Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Almere 2017 |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Almere |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | nieuwe regeling | 25-01-2018 | RV-03/2018 |
De raad van de gemeente Almere
gelezen het voorstel van het college van 21 november 2017 , inzake de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Almere;
gelet op artikel 140/141 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134/135 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g/96h van de Wet op het voortgezet onderwijs; gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden; gelet op artikel 5 van de Gemeentewet; gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht; gezien het gevoerde overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de niet door gemeente in stand gehouden scholen in de gemeente;
overwegende dat het gewenst is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;
Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Almere 2017.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of school voor voortgezet onderwijs;
school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs; school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs , artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra , artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5. Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Paragraaf 2.3 Toekenning; intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Artikel 13. Intrekken of wijzigen beschikking
Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.
Artikel 14. Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Artikel 15. Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 16. Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 januari 2018
De griffier, J.D. Pruim
De voorzitter, F.M. Weerwind
A. Voorziening verhuisvergoeding meubilair en bijbehorend onderwijsleerpakket
I Aanduiding van de voorziening
Tegemoetkoming in de kosten voor het verplaatsen van meubilair en bijbehoren onderwijsleerpakket van een groep leerlingen in verband met medegebruik van lokalen bij een andere school, dan wel in gemeentelijke tijdelijke lokalen.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Eenmalig bij verplaatsing conform verdeling huisvestingscapaciteit, zoals vastgesteld in het regulier huisvestingsoverleg primair onderwijs Almere.
IVToekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening
Scholen voor primair, (voortgezet) speciaal of voortgezet onderwijs.
De voorziening staat niet open voor de nevenvestiging van een hoofdschool in een andere gemeente
De voorziening staat niet open bij uitbreiding van het aantal groepen of leerlingen.
Een school komt in aanmerking voor deze voorziening als zij voor medegebruik wordt verwezen naar leegstaande lokalen in permanente gebouwen, dan wel noodlokalencomplexen.
VWijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid
Op basis van tenminste een drietal opgevraagde offertes wordt een bedrag toegekend. Hierbij is het van belang dat de verhuizing wordt gedaan door een erkend verhuisbedrijf. Voor digitale leermiddelen waarbij vanwege garantiebepalingen, een garantietermijn of onderhoudscontract gebondenheid is aan de betreffende leverancier kan worden voldaan met één offerte van de leverancier.
Er is geen sprake van een subsidieplafond.
Toelichting op Voorziening verhuisvergoeding meubilair en bijbehorend onderwijsleerpakket
In de gemeente Almere wordt de beschikbare onderwijscapaciteit zo efficiënt mogelijk verdeeld. De verdeling van de capaciteit vindt plaats in het regulier huisvestingsoverleg primair onderwijs Almere. Op grond van deze verdeling kunnen groepen leerlingen naar een ander noodlokalencomplex worden verwezen. Tevens komt het in de praktijk voor dat een (nieuwe) school al is gestart in een tijdelijke locatie in afwachting van de oplevering van het definitieve schoolgebouw.
Bij de oplevering van het nieuwe gebouw verhuizen de groepen leerlingen dan alsnog naar de definitieve huisvesting.
IAanduiding van de voorziening
Hier staat aangegeven dat het gaat om een tegemoetkoming voor de kosten voor het verplaatsen van meubilair en bijbehoren onderwijsleerpakket van een groep leerlingen in verband met medegebruik van lokalen bij een andere school, dan wel in gemeentelijke tijdelijke lokalen.
Hier kan de indieningsdatum voor de betreffende voorziening worden bepaald. Hier is geen uniforme datum vastgesteld omdat de verhuisbewegingen in principe gedurende een geheel schooljaar kunnen plaatsvinden. In de praktijk wordt uiteraard veel gekozen voor verhuisbewegingen rondom een schoolvakantie. Om niet te worden geconfronteerd met aanvragen die al te ver in het verleden liggen is bepaald dat de aanvraag voor de voorziening moet worden ingediend binnen drie maanden nadat de verhuisbeweging heeft plaatsgevonden.
IIITijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
De voorziening wordt éénmalig toegekend. Tijdens een schooljaar kan een school wel worden geconfronteerd met een verhuisbeweging die voldoet aan de vereisten zoals omschreven in deze bijlage. Hiervoor kan dan weer een nieuwe aanvraag worden ingediend.
IVToekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening
Het geheel van criteria zoals geformuleerd onder IV, geeft de omstandigheden weer waarin de school moet verkeren om in aanmerking te komen voor de voorziening.
Hier is aangegeven dat de mogelijkheid om de voorziening aan te vragen wordt geopend voor scholen voor primair, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs.
Hier is aangeven dat de voorziening niet open staat voor een nevenvestiging van een hoofdschool in een andere gemeente. Indien er sprake is van een nevenvestiging van een hoofdschool zal in principe direct gekeken worden naar een plek voor de groepen van deze nevenvestiging voordat de nevenvestiging daadwerkelijk kan worden gerealiseerd.
Hier staat omschreven dat de voorziening niet open staat bij uitbreiding van het aantal groepen of leerlingen. De reden hiervoor ligt in het feit dat bij uitbreiding sprake is van veelal eerste inrichting. De leverancier waar het meubilair en bijbehorende onderwijsleerpakket wordt besteld, kan deze zaken afleveren op het adres waar deze groep wordt gehuisvest.
