Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere regels Vergroten van de belevingswaarde in vrijetijdsproducten 2018-2022 |
Citeertitel | Nadere regels ‘Vergroten van de belevingswaarde in vrijetijdsproducten 2018-2022’ |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Flevoland/225449/225449_1.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-12-2021 | artikel 7 | 23-11-2021 | 2870213 | ||
08-02-2018 | 02-12-2021 | nieuwe regeling | 30-01-2018 | 2183992 |
Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136, eerste lid van de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 30 januari 2018 onder nummer 2182067 hebben vastgesteld
Nadere regels ‘Vergroten van de belevingswaarde in vrijetijdsproducten 2018-2022’
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
Provinciale Staten bij besluit van 7 december 2016 het Beleidsplan Recreatie & Toerisme Flevoland hebben vastgesteld;
één van de doelen van dit beleidsplan is om de belevingswaarde in bestaande en nieuwe recreatieve en toeristische producten te vergroten;
daarbij aangegeven is dat het wenselijk is om hiervoor budget in te zetten via een stimuleringsregeling;
zij deze stimulering plaats willen laten vinden door het beschikbaar stellen van subsidie voor activiteiten die de belevingswaarde van het Verhaal van Flevoland bij de (door)ontwikkeling van bestaande en nieuwe recreatieve en toeristische producten ( hierna: “vrijetijdsproducten”) vergroten;
de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 een procedureel kader geeft voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;
in deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op subsidiecriteria;
het wenselijk is om voor het beschikbaar stellen van subsidie voor activiteiten die de belevingswaarde bij bestaande en nieuwe vrijetijdsproducten vergroten deze nadere regels vast te stellen;
gelet op het bepaalde in artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012,
De volgende nadere regels vast te stellen:
Nadere regels ‘Vergroten van de belevingswaarde in vrijetijdsproducten 2018-2022’
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Vrijetijdsproduct: combinatie van vrijetijds-economische producten of diensten die het Verhaal van Flevoland als ‘NIEUW LAND OP DE ZEEBODEM’ (zie artikel 1f) vertellen en als doel hebben het aantrekken van meer bezoekers of de bezoeker langer in Flevoland laat verblijven en / of het doen toenemen van de bestedingen.
Artikel 2. Reikwijdte nadere regels
Deze nadere regels zijn van toepassing op subsidies die Gedeputeerde Staten kunnen verstrekken in het kader van het ondersteunen van de doorontwikkeling van bestaande en de ontwikkeling van nieuwe vrijetijdsproducten om de beleving van het Verhaal van Flevoland, zoals bedoeld in artikel 1f, te vergroten.
Artikel 3. Doel van de nadere regels
Deze nadere regels hebben tot doel om aan potentiële aanvragers duidelijkheid te verschaffen over de inhoudelijke criteria waaraan subsidieaanvragen worden getoetst.
Gedeputeerde Staten kunnen op grond van deze nadere regels een incidentele subsidie verstrekken voor een periode van maximaal 4 jaar.
Voor subsidieaanvragen met een startdatum in 2018 geldt dat de volledige aanvraag op uiterlijk 1 april 2018 in het bezit van Gedeputeerde Staten moet zijn. Voor de daaropvolgende jaren geldt dat de volledige aanvraag op uiterlijk 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het project plaatsvindt in het bezit van Gedeputeerde Staten dient te zijn.
Aanvragen met een startdatum in 2018 en die voor 1 april 2018 zijn ingediend, worden indien zij volledig zijn, als eerste afgehandeld waarbij zij tegen elkaar worden afgewogen. Indien na de afhandeling van deze aanvragen nog budget resteert, worden later binnengekomen aanvragen die betrekking hebben op 2018 in volgorde van binnenkomst behandeld.
Aanvragen die voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het project start zijn ingediend, worden indien zij volledig zijn, als eerste afgehandeld waarbij zij tegen elkaar worden afgewogen. Indien na afhandeling van deze aanvragen nog budget resteert worden later ontvangen aanvragen in volgorde van binnenkomst afgehandeld.
