Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaksbergen

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Haaksbergen (8.7a)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaksbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Haaksbergen (8.7a)
CiteertitelVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 22 van het Rechtspositiebesluit wethouders
  2. artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders
  3. artikel 27a van het Rechtspositiebesluit wethouders
  4. artikel 4 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
  5. artikel 7a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
  6. artikel 13 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
  7. artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
  8. artikel 95 van de Gemeentewet
  9. artikel 96 van de Gemeentewet
  10. artikel 97 van de Gemeentewet
  11. artikel 147 van de Gemeentewet
  12. wet Algemene bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-03-2018nieuwe regelgeving

20-12-2017

gmb-2018-25825

8.7a

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Haaksbergen (8.7a)

Samenvatting

Deze verordening geeft aan nadere en aanvullende bepalingen over de rechtspositie van wethouders, raads- en commissieleden.

 

De gemeenteraad van Haaksbergen;

Voorstel van het college van: 21 november 2017

 

Wettelijke basis:

Bepaling van het Rechtspositiebesluit wethouders (artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid), , het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid), de Gemeentewet (artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147) en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Besluit:

Vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82 van de Gemeentewet.

  • b.

    commissielid: lid van een commissie, dat niet tevens raadslid is.

 

Paragraaf 2 Voorzieningen voor raads- en commissieleden

 

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 4 (inwonertal 24.001 – 40.000 inwoners) vastgestelde maximum.

 

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 2.

    De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening. Ten aanzien van de reiskosten geldt dat gebruik gemaakt kan worden van de door de gemeente beschikbaar gestelde NS-Business Card.

 

Artikel 4 Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de fractie.

  • 2.

    De aanvraag, bedoeld in lid 1, gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap komen de kosten voor rekening van de fractie. Op verzoek wordt aan het fractiebudget een budget voor scholing toegevoegd.

  • 3.

    De maximale vergoeding van de scholing bedraagt € 500,00 per jaar per persoon.

  • 4.

    De kosten van deelname van een raadslid aan scholing, die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

 

Artikel 5 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Raadsleden wordt een tablet, in bruikleen ter beschikking gesteld; zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Op commissieleden die zitting hebben in een raadscommissie ex. artikel 82 Gemeentewet is lid 1 van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Paragraaf 3 Voorzieningen voor wethouders

 

Artikel 7 Reiskosten woon-werkverkeer

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

 

Artikel 8 Zakelijke reis- en verblijfkosten

  • 1.

    Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening. Ten aanzien van de reiskosten geldt dat gebruik gemaakt kan worden van de door de gemeente beschikbaar gestelde NS-Business Card.

 

Artikel 9 Computer en internetverbinding

Wethouders wordt een tablet, in bruikleen ter beschikking gesteld; zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

 

Artikel 10 Communicatieapparatuur

Wethouders wordt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld; zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

 

Artikel 11 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Paragraaf 4 De procedure van declaratie

 

Artikel 12 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling door:

    • a.

      raads- en commissieleden ingediend bij de griffier en deze parafeert voor akkoord;

    • b.

      wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris en deze parafeert voor akkoord.

  • 4.

    De aanspraak op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten vervalt, indien een declaratie niet binnen drie maanden nadat de kosten gemaakt zijn, ingediend wordt bij de griffier onderscheidenlijk de gemeentesecretaris.

  • 5.

    In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen onderscheidenlijk het college op basis van meerderheid van stemmen.

 

Paragraaf 5 Slotbepalingen

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 29 maart 2018.

  • 2.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 19 september 2007 vastgestelde Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007 ingetrokken, met dien verstande dat de op grond van artikel 9 van de op 19 september 2007 vastgestelde Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2007 door een raadslid ondertekende bruikleenovereenkomst van kracht blijft indien dat raadslid direct aansluitend voor de raadsperiode 2018 - 2022 wederom tot raadslid is gekozen.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 20 december 2017

 

mr. G. Raaben

griffier

 

 

G.J. Kok MDR

burgemeester