Hierin staat omschreven in welke omstandigheid de school zich moet bevinden om voor de voorziening in aanmerking te komen. Hierbij geldt eveneens een duidelijke link naar het bepaalde onder III. Het moet gaan om een verplaatsing zoals deze is vastgesteld regulier huisvestingsoverleg primair onderwijs Almere. Verhuisbewegingen die buiten dit overleg door schoolbesturen onderling worden afgesproken komen niet voor vergoeding in aanmerking.
VWijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
De ‘wijze van toekenning’ geeft de grondslag aan voor toekenning van voorzieningen. Op grond van de wet dient de verordening te voorzien in een behandeling naar dezelfde maatstaf. Met de invulling van dit element van de bijlage wordt op een objectiveerbare wijze – voor wat betreft het bepalen van de omvang van de toekenning – hieraan invulling gegeven.
Er is voor gekozen te werken met het toekennen van een bedrag op basis van tenminste een drietal opgevraagde offertes. Hierbij is het van belang dat er een erkend verhuisbedrijf wordt ingeschakeld. Voorwaarde is dat het schoolbestuur voor de uitvoering van de verhuizing een offerte aanvraagt bij minimaal drie bedrijven.
Hierin is omschreven dat er geen sprake is van een subsidieplafond. Scholen die voldoen aan de voorwaarden, ontvangen op basis van een ingediende aanvraag een vergoeding.
B. Voorzieningen lokalen bewegingsonderwijs PO
ICriteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening.
Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor:
a. basisonderwijs of speciaal basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, en
b. speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, dat juridisch eigenaar is van een school voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs die zich bevindt op het grondgebied van de gemeente en juridisch eigenaar is van een lokaal bewegingsonderwijs dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente.
IIAanduiding van de voorziening
Onderscheid wordt gemaakt in de voorziening:
1°. het maken van voldoende wasgelegenheid waar deze bij het lokaal bewegingsonderwijs ontbreekt en dit belemmerend werkt op het effectief gebruik, dan wel de mogelijkheden tot medegebruik, van het lokaal bewegingsonderwijs;
2°. wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw als het gebouw anders niet geschikt is voor het primair onderwijs en speciaal of voortgezet speciaal onderwijs, omdat:
A. de netto vloeroppervlakte van een lokaal bewegingsonderwijs niet minstens 252 vierkante meter netto is en de hoogte niet minstens 5 meter bedraagt, en
B. het lokaal bewegingsonderwijs niet voorzien is van minstens twee kleedruimten met een was- of douchegelegenheid;
3°. voorzieningen voor eisen voortkomend uit wet- en regelgeving;
4°. vervangen van oliegestookte verwarmingsinstallaties;
1°. vervangen dakbedekking, hemelwaterafvoer, dakrand, daklichten;
2°. vervangen buitenberging of dak buitenberging;
3°. vervangen rijwielstalling of rijwielstaanders;
6°. vervangen of herstellen riolering of bestrating schoolplein;
7°. vervangen binnenkozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;
8°. vervangen buitenkozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;
9°. vervangen radiatoren, convectoren of leidingen voor centrale verwarming;
10°. vervangen dakpannen, inclusief houtwerk, dakrand en goten;
III Criteria voor het toekennen van een voorziening
1. De noodzaak van de voorziening:
a. maken van voldoende wasgelegenheid is aanwezig als bij het lokaal bewegingsonderwijs geen twee wasgelegenheden zijn;
b. maken van voldoende kleedgelegenheid is aanwezig als blijkt dat er geen twee kleedruimten zijn;
c. ingebruikneming blijkt uit het feit dat het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;
d. eisen voortkomend uit wet- en regelgeving blijkt als wordt vastgesteld dat het gebouw niet voldoet aan de geldende wet- en regelgeving, terwijl onontkoombaar is dat dit verschil op korte termijn moet worden opgeheven en;
e. onderhoud blijkt uit het feit dat het gevraagde gebouwelement of een gedeelte daarvan:
1°. ten minste in een matige conditie verkeert volgens de bouwkundige opname op
2°. regulier onderhoud door het bevoegd gezag niet langer volstaat.
2. Bovenstaande voorzieningen komen voor bekostiging in aanmerking als op basis van een prognose, die voldoet aan de in bijlage II van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Almere gestelde vereisten, het gebouw nog ten minste vier jaar voor het bewegingsonderwijs noodzakelijk is, tenzij er een andere, goedkopere, voorziening of gebruik van een ander lokaal binnen de verwijsafstand mogelijk is. Dit ter beoordeling van het college.
De aanvraag voor het bekostigen van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaande het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overlegd:
b. een rapportage waaruit de noodzaak blijkt van de voorzieningen, of
c. een bouwkundige rapportage die voldoet aan NEN 2767 en aantoont dat het gevraagde onderhoud noodzakelijk is, en
VTijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekende jaar te realiseren dat moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 november daaropvolgend.
VIWijze waarop de voorziening wordt toegekend
1. De voorziening wordt voorlopig toegekend op basis van de door het bevoegd gezag bij de ingediende aanvraag overgelegde offerte.
2. Het definitieve bedrag wordt vastgesteld op basis van de offertes die zijn aangevraagd nadat de voorziening is toegekend.
3. Bij het opvragen van de definitieve offertes is het bevoegd gezag gehouden aan de gemeentelijk richtlijnen voor het opvragen van offertes.
Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd.