zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 7 Vergoedingen

  • 1.

    De externe leden ontvangen een vaste vergoeding voor werkzaamheden à € 100,00 per maand.

  • 2.

    De voorzitter ontvangt een vergoeding voor het bijwonen en leiden van vergaderingen van de commissie ter hoogte van tweemaal het bedrag als bedoeld in tabel IV bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 3.

    De overige leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie ter hoogte van het bedrag als bedoeld in tabel IV bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 8 Commissiesecretaris

  • 1.

    De raad benoemt en ontslaat de commissiesecretaris in overleg met de commissie.

  • 2.

    De commissiesecretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop hij of zij de ondersteunende taken verricht.

  • 3.

    De commissiesecretaris behoort in overig organisatorisch opzicht en rechtspositioneel tot de griffie.

  • 4.

    Bij verhindering of ontstentenis van de commissiesecretaris draagt de griffier zorg voor de waarneming.

Artikel 9 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 10 Onderwerpselectie

  • 1.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    Wanneer zij heeft beslist tot een onderzoek als bedoeld in het voorgaande lid, doet de commissie hiervan onverwijld melding aan de raad en aan het college.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie antwoordt de raad binnen zes weken in hoeverre zij aan dat verzoek voldoet.

Artikel 11 Bevoegdheden bij onderzoek

  • 1.

    De commissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 2.

    Het gemeentebestuur verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de commissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 3.

    Het gemeentebestuur draagt er zorg voor dat zijn ambtenaren en opdrachtnemers hun medewerking verlenen wanneer dat nodig is voor de informatievoorziening bij onderzoeken van de commissie.

Artikel 12 Werkwijze

  • 1.

    De commissie vergadert in beslotenheid.

  • 2.

    De commissie kan openbare bijeenkomsten organiseren.

  • 3.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het aan haar ter beschikking gestelde budget, externe opdrachtnemers inschakelen.

  • 4.

    Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur kan de commissie (bijlagen bij) rapporten die aan de raad worden voorgelegd als geheim aanmerken.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt onder gelijktijdige intrekking de ‘Verordening rekenkamercommissie Meierijstad’, zoals vastgesteld bij besluit van 18 juni 2015 door de (voormalige) gemeenten Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode.

  • 3.

    Aan de verordening wordt terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2018

 

 

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 8 februari 2018

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

A.F.J. Franken ir. C.H.C. van Rooij