Artikel 9. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op de in te dienen gegevens op grond van art. 13 van de ASF 2012 worden bij de aanvraag de volgende gegevens overlegd:
In aanvulling op artikel 8 van de ASF 2012, wordt een subsidieaanvraag in ieder geval afgewezen wanneer:
Artikel 11. Subsidiecriteria en puntensysteem
Artikel 12. Subsidiabele kosten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de ontwikkeling en realisatie van het vrijetijdsproduct zoals bedoeld in artikel 1b.
Artikel 14. Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 18 tot en met 21 van de ASF 2012 is de subsidieontvanger verplicht:
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Flevoland van 30 januari 2018.
T. van der Wal, secretaris
L. Verbeek, voorzitter
De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland
Deze nadere regels vloeien voort uit het Beleidsplan Recreatie & Toerisme Flevoland dat Provinciale Staten op 7 december 2016 hebben vastgesteld. Het vergroten van de belevingswaarde in bestaande en nieuwe vrijetijdsproducten. Alleen promotie van Flevoland als ‘NIEUW LAND OP DE ZEEBODEM’ is niet voldoende. De provincie zet daarom gelijktijdig in op het beter beleefbaar maken van het unieke en onderscheidende karakter van Flevoland. De provincie doet hierbij een beroep op de creativiteit en innovatiekracht van ondernemers en andere belanghebbenden bij het vergroten van de belevingswaarde in bestaande en nieuwe toeristische en recreatieve productontwikkeling. Deze producten sluiten aan bij het Verhaal van Flevoland én zorgt voor betere (bovenregionale) samenwerking tussen ondernemers, organisaties en/of overheden.
Waarom nadere regels nodig als er al een Algemene Subsidieverordening Flevoland is?
Een bestuursorgaan mag op grond van de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht slechts subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Binnen de provincie Flevoland is dit de Algemene Subsidieverordening Flevoland (ASF 2012). Hierin zijn in aanvulling op de subsidiespelregels die in de subsidietitel van de Awb zijn opgenomen nadere subsidiespelregels opgenomen die bij subsidiering in acht moeten worden genomen. De ASF 2012 schrijft voor dat subsidie slechts wordt verstrekt indien de activiteit past binnen de beleidsdoelstellingen van de provincie en door de aanvrager aannemelijk is gemaakt dat hieraan kan worden voldaan. In aanvulling op de ASF 2012 kunnen GS nog nadere regels vaststellen, waarin beleidspecifieke voorwaarden op maat worden gesteld. In deze nadere regels worden de beleidspecifieke voorwaarden (subsidiespelregels) vermeld. Omdat de subsidietitel van de Awb een gedetailleerde regeling geeft van het proces van subsidieverstrekking, zijn veel bepalingen die in de Awb staan niet nog een keer in de verordening opgenomen. Dit houdt in dat er wanneer sprake is van subsidiering niet alleen rekening moet worden gehouden met het bepaalde in de ASF 2012, maar ook met de wettelijke bepalingen van de subsidietitel van de Awb. De basisspelregels voor subsidiering zijn opgenomen in de ASF 2012 en de subsidietitel van de Awb. De beleidspecifieke spelregels zijn opgenomen in de nadere regels.
Deze beleidsspecifieke spelregels zijn aanvullend op de basisspelregels voor subsidiering. Raadpleeg daarom bij de voorbereiding van de subsidieaanvraag ook de ASF 2012. Deze is hier te vinden: http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Flevoland/225449/225449_1.html.
Bij verblijfstoeristen in Flevoland moet gedacht worden aan alle bezoekers die minimaal 1 overnachting doorbrengen in een accommodatie Flevoland. Ook gasten van de Bruine Vloot of riviercruises (die varen op het IJsselmeer of Markermeer) behoren tot deze groep.
