Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oosterhout

Bibob-beleidslijn Subsidies Oosterhout 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOosterhout
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBibob-beleidslijn Subsidies Oosterhout 2015
CiteertitelBibob-beleidslijn Subsidies Oosterhout 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpBibob beleidslijn Subsidies Oosterhout 2015

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

wet Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2015Nieuwe regeling

10-02-2015

gmb-2018-28225

Tekst van de regeling

Intitulé

Bibob-beleidslijn Subsidies Oosterhout 2015

1. ALGEMEEN

Inleiding

In de gemeente Oosterhout is van kracht het Bibob Beleid 2015. Aanvullend daarop wordt per taakveld beleid vastgesteld met concrete criteria op basis waarvan de wet Bibob in de gemeente Oosterhout toegepast wordt. Dit beleid is gericht op het taakveld Subsidies.

 

Op 2 februari 2012 is de Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2012 in werking getreden. Artikel 5.4 van de verordening vermeldt dat het college voor subsidieaanvragen kan bepalen dat de gevraagde subsidie wordt geweigerd of de verleende subsidie wordt ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur. Middels deze beleidsregels geeft het college richting aan dit instrumentarium.

 

Het van toepassing verklaren van de Wet Bibob op aanvragen voor subsidies betekent dat het bevoegd gezag bij de beoordeling van de aanvraag in benoemde gevallen zal onderzoeken of er sprake is van ernstig gevaar als genoemd in artikel 3 Wet Bibob i.c. dat de subsidie mede zal worden gebruikt om: uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten (witwassen) of, strafbare feiten te plegen. Op grond van artikel 3 Wet Bibob kan het bevoegd gezag in die situatie een subsidie weigeren of intrekken.

Subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel

Volgens de Memorie van Toelichting op de Wet Bibob zijn de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit belangrijke uitgangspunten van de Wet Bibob. Het bestuursorgaan dient eerst te bekijken of bestaande weigerings- c.q. intrekkingsgronden uit de diverse subsidieverordeningen en de Algemene wet bestuursrecht mogelijkheden bieden om een subsidie al dan niet te weigeren of in te trekken. In dit kader wordt opgemerkt dat de beoordeling van de subsidieaanvraag op grond van de Wet Bibob slechts een aanvullende is. Kortom: alvorens advies wordt aangevraagd aan het landelijk Bureau Bibob, dienen eerst de gangbare en minder vergaande mogelijkheden te zijn benut. Het proportionaIiteitsbeginsel wordt ook tot uitdrukking gebracht door de selectieve en risicogestuurde wijze van toetsing. Door het invullen van het Bibob-formulier alleen te verlangen wanneer er concrete aanwijzingen bestaan van crimineel misbruik, worden niet alle subsidieaanvragers en -ontvangers standaard aan de Bibob-toets onderworpen.

 

De Wet Bibob heeft op het terrein van subsidieverlening een belangrijk doel: te voorkomen dat het openbaar bestuur ongewild criminele activiteiten faciliteert met gemeenschapsgeld. Het belangrijkste uitgangspunt van deze beleidslijn is een terughoudende toepassing van de Wet Bibob bij subsidies. Gezien de vele subsidieaanvragen die de Gemeente Oosterhout jaarlijks ontvangt en het diffuse karakter van deze subsidies, is besloten om niet alle aanvragen standaard aan een Bibobonderzoek te onderwerpen.

 

Subsidieaanvragen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën, zogenaamde structurele en incidentele subsidies.

 

De subsidieaanvraag wordt steeksproefsgewijs aan een Bibob-toets onderworpen en/of wanneer er signalen zijn ontvangen die wijzen op criminele beïnvloeding of -activiteiten. Deze signalen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de samenstelling van het bestuur of de leiding van de aanvragende instantie (criminele antecedenten), de financiële situatie van aanvragende instantie (schulden, in surseance) of ongebruikelijke financiering van het niet-gesubsidieerde deel.

 

Op deze wijze is de extra belasting voor de burger, ondernemer en ook voor het bestuur zelf beperkt. Daarnaast maakt de Gemeente Oosterhout optimaal gebruik van de informatie die in ons bezit is of die geraadpleegd kan worden. De essentie van deze beleidslijn is het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van onbewust faciliteren van criminele activiteiten. Teneinde dit beleidsdoel te kunnen realiseren wordt gedurende het Bibobonderzoek naar een subsidieaanvraag niet overgegaan tot het uitkeren van (een deel van) het gevraagde subsidiebedrag of voorschot op de gevraagde subsidie.

2. CRITERIA

 

  • 1.

    Het college zal in ieder geval jaarlijks steeksproefgewijs de subsidieaanvragen onderwerpen aan een BIBOB-onderzoek.

  • 2.

    Aanvullend op het eerste lid beslist het college, voordat een aangevraagde subsidie wordt verstrekt, vastgesteld of ingetrokken, op basis van feiten en omstandigheden zoals genoemd in het derde lid van dit artikel of een onderzoek naar de integriteit van de betrokkene(n) wordt ingesteld.

  • 3.

    Onder feiten en omstandigheden als bedoeld in het tweede lid worden in ieder geval verstaan:

    • a.

      Het risico dat blijkt uit de risicoanalyse, die wordt uitgevoerd door het college naar aanleiding van de subsidieaanvraag of subsidievaststelling. Bij deze analyse kan de indicatorenlijst Bibob en subsidies van Dienst Justis (Ministerie van Veiligheid en Justitie) worden betrokken;

    • b.

      Een tip van de Officier van Justitie in het kader van de wettelijke tipfunctie; of

    • c.

      Informatie uit andere bronnen of concrete informatie afkomstig van externe partners zoals de politie, het RIEC, waardoor vermoedens ontstaan van enige mate van gevaar zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

3. ONDERZOEK

 

  • 1.

    Indien het college besluit een onderzoek te starten naar betrokkene, wordt de betrokkene verzocht een vragenformulier in te vullen.

  • 2.

    Het volledig ingevulde vragenformulier met bijbehorende documenten dient binnen twee weken aan het college te zijn aangeleverd.

  • 3.

    Betrokkene kan worden verzocht aanvullende gegevens te overleggen wanneer de reeds aangeleverde gegevens hiertoe aanleiding geven.

  • 4.

    Indien het vragenformulier niet volledig is ingevuld, bijbehorende gegevens of verzochte aanvullende gegevens ontbreken zal aanvrager eenmaal worden verzocht om hier alsnog aan te voldoen binnen twee weken. Als hieraan niet wordt voldaan zal het college besluiten de subsidieaanvraag of subsidievaststelling niet te behandelen.

  • 5.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien het college in de periode van een jaar voorafgaand aan de aanvraag aan dezelfde betrokkene een subsidie heeft verstrekt, waarvoor een vragenlijst als bedoeld in het eerste lid is ingevuld en geen belangrijke wijzigingen ter zake van de organisatie of de bedrijfsvoering hebben plaatsgevonden.

4. EVALUATIE EN INWERKINGTREDING

 

Binnen drie jaar na inwerkingtreding zullen deze beleidsregels worden geëvalueerd. Ten behoeve van deze evaluatie kan het college onderzoek verrichten naar subsidieaanvragen en subsidievaststellingen die niet onder de werking van artikel 3.1 zijn gebracht.

 

Dit beleid treedt in werking op 1 maart 2015 en kan worden aangehaald als ‘Bibob-beleidslijn Subsidies Oosterhout 2015’.

Deze Beleidslijn is op 10 februari 2015 vastgesteld

Burgemeester en wethouders van Oosterhout

, burgemeester,

, secretaris.