Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement Veldcommissie Limburgs Digitaal Erfgoed 2018-2021 |
Citeertitel | Reglement Veldcommissie Limburgs Digitaal Erfgoed 2018-2021 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | PB no. 11-2018 |
Geen
artikel 82 van de Provinciewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-02-2018 | 01-01-2018 | 01-01-2022 | Nieuwe regeling | 06-02-2018 | PB no. 11-2018 |
Gedeputeerde Staten van Limburg,
maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 6 februari 2018 hebben vastgesteld:
Gedeputeerde Staten van Limburg, hierna te noemen "het college", stellen een provinciale commissie in: Veldcommissie Limburgs Digitaal Erfgoed, hierna te noemen ‘veldcommissie’.
De veldcommissie draagt bij aan de totstandkoming van een nieuwe koers voor digitalisering van Limburgse erfgoedcollecties. De veldcommissie maakt deel uit van een geheel aan acties die de Provincie Limburg samen met het erfgoedveld uitzet om te komen tot betere en meer duurzame digitale producten over erfgoed.
Artikel 3 Selectie, samenstelling, benoeming en tijdsduur lidmaatschap
Het lidmaatschap van de veldcommissie kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd, door schriftelijke kennisgeving aan het college met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Wanneer een lid gedurende langere tijd niet voldoende functioneert, kan het college, gehoord de voorzitter en de ambtelijk secretaris, het lidmaatschap van het desbetreffende lid tussentijds beëindigen.
De veldcommissie bedenkt een nieuwe koers voor digitalisering van Limburgse erfgoedcollecties, met als doel het bereiken van uniformiteit, visie op standaardisering, facilitering en delen van kennis. De veldcommissie beperkt zich tot het zogenaamde domein I, zoals omschreven in het Eindrapport Kwartiermaker Erfgoedsector, en dat als volgt in twee onderdelen is gedefinieerd:
De veldcommissie laat alles omtrent publieksbereik van erfgoed buiten beschouwing, zoals omschreven in Domein II in het Eindrapport Kwartiermaker Erfgoedsector. Ze beseft echter dat eisen vanuit het gebruikersperspectief van invloed kunnen zijn op de uitvoering van digitalisering en neemt dit gegeven om die reden dan ook in ogenschouw. Daarnaast laat de veldcommissie de digitalisering in de context van (wettelijke) archieftaken van organisaties en overheden buiten beschouwing en behoren keuzes voor digitaliseren van specifieke erfgoedcollecties evenmin tot haar taken.
Artikel 5 Werkwijze veldcommissie
De (plaatsvervangend) voorzitter en/of leden van de veldcommissie onthouden zich van deelname aan vergaderingen, advisering en/of stemming indien het een aangelegenheid betreft die hen persoonlijk aangaat of als het gaat om een instelling waarvan zij (bestuurs)lid zijn of waaraan zij op enigerlei wijze verantwoording schuldig zijn. Dit wordt ter vergadering vastgelegd in het vergaderverslag.
De veldcommissie kan zich ter voorbereiding van en/of in de vergadering zelf, laten bijstaan door externe adviseurs als de agenda van de vergadering daartoe (op onderdelen) aanleiding geeft. Deze externe adviseurs hebben geen stemrecht. In adviezen van de veldcommissie, wordt altijd duidelijk aangegeven of, en hoe de externe advisering heeft plaatsgevonden en of deze wel/niet is overgenomen in het desbetreffende advies.
De veldcommissie heeft een jaarlijks budget van € 5.000,00 beschikbaar voor informatie- en kennisdeling richting het erfgoedveld. De voorzitter stemt de besteding hiervan af met de ambtelijk secretaris. Voor aanvullend budget ten behoeve van de uitvoering van taken van de veldcommissie, doet de veldcommissie een gemotiveerd verzoek aan het college.
De leden van de veldcommissie en eventuele externe adviseurs (artikel 5 lid 9) ontvangen een vergoeding voor het voorbereiden en het bijwonen van de vergaderingen en voor de reiskosten, op grond van de geldende "Verordening rechtspositie gedeputeerden, Staten- en commissieleden 2012 Provincie Limburg (2de wijziging)”.