Organisatie | Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017 |
Citeertitel | Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 10b van de Participatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-02-2017 | 01-01-2018 | Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017 | 18-04-2017 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017;
gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en artikel 10b, vijfde en zevende lid, van de Participatiewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening;
Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- de wet: Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
- doelgroep: personen zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a van de
- duurzame uitstroom; uitstroom naar regulier werk voor de duur van minimaal zes maanden;
- grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet
- korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk
Hoofdstuk 2 Beleid en financiën
Artikel 2 Evenwichtige verdeling en financiering
1. Het college kan de voorziening, bedoeld in artikel 6, aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep met een korte afstand tot de arbeidsmarkt.
2. Het college kan de voorzieningen, bedoeld in de artikelen 4, 5 en 8, aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
3. Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
a. de opvang van ten laste komende kinderen tot en met twaalf jaar, en
Artikel 3 Algemene bepalingen over voorzieningen
1. Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een uitvoeringsplan vast, waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.
2. Het college kan een voorziening beëindigen als:
a. de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet,
b. de artikelen 13 en 37 van de IOAW of de artikelen 13 en 37 van de IOAZ niet nakomt;
c. de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep;
d. de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een in deze verordening genoemde voorzieningen, tenzij het een persoon betreft als bedoeld in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, ten tweede, van de wet;
e. naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan het beoogde doel;
f. de voorziening naar het oordeel van het college niet meer geschikt is voor de persoon die gebruik maakt van de voorziening;
g. de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening;
h. de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor die voorziening.
1. Het college kan een persoon een werkstage gericht op arbeidsinschakeling aanbieden als deze:
a. behoort tot de doelgroep, en
b. nog niet actief is geweest op de arbeidsmarkt of een afstand tot de arbeidsmarkt heeft door langdurige werkloosheid.
2. Het doel van een werkstage is het opdoen van werkervaring of het leren functioneren in een arbeidsrelatie.
3. Het college plaatst de persoon uitsluitend als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.
4. In een schriftelijke overeenkomst wordt in ieder geval vastgelegd:
a. het doel van de werkstage, en
Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering voor zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening.
Het college stemt de duur van de in het eerste lid bedoelde activiteiten af op de mogelijkheden en capaciteiten van die persoon.
Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a, van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.
in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt € 100 per zes maanden, mits in die zes maanden voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
Artikel 9 Participatievoorziening beschut werk
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid krijgt een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en die nog niet in aanmerking is gekomen voor een beschut werkplek omdat het aantal geraamde beschut werkplekken in één jaar al is gerealiseerd, voorrang op personen van wie later is vastgesteld dat zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.
Artikel 10 Ondersteuning bij leer-werktraject
Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:
a.van zestien of zeventien jaar van wie de leerplicht of de kwalificatieplicht, bedoeld in de Leerplichtwet 1969, nog niet is geëindigd, of
b. van achttien tot 27 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald.
Artikel 11 Persoonlijke ondersteuning
Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.
Artikel 12 Tijdelijke loonkostensubsidie werkgever
nadere regels ten aanzien van de duur van de tijdelijke loonkostensubsidie werkgever, de hoogte en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.
Artikel 13 Andere re-integratievoorzieningen
teuning die het college aan personen die behoren tot de doelgroep biedt ter bevordering van de arbeidsinschakeling, is gericht op de kortste weg naar duurzame uitstroom
Artikel 14 Activeringspremie parttime arbeid
Aansluitend op de einddatum van de inkomstenvrijlating als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onder n en r, van de Participatiewet, artikel 8, tweede en vijfde lid, van de IOAW en artikel 8, derde en negende lid, van de IOAZ kan het college een activeringspremie parttime arbeid toekennen aan de uitkeringsgerechtigde die deeltijdarbeid verricht ter hoogte van 25% van de genoten netto-inkomsten met een maximum van 25% van het in artikel 31, tweede lid, sub j, van de Participatiewet genoemde bedrag.
De premie wordt éénmaal per jaar ambtshalve toegekend. De uitbetaling vindt plaats steeds in de eerste maand na afloop van het jaar waarop de inkomsten betrekking hebben.
De premie wordt niet toegepast als achteraf inkomsten worden geconstateerd, welke door de uitkeringsgerechtigde niet zijn opgegeven en als gevolg hiervan deze inkomsten niet zijn verrekend met de bijstandsnorm.