Bij verblijfstoeristen in de omliggende regio’s kan gedacht worden aan gasten die verblijven op de Veluwe, in Friesland of de Weerribben-Wieden die verleid worden om een deel van hun vakantie in Flevoland door te brengen. Ook inkomende toeristen die verblijven in Amsterdam behoren hiertoe. Hierbij kan gedacht worden aan internationale toeristen uit bijvoorbeeld Europa of Azië die in Amsterdam op citytrip zijn en daar wordt opgehaald, of op individueel reizen, om (een) vrijetijdsproduct(en) in Flevoland te bezoeken.
In de aanvraag is in het projectplan (zoals bedoeld in artikel 9.1) duidelijk verwoord op welke manier het product de beleving vergroot van het Verhaal van Flevoland, NIEUW LAND OP DE ZEEBODEM. Dit kan bijvoorbeeld door het vrijetijdsproduct te relateren aan:
Op pagina 16 en 17 van het Beleidsplan Recreatie & Toerisme Flevoland wordt het verhaal van Flevoland NIEUW LAND OP DE ZEEBODEM toegelicht.
Gewoonlijk kan jaarlijks subsidie worden ingediend voor 1 november, de beoogde start van het project is dan in 2019. Zo kan een initiatiefnemer het project starten en mogelijk ook uitvoeren, voor de start van het toeristisch seizoen. Gedeputeerde Staten beslissen, zoals vastgelegd in de ASF 2012 binnen 13 weken over de subsidieaanvragen. Alleen in 2018 kan ook subsidie worden aangevraagd voor 1 april, deze projecten kunnen in de loop van 2018 starten. In 2018 kan er dus tweemaal een aanvraag worden ingediend: voor 1 april (start project in 2018) en voor 1 november (start project in 2019).
Artikel 11. Subsidiecriteria en puntensysteem
In lid e. van artikel 11 (Subsidiecriteria en puntensysteem) is bovengemeentelijke samenwerking opgenomen als criterium. De provincie wil hiermee aanvragen stimuleren die verschillend Flevolands aanbod aan elkaar koppelt, zoals Schokland en Urk, beide een voormalig eiland. Een product wordt gezien als bovengemeentelijk wanneer het zich afspeelt in meerdere Flevolandse gemeenten; dat wil zeggen dat het bestaat uit deelproducten afkomstig uit verschillende gemeenten. Bijvoorbeeld een diner in de ene gemeente en een excursie in de andere gemeente.
Artikel 12 Subsidiabele kosten
Subsidiabele kosten zijn de kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van het vrijetijdsproduct. Hieronder vallen geen reguliere exploitatie kosten en kosten die voortvloeien uit de inzet van personeel van de samenwerkende partijen. Wel zijn investeringen mogelijk in materiaal, roerende goederen of inhuur van externe expertise, die noodzakelijk zijn voor het vrijetijdsproduct zoals bedoeld in artikel 1b. Onder kosten die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het vrijetijdsproduct verstaan wij de kosten die rechtstreeks zijn verbonden aan het beter beleefbaar maken van de Zeebodem en het trekken of laten vasthouden van meer bezoekers.
Artikel 13 Niet subsidiabele kosten
De kosten voor de projectvoorbereiding en voor het opstellen van een projectplan ten behoeve van het vrijetijdsproduct zijn niet subsidiabel. Voor het opstellen van een projectplan kan een onderneming een aanvraag indienen voor de Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2017-2020. Zie hiervoor: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-3391.html
Zoals opgenomen in de ASF 2012 artikel 6 zijn eveneens niet subsidiabel: a.) de aan de subsidieaanvrager in rekening gebrachte BTW die door hem kan worden teruggevorderd of op enigerlei wijze aan hem kan worden terugbetaald of gecompenseerd. En b.)kosten die samenhangen met financiële of contractuele verplichtingen aangegaan voordat een eenmalige subsidie is aangevraagd.