Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent gewijzigde verkiezingsreglement voor de verkiezingen voor de stadsdeelcommissies in Amsterdam |
Citeertitel | Gewijzigde verkiezingsreglement voor de verkiezingen voor de stadsdeelcommissies in Amsterdam |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-02-2018 | nieuwe regeling | 06-02-2018 |
I. Vast te stellen het volgende gewijzigde verkiezingsreglement voor de verkiezingen voor de stadsdeelcommissies in Amsterdam:
Artikel 2: registratie reeds geregistreerde groeperingen
Aan de registratievereisten op grond van artikel G 3 van de Kieswet is voldaan, als de aanduiding van de groepering reeds is geregistreerd voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer, de provinciale staten van Noord-Holland, de gemeenteraad van Amsterdam of de verkiezingen voor de bestuurscommissies zoals die op grond van de verordening op de bestuurscommissies werden gehouden, tenzij naar het oordeel van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies, de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met de reeds voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies geregistreerde aanduiding van een andere groepering en daardoor verwarring kan ontstaan.
Artikel 3: uitzondering doorwerking registratie
Indien het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Amsterdam een beschikking neemt als bedoeld in artikel G 4, tweede lid van de Kieswet dan blijft de doorwerking ook voor de registratie voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies achterwege.
Artikel 4: nummering kandidatenlijsten
In afwijking van hetgeen in artikel I 14 van de Kieswet is bepaald, worden de lijsten voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies met een aanduiding die gelijk is aan een aanduiding van een lijst voor de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam, genummerd met een nummer dat gelijk is aan het nummer dat aan de lijst voor de gemeenteraadsverkiezing is toegekend.
Indien een aanduiding van een lijst voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies een element bevat dat gelijk is aan een element uit de aanduiding van een zelfstandige lijst bij de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam, wordt die lijst genummerd met een nummer dat gelijk is aan het nummer dat aan de lijst voor de gemeenteraadsverkiezing is toegekend.
Indien een aanduiding van een lijst voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies meerdere elementen bevat die gelijk zijn aan elementen uit de aanduiding van meerdere zelfstandige lijsten bij de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam, wordt die lijst genummerd met een nummer dat gelijk is aan het laagste nummer dat aan de lijsten voor de gemeenteraadsverkiezing is toegekend.
Indien een lijst voor de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam bestaat uit samengestelde elementen en meerdere van deze elementen doen als aanduiding van een zelfstandige lijst mee aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies, dan worden deze lijsten als volgt genummerd:
de resterende lijst krijgt het eerstvolgende nummer toegewezen dat volgt op het nummer dat gelijk is aan het aantal lijsten dat voor de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam is ingediend. Indien er meer lijsten resteren, beslist het lot welk nummer achtereenvolgens aan die verschillende lijsten wordt toegekend.
Lijsten waarboven een aanduiding is geplaatst, waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de desbetreffende leden van de stadsdeelcommissies een of meer zetels zijn toegekend en waaraan op grond van het tweede tot en met het zesde lid nog geen nummer is toegekend, worden genummerd in de volgorde van de bij die verkiezing op de desbetreffende lijsten uitgebrachte aantal stemmen. Aan de lijst met het hoogste aantal stemmen wordt het eerstvolgende nummer toegekend na toepassing van hetgeen in het zesde lid is bepaald. Bij gelijkheid van het aantal stemmen beslist het lot.
Aan de resterende lijsten van alle gebieden binnen het stadsdeel worden bij één centrale loting de nummers toegekend die volgen na het hoogste reeds toegekende nummer binnen het stadsdeel. Het centraal stembureau kan een nummer toekennen, indien de voorgaande leden geen uitsluitsel geven over de bepaling van een lijstnummer. Bij het staken van de stemming is de stem van de voorzitter van het centraal stembureau beslissend.
Toelichting verkiezingsreglement voor de bestuurscommissies in Amsterdam
Met dit verkiezingsreglement maakt het college van burgemeester en wethouders gebruik van de mogelijkheid die de verordening op de bestuurscommissies biedt om ten aanzien van de inrichting van de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies nadere regels te stellen. De regels zien op technische voorschriften in het kader van de registratie van groeperingen en de nummering van kandidatenlijsten.
