Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Haaksbergen (8.7a) |
Citeertitel | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2018 | nieuwe regelgeving | 20-12-2017 | 8.7a |
Deze verordening geeft aan nadere en aanvullende bepalingen over de rechtspositie van wethouders, raads- en commissieleden.
De gemeenteraad van Haaksbergen;
Voorstel van het college van: 21 november 2017
Bepaling van het Rechtspositiebesluit wethouders (artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid), , het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid), de Gemeentewet (artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147) en de Algemene wet bestuursrecht.
Vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden.
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 4 (inwonertal 24.001 – 40.000 inwoners) vastgestelde maximum.
Artikel 3 Reis- en verblijfkosten
De aanvraag, bedoeld in lid 1, gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap komen de kosten voor rekening van de fractie. Op verzoek wordt aan het fractiebudget een budget voor scholing toegevoegd.
Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 7 Reiskosten woon-werkverkeer
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 8 Zakelijke reis- en verblijfkosten
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 9 Computer en internetverbinding
Wethouders wordt een tablet, in bruikleen ter beschikking gesteld; zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 10 Communicatieapparatuur
Wethouders wordt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld; zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 11 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 12 Betaling en declaratie van onkosten
Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 19 september 2007 vastgestelde Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007 ingetrokken, met dien verstande dat de op grond van artikel 9 van de op 19 september 2007 vastgestelde Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007 door een raadslid ondertekende bruikleenovereenkomst van kracht blijft indien dat raadslid direct aansluitend voor de raadsperiode 2018 - 2022 wederom tot raadslid is gekozen.