In het verkiezingsreglement worden bepalingen uit de Kieswet van overeenkomstige toepassing verklaard. In het eerste lid wordt duidelijk gemaakt hoe die bepalingen moeten worden gelezen. In het tweede lid worden daarop wel een aantal uitzonderingen gemaakt. Indien het gaat om de beslissingen in verband met de registratie van de kiesgerechtigheid op grond van hoofdstuk D van de Kieswet of hoofdstuk D van het Kiesbesluit, dan blijft het college bevoegd. Indien het gaat om beslissingen in verband met het stemmen in een andere gemeente op grond van hoofdstuk K van de Kieswet en het stemmen bij volmacht op grond van hoofdstuk L van de Kieswet, dan blijft de burgemeester bevoegd. Verder is bepaald dat het hoofdstembureau en het centraal stembureau niet per gebied maar per stadsdeel worden ingesteld.
Artikel 2: registratie reeds geregistreerde groeperingen
Geregeld is dat groeperingen die voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer, de provinciale staten van Noord-Holland, de gemeenteraad van Amsterdam of de bestuurscommissies zijn geregistreerd, zich niet nogmaals voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies hoeven te registeren. Dit tenzij de naam waaronder de groepering is geregistreerd teveel lijkt op de naam van een groepering die al voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies geregistreerd was en de verwachting is dat dit verwarring kan veroorzaken. In dat geval werkt de registratie voor de Tweede Kamer, provinciale staten van Noord-Holland, de gemeenteraad van Amsterdam of de bestuurscommissies niet door naar de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies en kan de groepering niet onder die naam aan de verkiezingen deelnemen.
Artikel 3: uitzondering doorwerking registratie
Groeperingen die voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer of provinciale staten zijn geregistreerd, hoeven zich op grond van de Kieswet niet voor de verkiezing van de leden de gemeenteraad of de leden van de stadsdeelcommissies te laten registreren. De registratie werkt in die gevallen door. Als de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering en daardoor verwarring kan ontstaan, dan kan het centraal stembureau echter besluiten de doorwerking achterwege te laten. In dit artikel is geregeld dat als het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad besluit dat een registratie voor die verkiezing niet doorwerkt, dit besluit tot gevolg heeft dat de registratie evenmin doorwerkt voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies.
Artikel 4: nummering kandidatenlijsten
In dit artikel zijn voorschriften opgenomen over de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies. Doel van de voorschriften is dat de indeling van het stembiljet voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies zoveel mogelijk aansluit bij de indeling van het stembiljet voor de gemeenteraadsverkiezingen. Dit zodat de stembiljetten voor de kiezer overzichtelijk blijven.
In dat verband is in het eerste lid bepaald dat de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies niet op de vierde, maar op de zevende dag na de kandidaatstelling worden genummerd. Dit zodat bij het nummeren rekening kan worden gehouden met de nummers die in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen aan de kandidatenlijsten zijn toegekend. In het tweede lid is vervolgens bepaald dat aan de kandidatenlijsten van de groeperingen die zowel aan de gemeenteraadsverkiezingen als de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deelnemen, voor beide verkiezingen hetzelfde nummer wordt toegekend. In het verlengde daarvan is in lid 3 opgenomen dat als de aanduiding (de geregistreerde naam) van een groepering die aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deelneemt een element bevat dat gelijk is aan een element uit de aanduiding van groepering die met een zelfstandige kandidatenlijst aan de gemeenteraadsverkiezingen deelneemt, de lijst voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies hetzelfde nummer krijgt als het nummer dat voor de gemeenteraadsverkiezingen aan de lijst is toegekend. Dit betekent dat als groepering A aan de gemeenteraadsverkiezingen deelneemt en aan de kandidatenlijst van die groepering het nummer 1 is toegekend, groepering A dit nummer ook voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies ontvangt. Ook als groepering A aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deelneemt met een gezamenlijke kandidatenlijst met groepering B onder de aanduiding AB.
In het vierde lid is geregeld dat als de aanduiding meerdere elementen bevat die gelijk zijn aan de aanduiding van meerdere zelfstandige lijsten bij de gemeenteraadsverkiezingen, die kandidatenlijst het nummer krijgt dat gelijk is aan het laagste nummer dat aan de zelfstandige lijsten is toegekend. Als groepering A dus bijvoorbeeld zelfstandig meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen en aan de lijst nummer 1 is toegekend en groepering B ook zelfstandig meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen en aan die lijst nummer 2 is toegekend, dan wordt aan de kandidatenlijst van deze groeperingen het nummer 1 toegekend indien zij besluiten om gezamenlijk onder de aanduiding AB aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deel te nemen. Voor het geval groeperingen die zelfstandig meedoen aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies een gezamenlijke kandidatenlijst indienen voor de gemeenteraadsverkiezingen en de aanduiding boven die lijst samengestelde elementen bevat van de aanduidingen boven de zelfstandige lijsten, is in het vijfde lid bepaald dat het lot beslist welke van de zelfstandige lijsten het nummer krijgt dat aan de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen is toegekend. De lijsten die resteren krijgen daarna het nummer dat daarop volgt. Als de groeperingen A en B dus met een gezamenlijke lijst aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnemen onder de aanduiding AB en aan die lijst is nummer 1 toegekend, dan beslist het lot welke groepering dit nummer krijgt als zij beiden met een zelfstandige lijst aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies meedoen. De resterende lijst ontvangt vervolgens het eerste nummer na het nummer dat gelijk is aan het aantal lijsten dat voor de verkiezing van de gemeenteraad ingediend is.
Op grond van het zesde lid worden de nummers vanaf 1 tot en met nummer dat gelijk is aan het aantal ingediende lijsten bij de gemeenteraadverkiezingen, vervallen verklaard voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies. Dit om te voorkomen dat lijsten voor de verkiezing van de gemeenteraad en de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies hetzelfde nummer ontvangen, zonder dat er tussen die lijsten een verband is. Daarbij wordt er rekening meegehouden dat de Kieswet voorziet in beroepsprocedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State indien lijsten voor de verkiezing van de gemeenteraad ongeldig worden verklaard en dat er dus mogelijk alsnog nummers aan die lijsten worden toegekend. In het zevende en het achtste lid is vervolgens een regeling opgenomen voor de nummering van de lijsten die niet op grond van het eerste tot en met het zesde lid zijn genummerd. In dat verband is in lid 7 bepaald dat eerst de lijsten worden genummerd waaraan bij de laatst gehouden verkiezing van de desbetreffende bestuurscommissies een of meer zetels zijn toegekend. Deze lijsten worden genummerd aan de hand van het aantal stemmen die bij die verkiezing op de desbetreffende lijsten is uitgebracht. Als op twee of meer lijsten hetzelfde aantal stemmen is uitgebracht, dan beslist het lot. Voor alle resterende lijsten is in het achtste lid bepaald dat de nummers bij loting worden toegekend. Dit wordt in een centrale loting per stadsdeel gedaan zodat de lijsten in één stadsdeel ook hetzelfde nummer hebben. Daarnaast is geregeld dat als het artikel geen uitsluitsel geeft over het nummer van de lijst, het centraal stembureau over het nummer beslist. Als de stemmen staken, heeft de voorzitter van het centraal stembureau daarbij een beslissende stem.
Artikel 5: uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Tegen een besluit om een kandidatenlijst geldig of ongeldig te verklaren kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In dit artikel staat welke gevolgen de uitspraak van de Afdeling heeft voor de nummering van de kandidatenlijsten. Geregeld is dat de uitspraak geen gevolgen voor de nummering heeft als een kandidatenlijst ongeldig wordt verklaard. Als de Afdeling bepaalt dat een kandidatenlijst geldig is, dan is geregeld dat de lijst wordt genummerd op grond van artikel 4. Dit betekent dat de kandidatenlijsten van de groeperingen die zowel aan de gemeenteraadsverkiezingen als aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deelnemen dan alsnog hetzelfde nummer krijgen.